Direct naar artikelinhoud
NieuwsIsraël-Palestina conflict

Grootste sloop Palestijnse huizen past in strijd om Oost-Jeruzalem

Bulldozers vergezeld door honderden Israëlische politieagenten en soldaten zijn maandag begonnen met de sloop van een Palestijns huizencomplex in Oost-Jeruzalem. Het is de grootste ontmanteling in jaren. Zeker zeventien Palestijnen hebben hun huis moeten verlaten. De Palestijnse Autoriteit spreekt van een ‘misdaad tegen de menselijkheid’ en zegt de zaak aan te kaarten bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. 

Israëlische veiligheidsdiensten in Oost-Jeruzalem halen de bewoners voorafgaand aan de sloop uit hun huizen.Beeld AFP

Het gaat om tien appartementengebouwen in Sur Baher, een Palestijns dorp aan de rand van Oost-Jeruzalem. Het stadsdeel is al decennia inzet van een langzame machtsovername door Israël, dat het gebied tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 bezette. De Israëlische regering annexeerde de oostelijke stadshelft daarna en verklaarde het ‘verenigde’ Jeruzalem tot hoofdstad van de Joodse staat.

‘Ik heb dit huis zelf steen voor steen gebouwd’, zei de 37-jarige Fadi al-Wahash tegen persbureau Reuters. ‘Het was mijn droom om hier te wonen. Nu raak ik alles kwijt. Ik had een bouwvergunning van de Palestijnse autoriteiten. Ik dacht dat ik het goed deed.’

Lange juridische strijd

De sloop van de panden in Sur Baher was maandag het sluitstuk van een lange juridische strijd. De Israëlische rechtbank oordeelde deze maand dat de gebouwen te dicht bij de muur stonden die Israël heeft gebouwd om naar eigen zeggen terroristische aanslagen te voorkomen. De panden zouden ook ‘te hoog’ zijn. Israël vreesde dat de gebouwen dienst konden doen als schuilplaats voor Palestijnse terroristen. 

De inwoners van Sur Baher verklaarden dat het onmogelijk is om bouwvergunningen te krijgen van de Israëlische autoriteiten. Daarom waren ze op eigen houtje aan de slag gegaan met de bouw, met vergunningen van de Palestijnse autoriteiten. Een groot deel van het dorp ligt officieel in Jeruzalem, maar het deel waar de sloop is ingezet, valt  formeel onder bestuur van de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever.

De Verenigde Naties hebben de annexatie van Oost-Jeruzalem door Israël nooit erkend en zien de stadshelft als mogelijke hoofdstad van een in de toekomst op te richten Palestijnse staat. Israël probeert dat te verhinderen door het Palestijnen zo moeilijk mogelijk te maken nieuwe huizen te bouwen en tegelijk zoveel mogelijk Joodse nederzettingen in Oost-Jeruzalem aan te leggen om de demografische balans te veranderen. Momenteel wonen in Jeruzalem ruim 500 duizend Israëli’s en 300 duizend Palestijnen.

Palestijns grondgebied 

De Palestijnse premier Mohammad Shtayyeh zei maandag de zaak aan te zullen kaarten bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. ‘Het kabinet veroordeelt deze ernstige agressie. Dit is een voortzetting van de gedwongen verplaatsing van het volk van Jeruzalem uit zijn huizen en landen. Het is een oorlogsmisdaad en een misdaad tegen de menselijkheid.’

De Palestijnen vrezen voor toekomstige sloopacties langs het honderden kilometers lange lint van hekken en muren dat de Westoever van Israël afsluit. Het Internationaal Gerechtshof stelde in 2004 dat de grensmuur ‘in strijd is met het internationale recht’, maar dat heeft in de praktijk geen enkel gevolg gehad. Volgens de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) heeft de Israëlische rechtbank met het Sur Baher-vonnis een precedent geschapen om ook ‘talloze andere Palestijnse gebouwen in de nabijheid van de barrière te slopen’.  

De Israëlische ngo Ir Amin, die strijdt voor gelijkheid en vreedzaam samenleven in Jeruzalem, zegt dat de Israëlische sloopoperaties toenemen. In de eerste helft van dit jaar zouden 63 Palestijnse woningen zijn gesloopt. Vorig jaar waren dat er in dezelfde periode 37.

Jamie McGoldrick, humanitair coördinator van de Verenigde Naties, riep de Israëlische autoriteiten vorige week nog op de sloop van de gebouwen in Sur Baher niet door te zetten. Ook de Europese Unie heeft de actie veroordeeld, omdat ‘de voortzetting van dit beleid een toekomstige tweestatenoplossing en een vooruitzicht op vrede ondermijnt’.