Direct naar artikelinhoud
Theodor Holman
Theodor Holman

‘De ondergang begon met de eerste vrouwelijke burgemeester’

‘Dames en ­heren, komt u maar even om mij heen staan. U ook, mevrouw Wang… Goed zo, weet u waar we hier staan?’

“Amsteltrecht.”

“Bijna goed. We staan hier in Amsterdam. Hier was de oudste buurt. De hoerenbuurt. Hier zaten de vrouwen achter de ramen.”

“Hihihi!”

“Ja, echt waar. Dat was een goede handel. Het was hier zo ongelooflijk druk. Van heinde en verre gingen de mensen hier naar de hoeren.”

“Goede handel. Waarom is die gestopt?”

“Uitstekende vraag, mijnheer Hu. Ik heb al verteld over de opkomst en de bloei van de stad. Nu moet ik vertellen over de ondergang. Het ging fantastisch in Amsterdam. De huizenprijzen stegen, er waren toeristen, de stad was rijk. Maar dan zie je iets gebeuren wat we ook al hebben gezien in andere steden die in het ver­leden ten onder zijn gegaan.

Antikapitalisten gaan een grote mond opzetten tegen alles en iedereen die geld verdient. Tegen de toeristen en de hoeren. Die moesten weg. Toen werden de huizenprijzen in de binnenstad nog duurder. Gewone Amsterdammers trokken weg en vervolgens bleven de toeristen ook weg. Er kwamen geen inkomsten meer binnen. Omdat Nederland maar in de EU bleef, moest het rijk veel geld betalen aan de Oostbloklanden en Griekenland en Italië en dat geld kwam uit Amsterdam. Omdat men meende dat het klimaat opwarmde, moesten de burgers gigantische belastingen betalen. Vervolgens kwam er een rapport dat 98 procent van de Amsterdamse economie was gebaseerd op hoererij. Er kwamen herstelbetalingen, waardoor Amsterdam zijn haven moest verkopen aan… aan u, aan de Chinezen. Maar wat had u aan een verarmde haven in een verarmde stad? Uw overheid heeft toen de goede delen uit de stad gehaald en die naar Rotterdam verplaatst, want die haven hadden de Chinezen ook al. Daardoor werd Amsterdam nog armer. De enigen die hier konden blijven, waren vluchtelingen, junks, verkrachters. Alles verpauperde. Er was geen geld meer voor uitkeringen. De verzorgingsstaat stortte in.

De grachtenpanden werden afgebroken om alles wat er aan en in zat te verkopen, de grachten werden niet meer gespoeld, de ratten werden een plaag, de pest keerde terug, de bevolking dunde uit, vluchtte zelfs weg. Amsterdam werd één grote ruïne. Daar staan we nu. Mevrouw Li staat op de ­torenspits van wat eens de Oude Kerk werd genoemd.”

“Hoe is dit begonnen?”

“Tja… Dat begon met de eerste vrouwelijke burgemeester…”

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl