Op z’n zachtst gezegd is het vreemd: een Nederlandse ambtenaar is lid van een belastingcomité binnen een lobbyorganisatie van bedrijven die banden hebben met Amerika. AmCham heet die lobbyclub. VS-ambassadeur in Nederland, Pete Hoekstra, is Honorary President.

Dat belastingcomité van AmCham, en nu grijp ik naar de woorden van d66-Kamerlid Steven van Weyenberg, ‘heeft tot doel om eigenlijk te waarschuwen en te signaleren wanneer belastingvoorstellen misschien toch slecht zijn voor het bedrijfsleven’. Zouden er ook rijksambtenaren meepraten in comités die lobbyen om slechte belastingvoorstellen voor burgers of werknemers tegen te houden? Ik ben het met Van Weyenberg eens dat je ‘de rollen moet scheiden en er geen ambtenaren in belastingcomités van lobbyclubs moeten zitten’. In geen enkele lobbyclub dus, ook niet in die van bedrijven. Dat dit blijkbaar bij ambtenaren nog niet tot hun grondhouding hoort, is veelzeggend.

Ook bedrijven zelf zouden die dubbele rollen in de gaten moeten houden. Maar ik hoor enkele van hen al zeggen: dat is de verantwoordelijkheid van die ambtenaren zelf. En ik verdenk hen ervan de opvatting te huldigen: zolang dat niet verboden is, maken wij daar mooi gebruik van. Zoals multinationals ook mooi gebruik maken van de Nederlandse belastingwetten. Ook daar is formeel – meestal – niks onwettigs aan, dat klopt, maar ondertussen is er een aantal grote bedrijven zoals Shell, Philips, Unilever en Akzo die hier helemaal geen of slechts heel weinig belasting betalen. Versmallers zijn het middel, aftrekposten, zoals voor in het buitenland geleden verliezen. Daarmee maken deze bedrijven de grondslag waarover ze belasting moeten betalen zo smal dat er aan het eind voor de Nederlandse staat niks over blijft, of maar heel weinig.

Versmallers kenmerken de belastingmoraal van deze bedrijven. Niet telt waarom belasting wordt geheven, dat met belastinggeld wordt geïnvesteerd in bijvoorbeeld scholing en wegen waar ook zij van profiteren, dat die heffing eerlijk moet zijn verdeeld over grote en kleine bedrijven, bedrijven en burgers, rijk en arm. Nee, met de gedachte dat ze gewoon handig gebruik maken van allerlei door belastingconsulenten bedachte constructies versmallen deze bedrijven hun belastingmoraal tot ook die is gedaald tot nul of iets daarboven.

Maar het tij keert. Ze zijn te ver gegaan. Dat gevoelen leeft wereldwijd. Want ook buitenlandse bedrijven als Netflix en Apple verdienen miljarden zonder daar waar dan ook noemenswaardig belasting over te betalen.

Het tij keert. Ze zijn te ver gegaan. Dat gevoelen leeft wereldwijd

In Nederland stemden vorige week alle politieke partijen in de Tweede Kamer voor een motie waarin het kabinet wordt gevraagd een commissie van experts in te stellen die met voorstellen moet komen om de belastingheffing over winsten van multinationals eerlijker te maken. Twee dagen daarvoor besloten de ministers van Financiën van de twintig invloedrijkste landen, de G20, de belastingontwijking van multinationals wereldwijd aan te pakken. Alleen dan kan het effect hebben. In internationaal verband wordt nu gestudeerd op een maatregel die ervoor moet zorgen dat multinationals belasting betalen in het land waar het geld is verdiend. Een tweede maatregel behelst hetzelfde minimum belastingtarief voor bedrijven in alle landen.

Het tij in Nederland keert niet alleen omdat steeds duidelijker wordt dat een groot aantal multinationals wel profiteert maar niet meebetaalt. Het tij keert ook omdat burgers die wel belasting betalen in het afgelopen decennium hun inkomen niet of nauwelijks hebben zien stijgen. En het tij keert ook omdat kleine ondernemers zich beginnen te roeren. Zij kunnen niet zo versmallen als multinationals.

Zelfs de vvd voelt dat dit niet langer te verkopen is. Niet aan de samenleving. Niet aan de kiezers waarvan de liberalen uiteindelijk afhankelijker zijn dan van de topbestuurders van multinationals. Beetje laat, maar memorabel is het wel. Want de liberalen wisten in het regeerakkoord van twee jaar geleden nog het schrappen van de dividendbelasting voor buitenlandse aandeelhouders opgenomen te krijgen. Dat zou zo goed zijn voor het vestigingsklimaat. Hoewel die maatregel er uiteindelijk niet kwam, schamperde pvda-Kamerlid Henk Nijboer dat het idee om de dividendbelasting te schrappen waarschijnlijk was bedacht omdat voor de multinationals een ander douceurtje moest worden verzonnen. Winstbelasting betaalden ze toch al niet. Verder versmallen dan tot nul kan immers niet.

SP-Kamerlid Renske Leijten hield de Kamer voor hoeveel belastinggeld in de staatskas kan vloeien als multinationals gewoon belasting betalen: 47 miljard. Voor een overheid die naarstig op zoek is naar geld een niet te versmaden bedrag. Het geld kan niet alleen van de belasting betalende burger komen. Daarom dreigde Mark Rutte in zijn rol als vvd-leider afgelopen weekend dat de vennootschapsbelasting voor bedrijven niet omlaag gaat als de werkgevers de lonen niet harder laten stijgen. Dat deed hij met instemming van zijn coalitiepartners. Omdat zij vinden dat de koopkracht niet alleen de verantwoordelijkheid van de overheid is.

Bij het aanpakken van belastingontwijking speelt dan ook niet alleen de maatschappelijke verontwaardiging een rol. Bij steeds meer politici, wereldwijd, dringt het besef door dat de strijd tegen belastingontwijking van cruciaal belang is als overheden hun publieke taken goed willen uitvoeren. Daarbij gaat het niet alleen om het geld, maar uiteindelijk om macht. De macht van multinationals moet smaller. Niet die van democratisch gekozen overheden.