Direct naar artikelinhoud
EssayStrandmode

Topless zonnen op het strand: waar zijn de blote borsten gebleven?

Het strand van Zandvoort in 1989Beeld ANP

Ooit was ­topless ­zonnen de gewoonste zaak van de wereld. Waarom, vraagt Angela Wals zich af, zien we nu nauwelijks meer blote borsten op het strand?

Jarenlang lag ik topless – en vaak in een string – op de Europese stranden. Ik kan niet zeggen dat dit een feministische of provocerende drijfveer had. Ik wilde egaal bruin worden, en er was een consensus onder mijn doorgaans witte leeftijdsgenoten – die nu begin 30 zijn – dat ‘witte koplampen’ in de zomermaanden voorkomen dienden te worden.

Ik was geen bovengemiddeld zelfverzekerde tiener en twintiger, maar topless zonnen was voor mij een neutrale, aseksuele bezigheid. Ietsje anders dan zonnen in complete bikini, maar niet veel anders. ­Bovendien: bijna iedereen deed het. Tenminste, ik en mijn vriendinnen deden het. Achteraf was ‘het normaal’ al ­jarenlang aan het kantelen, maar ik had dat pas door toen topless zonnen was verdwenen.

Die realisatie kwam op een Grieks strand in 2013. Een Grieks-Amerikaanse vriendin had me er mee naartoe genomen. Ik stond op het punt mezelf van mijn bikinitopje te ontdoen, toen het me opviel dat er verder geen vrouwentepel te zien was. ‘Topless is oké toch?’, vroeg ik voor de zekerheid aan mijn vriendin.

‘O my god, seriously Angela?’, was haar verbaasde reactie. ‘Dit is een famíliestrand. Er lopen hier kínderen rond.’

Dit was voor haar overduidelijk een sluitend argument tégen topless en ik probeerde het te volgen. Lukte me niet.

‘Wat is dát nou weer voor een onzin’, hoorde ik mezelf onverwacht fel reageren. ‘Denk je soms dat mijn borsten die onschuldige kinderoogjes zullen beschadigen?’ Dat was het niet, zei mijn vriendin. Ze vond het gewoon niet netjes. Misschien zelfs een beetje ordinair?

‘Sinds wanneer?’, vroeg ik me af.

Goed, deze vriendin genoot haar opvoeding in de Verenigde Staten en heeft daardoor waarschijnlijk preutsere opvattingen dan ik, maar ook mijn ‘Hollandse’ vriendinnen waarmee ik een decennium half bloot op het strand had gelegen, hielden die zomer hun bovenstuk toch maar aan.

Rimpels

Tijden veranderen natuurlijk. Het lijkt intussen onvoorstelbaar dat we ons ooit met kokosolie factor 2 insmeerden nu we weten dat je van (te veel) zon rimpels en kanker krijgt. Maar ik lees en hoor om me heen meer redenen waarom bikinitopjes aanblijven. Zo zit het keurslijf van het schoonheidsideaal strakker dan ooit. In een artikel van HP/De Tijd eerder deze maand zegt hoogleraar ­psychologie en ­onderzoeker van schoonheidsidealen Liesbeth Woertman erover: ‘Er zijn nu zulke strenge regels voor hoe je lichaam eruit moet zien, dat het begrijpelijk is dat veel vrouwen niet meer bloot durven te zijn.’

Inmiddels geïndoctrineerd met die nauwe definitie van schoonheid, zijn we hyperbewust van hoe de ideale borst eruit zou moeten zien. De perfecte borst is, volgens de website van kliniek ‘Blooming Plastische Chirurgie’, rond, even groot als haar buurvrouw, heeft een ­‘hemelgerichte’ tepel en heeft 45 procent volume aan de bovenkant, tegen 55 procent aan de onderkant. Persoonlijk kan ik geen van deze hokjes aanvinken.

Een andere reden is de seksualisering van het lichaam, beïnvloed door de porno-industrie. Deze heeft het idee in het leven geroepen dat blote borsten en seks áltijd aan elkaar ­gekoppeld zijn.

De multiculturele samenleving en daarin de mix – en soms clash – van normen en waarden kan ook ons gedrag rond naakt beïnvloeden. In het begin van de zero’s verschenen er berichten over Marokkaans-Nederlandse jongens die vrouwen lastig vielen op het strand. Of vrouwen nou zelf overlast ervoeren of niet, berichtgeving (en vooroordelen) kunnen er ook toe leiden dat vrouwen ­ernaar handelen.

En dan is er nog de opkomst van sociale media, die een nieuwe aanwas ­adolescenten op hun hoede maakt op het strand. Waarom het risico ­lopen met topless zonnen dat er elk ­moment een onthullende foto van je kan worden genomen en gedeeld?

Zelfs mijn 4-jarige dochter krijgt op het strand met de nieuwe zedelijkheidsnormen te maken. Het is vrijwel onmogelijk om voor haar een zwembroekje zónder ­bovenstukje te kopen. Mijn moeder kon dit in de jaren negentig nog met gemak. Ik kan dit bovenstukje natuurlijk in de kast laten liggen, maar toch irriteert het me. Want waarom krijgt mijn dochter op zo’n jonge leeftijd al opgedrongen dat ze haar tepels moet bedekken?

‘Pedofiele porno’

In 1992 maakte fotograaf Rineke ­Dijkstra een foto van een bloot meisje met gespreide beentjes op het strand bij Castricum aan Zee. Toen de foto in 2003 onder de hamer verscheen van Sotheby’s, werd ­Dijkstra door de Britse krant The Sun van ‘pedofiele porno’ beticht en het veilinghuis trok de foto terug.

Het is een voorbeeld van volledig doorgeslagen pedo-paniek. Na Dutroux, ­Robert M. en alle digitale kinderpornonetwerken die worden opgerold, kunnen denk ik weinig mensen nog met alleen vertedering naar dat blote meisje kijken. Het gevolg is dat meisjes op steeds jongere leeftijd worden aangekleed en dus leren dat ze hun ­lichaam moeten bedekken.

Sommige sociale conventies worden pas zichtbaar als je iets uittrekt. Dit merkten ook de allereerste vrouwen die topless de stranden op durfden te gaan.

‘Topless’ – zowel het woord als de badmode – werd in Nederland in 1964 geïntroduceerd toen de Oostenrijks-Amerikaanse ontwerper Rudi Gernreich zijn ‘monokini’ op de markt bracht, een badpak dat ophoudt ten hoogte van de taille. De westerse wereld was amper van de (r)evolutie van de itsy bitsy teenie weenie bikini bekomen en het ‘bovenstukloze damesbadpak’ veroorzaakte dan ook een grote rel.

In de Verenigde Staten werden vrouwen gearresteerd omdat zij in een ­monokini waren gaan zwemmen. Het bestuur van de Britse badplaats Eastbourne nam meteen het zekere voor het onzekere en nam een artikel in de wet op dat stelde dat te allen tijde vrouwen op de stranden van de gemeente kleding dienden te dragen die ‘van de nek tot aan de enkels reikt’.

Langs de Franse Rivièra rukte de monokini wel op, maar eind juli van dat jaar greep de Franse regering in: ‘Het halve badpak dat de boezem bevrijdt is thans officieel voor geheel Frankrijk verboden’, pent de correspondent van Het Parool neer. Iedereen – van de vrouwelijke sekse – die zich aan deze dracht waagde, werd bekeurd ‘wegens schending der openbare eerbaarheid’ en waar nodig naar het politiebureau gebracht.

Boerkini

Spoel 50 jaar vooruit en in 2016 krijgen vrouwen op de mediterrane stranden wederom verboden naar hun hoofd geslingerd: dit keer omdat ze té véél bedekt zouden zijn in een boerkini. Een ‘ernstige en illegale aantasting van de vrijheid’, beslist de Hoge Raad later over deze verboden, maar de Franse premier Valls vindt evengoed dat de ‘Marianne’, een afbeelding van een vrouw met blote borsten die wordt gebruikt als symbool voor de Franse revolutie, beter bij de Franse waarden past dan een boerkini. ‘Ze verhult niets omdat ze vrij is. Dat is de Republiek.’

Sinds de monokini is er altijd wel iets over topless gezegd of geschreven. In 1980, een tijd waarover nu vaak wordt gesteld dat we ons toen nog vrij en blij gedroegen op het strand, bleek uit een enquête van opinieonderzoeksbureau NIPO (nu TNS NIPO) dat slechts 5 procent topless zonde, en 4 procent helemaal bloot. In 1986 was volgens NIPO een kwart van de bevolking tegen blote ­borsten. Ruim 10 jaar later, in 1998, vond 90 procent van de Nederlanders topless acceptabel. Maar ondanks deze acceptatie, of misschien wel dankzij, ­begon topless al in populariteit af te nemen. ‘Topless zonnen is ‘uit’ deze zomer’, pende NRC Handelsblad neer in 1998. Niet vanwege schaamte, maar wegens ‘plaatsvervangende schaamte’, aldus cultuursocioloog Cas Wouters in dat artikel. ‘Topless is vulgair geworden. De ‘Zandvoorttypes’ zijn te bruin te dik en te bloot. (…) De vrijheid om bloot te ­lopen is er, maar je neemt hem niet. Dat is chic, dat is superieure nonchalance.’

Het strand van Zandvoort in 1978.Beeld ANP

Topless dames zijn maar zo’n tien jaar echt een trend op het strand geweest. Waar in het ene tijdsgewricht een blote vrouwenborst voor onzedigheid en provocatie staat, is het in een ­ander een symbool voor vrijheid en protest. En tegelijkertijd, in een ander land, door andere ogen, staat de ontblote borst weer voor vulgariteit. Of juist kwetsbaarheid.

Toplessdag

En dat is jammer, vindt NFN Open & Bloot, de belangenbehartiger voor naaktrecreatie die vorig jaar een Nationale Toplessdag in het leven heeft geroepen. Veel vrouwen willen wel topless op het strand liggen, stellen ze, maar durven het simpelweg niet meer. Afgelopen juni was de tweede toplessdag. En net zoals met andere bloteborsteninitiatieven van dit moment – neem de Go Topless Pride Parade in New York – is in verhouding de media-­aandacht groter dan het aantal bevrijde bovenlichamen.

Intussen waait er mogelijk ook wat preutsheid uit de Verenigde Staten over. Facebook en Instagram hanteren strikte regels over naaktfoto’s: in principe zijn ze verboden. Geschilderd en getekend naakt mag wel – want is kunst – en een blote mannentepel is ook geen probleem. Van vrouwen mogen de diepste decolletés en de rondste rondingen te zien zijn, maar geëxposeerde knolvormige uitsteeksels worden linea recta van deze twee platforms verwijderd.

Censuur!, vinden aan­hangers van #freethenipple en #wethenipple, die zelf willen beslissen hoe ze hun lichaam presenteren. Door onderscheid te maken tussen een mannelijke tepel en een vrouwelijke, seksualiseer je dit lichaamsdeel en leert de generatie die via sociale media naar de wereld kijkt dat er iets ­obsceen is aan vrouwenborsten.

‘Topless’ is bij mij pas als een verworvenheid gaan voelen toen het verdween. Mijn eerste neiging was dan ook om deze overgang als een slechte ontwikkeling te beschouwen. Want we hadden dit getut toch allang achter ons gelaten? Toch is het te makkelijk om te stellen dat er een stap terug is gedaan. In andere contexten is het ­aantal blote borsten juist gegroeid. Denk aan de borstvoedende borsten van moeders, protesterende borsten van ­Oekraïense ‘Femen’-feministen. En ­sauna’s beleven hoog­tijdagen.

Verouderd

Ik heb tijdens mijn vakantie deze zomer in Portugal eens goed opgelet en constateerde dat ik als toplessganger inderdaad de laatste der Mohikanen ben. Maar ook mijn bikinibroek bleek hopeloos verouderd, want die was véél te groot. Hét bikinibroekje van dit moment, mag nog nét een broekje heten, en geen string, maar verdwijnt wel tussen de meeste billen die ik heb gezien. Er is dus ook zoiets simpels als ‘mode’ dat invloed heeft op hoe bloot we gaan.

Daarbij zijn vrouwen feministischer, activistischer en seksueel bevrijder dan ooit. Er wordt zonder schaamte geblogd, gevolgd en getweet over de seksuele beleving van vrouwen. Om deze generatie als preuts weg te zetten omdat ze meer badstof op het strand prefereren, is te simpel. Misschien is niet zozeer de schaamte over het naakte lichaam toegenomen, maar de behoefte aan privacy in tijden waarin alles online is en met elkaar wordt gedeeld en vergeleken. Omdat we digitaal zo veel van onszelf laten zien, grijpen we de kans om offline weer wat voor onszelf te houden.

Ik was geen koploper van het peloton door mezelf ‘superieure nonchalance’ aan te meten. Ik was een meeloper – iedereen topless – en nu de kudde is opgeschoven naar een ander weitje, heb ik de neiging om koppig achter te blijven. Niet omdat topless weer de norm zou moeten zijn, maar omdat ik juist hoop dat niemand op het strand zich door een rigide norm en schaamte laat sturen. Vrijheid moet de norm zijn.

Topless zonnen is daarbij als dansen op een bedrijfsfeestje: als één iemand ­begint, zijn er altijd wel mensen die ­meedoen. En inderdaad, een uur nadat ik mijn bikinitop had uitgetrokken op het Portugese strand lagen er toch ineens zeven topless vrouwen in alle leeftijds- en borstcategorieën om me heen. Of misschien was het puur toeval. Maar ik vond dat ik een minirevolutie had ontketend.

Verouderd

Relaxen op eerste vakantiedag is levensgevaarlijk

Zon, zee, strand: vakantie is hét moment om alle werkstress achter je te laten en eens goed te ontspannen. Maar: kan je vakantie ook dodelijk zijn? Vanuit een stressvolle situatie plotseling ‘hard’ relaxen is levensgevaarlijk, beweert Belgische arts Luc Swinnen. Wetenschapsredacteur Maarten Keulemans zoekt uit hoe het echt zit, zodat je met een gerust hart aan het strand kunt liggen.