Later bepaalt de rechtbank in Tel Aviv wat voor straf de 20-jarige sergeant Elor Azaria krijgt.
Volgens waarnemers van de Verenigde Naties had de dood van de 21-jarige Abed al-Fattah Yusri al-Sharif alles weg van "een buitengerechtelijke executie".
Al-Fattah zou kort tevoren met een handlanger militairen van de Israëlische bezettingsmacht op de Westelijke Jordaanoever met messen hebben gestoken. Op de vraag van een officier waarom de soldaat de gewonde Palestijn had doodgeschoten, zou de beklaagde hebben geantwoord: "De terrorist moest dood." De militair beweerde tijdens de zaak dat hij bang was dat de aanslagpleger nog een bomgordel droeg.
Felle emoties
De zaak leidde tot felle emoties in Israël. De meningen liepen uiteen van het vermoorden van een weerloze tot het terecht afrekenen met een terrorist. Ook tijdens de uitspraak waren voor het gerechtsgebouw honderden voor- en tegenstanders van Azaria bijeengekomen die met elkaar op de vuist gingen.
De strafmaat van de sergeant wordt later bepaald. Op doodslag staat maximaal twintig jaar cel. De rechters die tot het vonnis kwamen, vinden dat Azaria geen enkele reden had de Palestijn dood te schieten. Het doodschieten van de aanslagpleger werd door een mensenrechtenactivist met een camera vastgelegd.