Direct naar artikelinhoud
Column

Als ik een tussenuur had, ging ik naar een coffeeshop

James WorthyBeeld Agata Nowicka

Vanuit de gymzaal kon je de hoerenlopers zien ijsberen. Als schuchtere metronomen gingen ze van de ene hoek van de kade naar de andere hoek van de kade.

Mijn vrienden en ik keken altijd graag naar die mannen. Hoe ze daar zo liepen, op het ritme van hun besluiteloosheid. Met de handen in de zakken en de ziel onder de arm. En die prachtige vrouwen maar op het raam tikken met hun luipaardprintnagels. Ik zie je, schat. Kom binnen. Je bent gewild. Kom maar even op mijn bed liggen, dan slaap je vannacht wat beter.

Dankzij de wonderlijke ligging van mijn middelbare school haalde ik altijd een onvoldoende voor gym, maar ik begreep het leven.

Op mijn veertiende wist ik al dat prostituees belangrijker werk deden dan ministers en op mijn vijftiende schreef ik een brief aan onze koningin waarin stond dat ze alle vrouwen van lichte zeden een lintje moest geven. Onze koningin stuurde helaas nooit een brief terug, ze had het naar alle waarschijnlijkheid veel te druk met niet werken.

Het mooiste aan mijn middelbare school vond ik de ligging. Het Montessori Lyceum lag in het midden van een allesverslindende draaikolk van verderfelijkheid. Althans, dat las je toen weleens in de krant.

De school werd omringd door snackbars, coffeeshops en sekswerkers. En dit zou slecht zijn voor onze tere zieltjes. De vuiligheid zou onze dichtgegroeide fontanellen openbreken en een trechter in onze schedels proppen. Niemand minder dan Satan himself zou een vuilstortplaats van onze breinen maken.

Als ik een tussenuur had, ging ik naar een coffeeshop. Er zaten er een stuk of zeven op loopafstand. Maar ik ging eigenlijk nooit naar de coffeeshop om te blowen, nee, ik ging juist naar de coffeeshop omdat je in een coffeeshop heel goed kunt zien waarom naar school gaan zo belangrijk is.

Ik schrik dan ook elke keer als ik lees dat er weer een coffeeshop moet sluiten, omdat deze te dicht bij een school zou liggen. Als je het mij vraagt kan een coffeeshop niet dicht genoeg bij een school liggen. Elke middelbare school zou een coffeeshop op het schoolplein moeten bouwen. Puur als afschrikmiddel. Ga maar naar binnen, kinderen. En kijk.

Kijk naar die ietwat treurige man die al zes uur lang een Panorama uit 2008 aan het lezen is. Kijk naar hem. Wil je zo eindigen? Laat de kinderen elke dag even naar die man kijken. Met zijn complottheorieën en zijn perensapje. Geloof mij als ik zeg dat die kinderen twintig keer ambitieuzer en leergieriger de coffeeshop zullen verlaten.

Mijn middelbare school stond dus in het hartje van sodom en gomorra. Als je na school op de verkeerde fiets stapte, werd je de volgende ochtend met een soa wakker. En de wiet- en hasjluchten lagen overal op de loer en deze konden je sneller doen laten verstenen dan het gelaat van Medusa.

Altijd ging het over de snackbars, de sekswerkers en de coffeeshops, maar nooit ging het over de sigarenboer die aan de overkant van de straat zat. Nooit ging het over het feit dat de helft van de school al voor zijn of haar veertiende nicotineverslaafd was.

Dus laat die coffeeshops lekker open en sluit alle sigarenboeren en supermarkten die te dicht bij een school liggen. Want van sigaretten ga je dood, van coffeeshops en prostituees word je eigenlijk alleen maar een beter mens.

De in Amsterdam geboren en getogen schrijver James Worthy (1980) probeert in zijn columns iets van het leven te begrijpen. Lees al zijn columns terug. Reageren? james@parool.nl

Als je na school op de verkeerde fiets stapte, werd je de volgende ochtend met een soa wakker