Direct naar artikelinhoud

Wethouder Kukenheim wil snackbars rondom scholen weren

Wethouder Kukenheim wil snackbars rondom scholen weren
Beeld ANP

Ondanks inzet van de gemeente blijft de jeugd van Amsterdam te zwaar. Wethouder Simone Kukenheim (Zorg) wil snackbars rondom scholen weren en eist strengere maatregelen uit Den Haag.

De Amsterdamse aanpak tegen overgewicht bij kinderen bestaat vanaf 2012, maar heeft te weinig effect. Via sturing op scholen en de inzet van buurtmanagers boekte de gemeente succesjes, maar nu stokt het. Het percentage te dikke Amsterdamse kinderen -in een leeftijdspanne van 2 tot 17 jaar- lag zeven jaar geleden gemiddeld op 21, maar gaat niet verder terug dan 18. In een deel van de Bijlmer hebben sinds 2012 zelfs meer kinderen overgewicht gekregen. De teller staat daar nu op 23 procent: bijna één op de vier.

Kinderen met overgewicht worden vaak volwassenen met overgewicht. Dat brengt grotere risico’s met zich mee op onder meer hart- en vaatziekten, suikerziekte en dikke darmkanker, waarmee het zorgstelsel zwaarder wordt belast. Daarnaast zijn te zware mensen gemiddeld minder productief op de arbeidsmarkt en vaker slachtoffer van pesten. Om die redenen is het zinvol om overgewicht in een vroeg stadium te bestrijden.

Kinderobesitas

Behalve kinderen met overgewicht zijn er ook obese kinderen. Van kinderobesitas is sprake als de overtollige kilo’s een direct gezondheidsgevaar vormen. Overgewicht vormt een gevaar voor de langere termijn. Ongeveer een kwart van de kinderen met overgewicht is obees.

Om meer kinderen op gezond gewicht te krijgen wil de gemeente via het eigen vergunningenstelsel ongezond voedselaanbod rondom scholen weren. Wethouder Kukenheim wil voorkomen dat kinderen na een dag met gezond voedsel op school linea recta naar de snackbar lopen. Daarom wil ze een ‘gezonde cirkel’ rondom het klaslokaal trekken. Dat betekent: geen fastfoodverkoop meer bij scholen, zoals ook coffeeshops in de buurt van scholen inmiddels verboden zijn.

Strengere maatregelen

“Bij verkooppunten in de openbare ruimte, zoals kiosken en foodtrucks, kunnen we via vergunningverlening al een gezonder voedselaanbod afdwingen,” aldus Kukenheim. “Voor verkooppunten buiten de openbare ruimte -snackbars, horeca en andere winkels- is dat met de huidige regelgeving niet zonder meer mogelijk. Maar naar verwachting treedt in 2021 de Omgevingswet in werking. Het maatschappelijk doel daarvan is ‘het in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving’. We onderzoeken of en hoe we die nieuwe wetgeving kunnen inzetten voor gezonder voedselaanbod.”

Ook maant Kukenheim staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) tot strengere maatregelen. Zo moet de landelijke overheid de voedingsmiddelenindustrie duidelijke normen stellen voor de vermindering van suiker, zout en vetten in producten. Er moeten boetes komen op kindermarketing voor ongezond voedsel en het moet sneller duidelijk worden dat begeleiding van gezinnen bij het ontwikkelen van een gezonde leefstijl onder de zorgverzekering valt, zo schrijft Kukenheim in een brief van 25 juni aan het ministerie van Volksgezondheid.

Blokhuis laat via een voorlichter weten blij te zijn met de actieve rol van Amsterdam en hij wil in gesprek, maar hij doet nog geen toezeggingen.

Andere steden

Ook in andere grote steden –Rotterdam, Utrecht, Den Haag- zijn veel kinderen te dik. Het verschil tussen de grote stad en landelijkere gebieden hangt samen met de verscheidenheid aan bevolkingsgroepen en het grotere aanbod van ongezond voedsel in de grote stad. Er wonen meer mensen met een niet-Nederlandse achtergrond -Turken, Marokkanen en Surinamers-, die ongezondere eetgewoonten en bredere normen over normaal lichaamsgewicht hebben: wat dikker is beter dan slank.

Ook een lage sociaal-economische status, een lager opleidingsniveau en gebrek aan lichaamsbeweging spelen een rol bij de zwaarlijvigheid in de grote steden. In Amsterdamse stadsdelen waar meer mensen wonen met een hogere sociaaleconomische status, zoals Centrum en Oud Zuid, is zwaarlijvigheid een kleiner probleem. Daar komt het voor bij zo’n 8 procent van de kinderen.

Amsterdam zet hard in op het opheffen van gezondheidsverschillen. De gemeente wil dat er in 2033 geen kind meer te dik is.

Volgens Tanja Vrijkotte, die als epidemioloog van het Amsterdam UMC al meer dan vijftien jaar de gezondheid van Amsterdamse kinderen bestudeert, is dat onhaalbaar. Ze krijgt bijval van Jaap Seidell, gezondheidswetenschapper en voedingsdeskundige. “Ook honderd jaar geleden waren er te dikke kinderen,” aldus Seidell. “Als het lukt om overgewicht te beperken tot 1 op de 10 kinderen, is dat al fantastisch.”