Direct naar artikelinhoud
AnalyseStikstofdossier

Kiezen tussen groei en groen wordt onontkombaar: ‘Eigenlijk hebben we een ramp nodig’

Een forse ingreep in de agrarische industrie is onontkoombaar.Beeld Harry Cock/de Volkskrant

De economie voluit laten draaien én verduurzamen: het zou een nieuw kunststuk worden uit polderland Nederland. Nu gooien stikstofeisen roet in het eten. En voor het typisch Haagse ‘even niets doen’ is het te laat.

Nederland mag dan sinds vrijdag in de vakantiemodus zijn geschoten, op ­menig ministerie in Den Haag is alarmfase 1 uitgeroepen. Hele afdelingen werken door. Want: woningbouwprojecten wankelen, uitbreidingen van bedrijfsterreinen staan op losse schroeven, grote wegenprojecten kunnen voorlopig niet worden uitgevoerd. Het land dreigt ‘op slot’ te gaan, zoals dat in Haags jargon heet.

Nu het Nederlandse stikstofbeleid door de hoogste bestuursrechter is afgeschoten – met gevolgen voor tal van (infrastructurele) projecten – wordt een klassiek dilemma in het kleine, volle Nederland voelbaar: hoe slagen we erin om economische belangen te verenigen met nobele doelen, zoals het beschermen van de natuur, het verminderen van milieuvervuiling en het halen van klimaatafspraken?

Buitenlandse experts op het gebied van landinrichting komen graag naar Nederland om te bewonderen hoe hier, op een landoppervlakte van 33 duizend vierkante kilometer, sprake is van een vermenging van zoveel functies: distributie, zeehavens, chemieclusters, grote luchthaven, grote agrarische industrie, veel en goede infrastructuur, kwalitatief hoogwaardige woningbouw. Maar als het om natuurbescherming, klimaatdoelen en milieudoelen gaat, is Nederland helemaal niet zo’n voorbeeldland.

Duivels dilemma

Hoe Den Haag doorgaans reageert als dit duivelse dilemma weer eens opdoemt, werd op 9 juli in deze krant door columnist en ervaringsdeskundige Diederik Samsom fraai beschreven. We polderen wat af op jacht naar compromissen, allianties, balans. We stellen ondoorgrondelijke rekenmethodieken in, waardoor het in elk geval op papier lijkt dat al die op het oog botsende belangen toch bediend kunnen worden.

We berekenen graag in plaats van meten, want de realiteit is weerbarstig. Met ogenschijnlijk ‘perfect beleid’ worden pijnlijke keuzes vermeden. Dat kan zo niet langer meer, concludeert Samsom. ‘Zelfs ons land bereikt een keer de limiet van zijn kunnen en de grenzen van zijn milieuruimte.’ Zijn boodschap: de politiek komt niet meer weg met pappen en nathouden, echte keuzes zijn onontkoombaar.

Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) was zo’n typisch Nederlandse oplossing om én de economie op volle kracht te laten draaien én de natuur te beschermen. De Raad van State heeft er onlangs een streep door gezet, waardoor het besluit om de A27 en de A12 bij Utrecht te verbreden werd vernietigd.

Het is niet voor het eerst dat de rechter Den Haag maant. Nog vers in het geheugen ligt het Urgenda-vonnis van 2015, waarin de staat werd opgedragen Europese afspraken over luchtkwaliteit na te komen. De Haagse reactie: het vonnis bestuderen, nadenken, doorpolderen, beroep aantekenen – in elk geval even niets concreets doen.

Een list

Rechterlijke tussenkomsten, zoals nu in het stikstofdossier, leiden soms tot vreemde reacties van de kant van de overheid. Nu de tekortschietende rekenmethodiek over de gevolgen van stikstofdepositie (het neerslaan van stikstofhoudende stoffen op de bodem en in het grondwater, wat leidt tot aantasting van de biodiversiteit) als een bom is ingeslagen, en bijvoorbeeld ook de openstelling van Lelystad Airport raakt, vindt minister Cora van Nieuwenhuizen: ‘We moeten een list verzinnen.’

Wat er nu gebeurt, doet denken aan vijftien jaar geleden, toen de discussie over fijnstof losbarstte. Ook toen werden op last van de hoogste bestuursrechter bouwprojecten stilgelegd. Eerst moest maar eens worden aangetoond of ­Nederland al dan niet voldeed aan Europese ­afspraken over luchtkwaliteit.

In dit kleine landje is het passen en meten geblazen en worden overheidsmaatregelen, of het ontbreken daarvan, voortdurend aan de bestuursrechter voorgelegd. De inrichting van het land klinkt in Haags jargon vaak als een grote abstractie. In de rechtszalen zijn botsende belangen over meer (woningen, wegen, sporen, bedrijven, windparken) en minder (uitstoot, bomenkap, mest, natuurschade, horizonvervuiling) vaak heel inzichtelijk.

Nieuwe elektriciteitscentrale? Best, maar niet hier. Windparken? Goed, maar doe het daar maar. Meer sporen aanleggen om bijvoorbeeld met snellere treinen de vervuilende luchtvaart te beconcurreren? Moet kunnen, maar niet in deze achtertuin.

In het stikstofdossier gaat het de overheid wel lukken om sommige grote infrastructurele projecten van de grond te tillen, wegens ‘dwingend nationaal belang’. Maar aan fundamentele keuzes over het beschermen van de natuur en het aanpakken van de bronnen van vervuiling is zo langzamerhand geen ontsnappen meer mogelijk.

Alles raakt alles 

In een passende omgeving – de Glazen Zaal in Den Haag – ging het vorige week tijdens een afscheidssymposium voor luchtvaartpolderaar Hans Alders precies over deze broze materie. Wordt het niet eens tijd dat de wetgever echte keuzes maakt in plaats van het oeverloze gepolder en het vooruitschuiven van problemen? Vicevoorzitter Thom de Graaf van de Raad van State: ‘Is het geen tijd dat de wetgever zelf de koers bepaalt en niet die van een ander vertaalt?’

Echt ingrijpen bij de bron van het kwaad lijkt onafwendbaar. De intensieve veehouderij draagt fors bij aan het stikstofprobleem. Zo ook het verkeer. Alleen al een verlaging van de maximumsnelheid is een vorm van compensatie voor natuurschade.

Het probleem is: alles raakt alles. Economische groei leidt tot een ongewenste dynamiek (nog meer forensenverkeer). Maar de waarheid als een koe van de Franse filosoof Blaise Pascal (‘Alle ellende in de wereld komt voort uit het feit dat de mens niet rustig thuis blijft zitten’) lijkt aan dovemansoren gericht.

Wat we nu nodig hebben is ‘een ramp’, zegt oud-politicus, bijzonder hoogleraar gebiedsontwikkeling en dijkgraaf Co Verdaas. ‘Het stikstofvonnis is een beleidsmatige ramp. Eigenlijk hebben we een echte nodig.’

Hij denkt terug aan de watersnoodramp van 1995, toen hoogwater tot ­massale evacuatie in het rivierenland leidde – maar ook leidde tot de verwezenlijking van het overheidsprogramma Ruimte voor de Rivieren, dat eerst onder vuur lag maar wel meer veiligheid en ecologische winst opleverde.

Verdaas ziet het niet al te somber in: ‘Het komt ook nu wel goed. De overheid is de vijand niet.’