Direct naar artikelinhoud
CommentaarPeter Giesen

Activisten tegen het Allah’s afbakbar-bord bewijzen hun geloofsgenoten een slechte dienst

In Nederland heeft elke burger de vrijheid om religie te bespotten of te bekritiseren.

Humor en religie gaan vaak moeilijk samen, zo bleek afgelopen weekend eens te meer bij de Zwarte Cross. Onder druk van moslims verwijderde de organisatie een bordje met het opschrift Allah’s afbakbar. Het bordje werd al jaren gebruikt, maar was nu pas ontdekt door islamitische activisten die er via sociale media meteen een kwestie van maakten.

Het is jammer dat de Zwarte Cross zich genoodzaakt voelde het betwiste bord − niet meer dan een onschuldige grap − te verwijderen. In Nederland mag elke burger in alle vrijheid zijn geloof belijden, maar heeft ook elke burger de vrijheid om religie te bespotten of te bekritiseren. Over katholicisme en protestantisme kunnen zonder enig probleem grappen worden gemaakt, en er is geen enkele reden om voor de islam een uitzondering te maken. Juist in een diverse samenleving is het belangrijk dat argumenten en grappen vrijelijk kunnen worden uitgewisseld.

Moslims vormen een kwetsbare minderheid die vaak gediscrimineerd wordt, werpen sommige mensen tegen. Die discriminatie bestaat inderdaad en moet krachtig worden bestreden. Dat betekent echter niet dat de godsdienst van moslims anders moet worden behandeld dan die van andere Nederlanders.

De activisten die zich tegen het Allah’s afbakbar-bord keerden bewijzen hun geloofsgenoten een slechte dienst, omdat zij gevoelens van nationalisme en islamofobie slechts aanwakkeren. Hoewel de meeste moslims waarschijnlijk helemaal niet over zo’n bordje vallen, versterkt een kleine groep bovendien het beeld van de islam als een intolerante, humorloze godsdienst.

Sinds de moord op Theo van Gogh, de Deense cartoonrellen en de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo is het onmogelijk geworden om keiharde satire over de islam, in het bijzonder over de profeet, te bedrijven. Dat is een groot verlies, omdat terroristisch geweld heeft geloond en een seculiere samenleving zich gedwongen voelt tot het toepassen van zelfcensuur. In het klein laat de Allah’s afbakbar-affaire zien dat sommige activisten niet zullen rusten tot ook de onschuldigste grappen vermeden zullen worden.