Direct naar artikelinhoud
BuitenlandMigratie

Kleine ngo’s gaan op de Middellandse Zee de strijd met Europa aan

Kleine ngo’s gaan op de Middellandse Zee de strijd met Europa aan
Beeld Brechtje Rood

Nu het beter weer is en migranten de oversteek naar Europa wagen, proberen hulporganisaties tegen de klippen op reddingsoperaties uit te voeren.

Ze lijken plotseling weer op te duiken in de Middellandse Zee, de reddingsschepen van ngo’s. En ze gaan een confrontatie niet uit de weg. Zo negeerde de kapitein van de Sea-Watch 3 eind vorige maand het verbod om een Italiaanse haven binnen te varen. Carola Rackete meerde het schip, dat onder Nederlandse vlag vaart, met zo’n veertig migranten aan boord in de haven van Lampedusa aan. De situatie was onhoudbaar geworden, verweerde zij zich.

Zaterdag volgde de kapitein van het reddingsschip Alex van de ngo Mediterranea haar voorbeeld. Inmiddels hebben ook de 65 opvarenden van de Alan Kurdi, een schip van hulporganisatie Sea-Eye, vaste grond onder hun voeten. Zij gingen aan wal in Malta, dat net als Italië haar havens gesloten houdt voor schepen van ngo’s. Dat gebeurde pas nadat de Maltese premier garanties van andere Europese landen kreeg dat die de asielzoekers opnemen. De Alan Kurdi, die weer was uitgevaren, pikte vandaag nog eens 44 mensen op. Zij stapten daarna over op een schip van de Maltese marine.

Hoogste nood

Het is niet toevallig dat de ngo’s juist nu tevoorschijn komen, zegt Eugenio Cusumano, onderzoeker aan de Universiteit Leiden en gespecialiseerd in humanitaire operaties op de Middellandse Zee. “In de zomer is de nood het hoogst, omdat dan de meeste migranten vanwege het betere weer de oversteek naar Europa wagen. Bovendien hebben dit soort hulporganisaties kleine schepen die niet in de winter kunnen opereren.”

Maar van een constante aanwezigheid van ngo’s op zee is allang geen sprake meer, zegt hij. “Soms komen in een paar dagen twee of drie reddingsschepen in actie, en dan is er wekenlang geen schip te bekennen.”

De risico’s voor de hulporganisaties zijn immers groot. Zo kan een schip dat na een reddingsoperatie zonder toestemming een haven binnenvaart in beslag genomen worden. De kapitein hangt dan een boete van tienduizenden euro’s en een arrestatie boven het hoofd. Sinds 2017, toen Rome een gedragscode voor ngo’s invoerde, zijn de reddingsoperaties steeds verder ingeperkt.

Schepen dwalen soms weken van haven tot haven rond voordat er een oplossing voor de opvarenden gevonden is. Grote professionele hulporganisaties als Save the Children en Artsen zonder Grenzen hebben hun operaties daarom al een tijd geleden gestaakt. De organisaties die zijn overgebleven bestaan volgens Cusumano eerder uit activisten dan uit humanitaire hulpverleners. “Sinds de Europese regeringen de confrontatie hebben gezocht, zie je dat zij hetzelfde doen.”

Deze kleine ngo’s laten nog meer van zich horen sinds de Europese missie Sophia dit voorjaar is gestopt en het geweld in Libië de afgelopen maanden is opgelaaid.

Uit de hand

Toch vreest Cusumano dat door alle opgelegde restricties op termijn geen enkele hulporganisatie nog in staat zal zijn reddingsoperaties op de Middellandse Zee uit te voeren. “Dat is een groot probleem, het percentage mensen dat tijdens de oversteek verdrinkt is nu al groter dan ooit. Als de situatie in Libië nog verder uit de hand loopt, zal wellicht een grote groep mensen proberen te vluchten, maar dan is er niemand op zee om hen te redden.”

Lees ook: 

Wie is kapitein Carola, die toch met haar vluchtelingenboot de haven van Lampedusa invoer?

Kapitein Carola Rackete van het reddingsschip Sea-Watch 3 is in Italië geliefd en gehaat omdat ze tegen het Italiaanse verbod in toch aanmeerde in de haven van Lampedusa.