Direct naar artikelinhoud
nieuwswindenergie

Nederland krijgt niet één, maar tien eilandjes voor de kust om windenergie te oogsten

Niet één kunstmatig eiland in de Noordzee, maar een stuk of tien. Vanaf daar denkt de North Sea Wind Power Hub NSWPH, een consortium van Nederlandse, Duitse en Deens energiebedrijven, de Noordzee als energieakker te kunnen exploiteren.

Artist's impression van een kunstmatig eiland.Beeld RV

De eilanden moeten de stopcontacten huisvesten waarop nog te bouwen windparken tot ver op de Noordzee kunnen worden aangesloten. Sommige zullen ook electrolyzers huisvesten, waarin de overvloed aan beschikbare windstroom kan worden omgezet in waterstof.

De deelnemers aan het consortium, het Nederlands-Duitse hoogspanningsbedrijf Tennet, Gasunie, het Rotterdamse havenbedrijf  en het Deense hoogspannings- en gasbedrijf Energinet, denken hun eerste van tien eilanden pas rond 2030 in gebruik te kunnen nemen. Maar zelfs om dat te halen, moeten overheden flink vaart maken. ‘Zelfs als we gewoon hoogspanningsmasten willen bouwen, zijn we tien jaar bezig met de voorbereidingen’, zegt Manon van Beek, bestuursvoorzitter van Tennet.

De Noordzee wordt cruciaal om de doelen van het akkoord van Parijs te halen. Nu staat er op de hele Noordzee 13 gigawatt aan windvermogen. Voor ‘Parijs’ moet dat omhoog naar 70, misschien wel 150 gigawatt. Het Nederlandse Klimaatakkoord rept, voor alleen al het Nederlandse deel van de Noordzee, van 60 gigawatt windvermogen.

Om dat bijtijds te halen, moet het bouwtempo van de molens fors omhoog. Nu nog komt er op de hele Noordzee per jaar 2 gigawatt aan windvermogen bij, maar na 2023 moet dat 7 gigawatt per jaar zijn. Daartoe zullen de te bouwen windparken veel groter moeten worden: niet 700 megawatt, wat nu de norm is, maar drie tot vier keer zo groot.

Modulaire aanpak

Het consortium kwam twee jaar geleden met het idee om op de Doggersbank, midden in de Noordzee, een eiland aan te leggen. Maar na twee jaar studie en een pak rapporten die dinsdag werden gepresenteerd, blijkt een zogenoemde modulaire aanpak een stuk handiger. De eilanden komen dan dichter bij de windparken, en de investeringsbeslissingen spreiden zich over een aantal overzichtelijke brokstukken. Het consortium heeft vier locaties – relatief dichtbij de kust, in ondiep water – al nader bekeken en de bouw van een eiland daar zou haalbaar zijn. Twee van die locaties liggen in het Deense deel van de Noordzee, twee in het Nederlandse deel. Uiteindelijk moeten regeringen de knoop doorhakken voor de bouw van zulke eilanden.

Modulaire aanpak

De eilanden hoeven niet per se ‘echte’ eilanden te zijn. Het kunnen ook constructies worden op afgezonken caissons. Of platforms op poten, van het type dat nu door de olie- en gasindustrie wordt gebruikt, maar dan tot tien maal groter.

Als elk Noordzee-land zijn eigen stuk zee probeert te exploiteren, zijn de doelen onhaalbaar en onbetaalbaar. In eerste aanzet kan de huidige samenwerking tussen Nederland, Denemarken en Duitsland voldoende zijn, maar op termijn zullen zeker het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen ook mee moeten doen. Gesprekken daarover zijn gaande.

De nieuwe Deense regering heeft in zijn coalitieakkoord al de mogelijkheid van kunstmatige eilanden opgenomen. Ook het Nederlandse Klimaatakkoord rept van de bouw van kunstmatige eilanden in de Noordzee. Nog geen week geleden werd een olieplatform geselecteerd waarop een eerste waterstoffabriekje moet komen. Een klein proefexemplaar zal begin volgend jaar worden geïnstalleerd.

Zo moeten we wind- en zonne-energie in de toekomst gebruiken

Hoe afhankelijker we worden van wind- en zonne-energie, hoe belangrijker het wordt om de stroom goed te gebruiken. Dit betekent: zorg voor opslag en zorg voor transport over landgrenzen. En wat Schiphol nooit lukte, denkt TenneT voor elkaar te kunnen krijgen: een windeiland in de Noordzee. Liefst op de Doggersbank, midden tussen Nederland, Groot-Brittannië, Noorwegen en Denemarken in.

Ineens lijkt waterstof het antwoord op alle energieproblemen

Geen woord erover in het regeerakkoord, maar de Klimaattafels van Ed Nijpels buitelen over elkaar heen om waterstof te bejubelen. Ook energiebedrijven staan te popelen om de energiedrager te gaan gebruiken, maar daarvoor is een grote systeemomslag nodig. De vraag is wie dat allemaal gaat betalen.