Direct naar artikelinhoud
Drie verschillende ingangen voor een basisschool - uit angst
Column

Drie verschillende ingangen voor een basisschool - uit angst

Mijn collega Jamal Ouariachi schreef een stevige column over het bijzonder onderwijs. Hij kon in zijn korte bestek uiteraard niet alle gevolgen van artikel 23 van de Grondwet behandelen. Daarom voeg ik er nog wat aan toe.

Ik heb tot aan mijn eindexamen op katholieke meisjesscholen gezeten. Daarna, losgelaten in de grote wereld, heb ik er jarenlang over gedaan de vertekening veroorzaakt door de katholieke invalshoek te corrigeren. Er is niet zoiets als katholieke wiskunde, maar er is wel zoiets als katholieke geschiedenis. Met name de alfavakken zijn gevoelig voor indoctrinatie. Als puntje bij paaltje komt zijn de bètavakken dat misschien ook wel. De big bang van de natuurkunde staat op gespannen voet met het creationisme, dat in het reformatorisch onderwijs hier en daar nog wordt onderwezen.

Gescheiden werelden

De bijzondere scholen mogen volhouden dat zij ook aandacht besteden aan andere levensopvattingen, feit blijft dat de eigen overtuiging luid en duidelijk als de beste wordt gepropageerd. Er heerst zelfs angst voor besmetting. In de jaren tachtig, toen ik gemeenteraadslid was van een flink dorp in de Randstad, werd ik nog geconfronteerd met de bouw van een basisschooltje met drie verschillende ingangen voor drie verschillende denominaties. De katholieken en de protestanten waren bang voor elkaar, en allebei waren ze bang voor de openbaren en dus dwongen ze die oplossing af. God verhoede dat de kinderen elkaar op de gang en het schoolplein tegenkwamen!

Een belangrijk nadelig gevolg van artikel 23 hangt samen met de financiering. Juist dat is de kern van het beroemde artikel: het bijzonder onderwijs wordt door de overheid gefinancierd, mits het aan bepaalde onderwijskundige voorwaarden voldoet. Het openbaar onderwijs is de basis voor de berekeningen. Het bijzonder onderwijs krijgt wat het openbaar onderwijs krijgt.

Ben je een openbare school en moeten er nieuwe tafels of leermiddelen worden aangeschaft, of moet het schooltje worden geschilderd, dan moet er openbaar worden aanbesteed en zijn er regels die moeten worden gevolgd. Prima. De bijzondere scholen hebben dezelfde rechten als de openbare scholen, maar niet helemaal dezelfde plichten. Zij hoeven niet openbaar aan te besteden, maar mogen zelf een gunstige deal sluiten met bijvoorbeeld een aannemer die samen met ouders de boel opknapt. Ze steken het verschil in hun zak. Kassa.

Optelsom van onterechte voordelen

Het openbaar onderwijs mag geen leerlingen weigeren. Bijzonder onderwijs heeft veel meer mogelijkheden de samenstelling van de schoolpopulatie naar eigen inzicht te regelen. Ze kunnen bovendien flinke ouderbijdragen vragen. Het bijzonder onderwijs wordt in alle opzichten financieel bevoordeeld. In Nederland gaat volgens de cijfers 70 procent van de leerlingen naar een bijzondere school. Je maakt mij niet wijs dat die kinderen allemaal uit een gelovig gezin komen, en zoveel montessori- of daltonscholen hebben we ook weer niet. De reden voor de meeste ouders om hun kind naar een bijzondere school te sturen is de optelsom van alle onterechte voordelen die de wetgever het bijzonder onderwijs verstrekt. Het is het lucratief een bijzondere school te stichten. Je kunt ook lekker je eigen bestuur kiezen. En dus zijn ze talrijk. Het openbaar onderwijs komt steeds meer in een achterstandspositie.

Honderd jaar geleden werd de schoolstrijd beëindigd met een typisch Nederlands compromis: als jullie voor algemeen kiesrecht zijn, zullen wij het bijzonder onderwijs bekostigen. Dat het algemeen kiesrecht voor de confessionelen geen vanzelfsprekendheid was en moest worden ‘gekocht’ zegt alles over de ondemocratische angst voor vrijzinnigheid, die zich niet door paus of Bijbel laat leiden.

Willen we empathische burgers opleiden, die open en tolerant in het leven staan en elkaar een plaats onder de zon gunnen, dan moeten we het openbaar onderwijs versterken en de voordelen voor het bijzonder onderwijs teniet doen. Wie toch louter geloofsgenoten wil hebben op de school van zijn kinderen, dan moet die het maar zelf betalen. Ooit was de leuze voor het openbaar onderwijs : Een en ongedeeld. Dat is in onze samenleving meer dan ooit een belangrijke opdracht.

Nelleke Noordervliet

Nelleke Noordervliet (Rotterdam, 1945) schreef meerdere romans, novelles en theaterstukken. In 2018 won ze de Constantijn Huygens-prijs voor haar gehele oeuvre. In haar column in Trouw bespiegelt ze tweewekelijks op de actualiteit. Lees ze hier terug.