NOS Nieuws

Wie bepaalt waar de Tweede Kamer over praat?

  • Guus Dietvorst

    redacteur Online

  • Guus Dietvorst

    redacteur Online

De laatste vergaderweek van de Tweede Kamer voor het zomerreces staat op het punt van beginnen: de laatste debatten worden komende week gevoerd. Jaarlijks zijn er duizenden debatten en overleggen in de Kamer, waarin Kamerleden duizenden kwesties - grote en minder grote - bespreken.

Parlementariërs nemen vaak belangrijke besluiten over zaken die in de Kamer worden besproken, dus welke debatten er worden gevoerd (en welke niet) is van groot belang. De Tweede Kamer bepaalt de agenda van de Tweede Kamer zelf. Maar hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk? En welke invloeden en overwegingen spelen daarbij een rol?

De microfoon

De 150 leden van de Tweede Kamer hebben als belangrijke taak het controleren van de regering. Daartoe worden ministers en staatssecretarissen ter verantwoording naar de Kamer geroepen om te debatteren. Het bepalen van de agenda van die debatten begint bij de Regeling van Werkzaamheden.

Dat is een vast moment op elke vergaderdag van de Kamer (doorgaans dinsdag, woensdag en donderdag), waar praktische zaken worden geregeld. Het gaat dan onder meer over stukken die zijn binnengekomen, mededelingen van personele aard en dus het bepalen van de agenda. Tijdens de Regeling doet de Kamervoorzitter voorstellen voor de agenda en woordvoerders van de partijen kunnen daar dan mee instemmen. Of juist niet natuurlijk.

De woordvoerders kunnen ook zelf ideeën inbrengen voor debatten. De andere woordvoerders komen een voor een naar de microfoon om namens hun partij te zeggen of ze het debat ook willen. En als er een meerderheid vóór is, dan plant de Kamervoorzitter het debat in.

Zo ziet een debataanvraag (en afwijzing) eruit tijdens de Regeling van Werkzaamheden:

PvdA-Kamerlid vraagt een debat aan, maar krijgt geen meerderheid

Die Regelingen zijn niet voor de bühne, zegt politicoloog Simon Otjes, die onderzoek heeft gedaan naar de agenda van de Tweede Kamer. "Er is vaak wel echt een proces van overtuiging aan de gang." Maar natuurlijk vormen de coalitiepartijen vaak automatisch een blok, bijvoorbeeld om voorstellen te blokkeren van oppositiepartijen.

"Blokkeren, of saboteren zelfs", stelt Otjes. Coalitiepartijen hebben er natuurlijk niet altijd belang bij dat 'hun' bewindspersoon zich moet verantwoorden in de Kamer. "Partijen stellen dan bijvoorbeeld voor om de minister of staatssecretaris die erover gaat een Kamerbrief te laten sturen", legt de politicoloog uit. Daarin kan die bewindspersoon de kwestie adresseren, zodat een debat overbodig is.

Een ander middel om een plenair debat (in de grote zaal van de Tweede Kamer) te 'saboteren' is voorstellen om het te behandelen in een Algemeen Overleg. Dat is een bijeenkomst in klein comité, namelijk met de leden van een Kamercommissie die over een bepaald onderwerp gaat (bijvoorbeeld de commissie Economische Zaken of Koninkrijksrelaties).

AO's worden gehouden in de kleinere zalen van het Kamergebouw

"Over twee weken is er een AO hierover, dus graag geen debat, maar laten we het dan bespreken", klinkt het dan bijvoorbeeld tijdens de Regeling. Bij een Algemeen Overleg is net als bij een plenair debat een bewindspersoon aanwezig. In de commissies, waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd, wordt overigens ook weer gesteggeld over de onderwerpen die daar al dan niet op de agenda moeten komen.

53 Kamerleden

Maar even terug naar de plenaire debatten. In de regel gaan ze over onderwerpen die in de actualiteit zijn, bijvoorbeeld naar aanleiding van een onthulling in een krant of de publicatie van een onderzoek. Eind maart bijvoorbeeld kwamen er rapporten over de zaak-Anne Faber naar buiten, nog geen week later was er een debat met minister Dekker.

Dat ging als volgt in de Regeling op de dag dat de rapporten naar buiten kwamen: "Deze aanvraag doe ik (...) namens alle fracties hier in de Tweede Kamer, omdat we allemaal voelen hoe vreselijk dit is en vinden dat er antwoorden moeten komen", zei PvdA-Kamerlid Kuiken. Omdat alle partijen al van tevoren hadden laten weten dat ze de noodzaak zagen, kwam dat debat er zonder enige discussie.

Maar zo gaat het niet altijd. Zo vroeg Kamerlid Wassenberg van de Partij voor de Dieren eind mei een debat aan over fraude met biobrandstoffen. De partijen SP, GroenLinks en PVV steunden zijn aanvraag; met zijn eigen partij 53 Kamerleden bij elkaar, geen meerderheid dus.

Dertigledendebatten

Toch was het toen nog niet klaar. "Dan wil ik het debat op de lijst van dertigledendebatten zetten", zei Wassenberg toen de berekening was gemaakt. Een meerderheid is namelijk niet per se nodig om een debat aan te vragen.

Sinds 2004 kunnen dertig (of meer) parlementariërs - een vijfde van de Kamer dus - op die manier iets op de plenaire agenda krijgen. Vaak gebeurt dat als een reguliere debataanvraag niet is gelukt, of als er in de Kamercommissie geen meerderheid is om het daar op de agenda te zetten. Een handig instrument dus voor de oppositie om zaken die zij belangrijk vinden voor het voetlicht te krijgen.

Maar het veroorzaakt ook "een enorme stroom aan debatten", ziet Otjes, die aan de Universiteit Leiden en de RUG werkt. Die stroom is inderdaad aanzienlijk, vorig jaar zijn er honderden dertigledendebatten gehouden. Op dit moment staan er nog zo'n honderd reguliere debatten op de wachtlijst, en ongeveer evenveel dertigledendebatten. Sommige al ruim een jaar.

Alles komt op de lijst en als er ruimte is, wordt het ingepland.

Woordvoerder Tweede Kamer

De dertigledendebatten heetten in eerste instantie spoeddebatten, maar die naam werd snel opgegeven, vertelt Otjes. "Het was aanvankelijk de bedoeling om zaken die spelen snel te bespreken. Maar als je nu nog de voorpagina van De Telegraaf van een jaar geleden behandelt, dan slaat dat nergens op."

Nadeel van een dertigledendebat is dus dat het geen prioriteit heeft; de aanvraag belandt onderop de stapel zogezegd. "Alles komt op de lijst en als er ruimte is, wordt het ingepland", zegt een woordvoerder van de Tweede Kamer.

Dat de agenda van de Kamer dichtslibt is geen reden voor partijen om minder debatten aan te vragen, ziet Otjes. "Een goed voorbeeld van het prisoners dilemma. Als jij je inhoudt en geen debat aanvraagt, dan doet een ander het wel. En dan krijgt die dus de aandacht."

Gevolg is dus dat er meer dan genoeg onderwerpen op de Kameragenda staan, maar wanneer ze uiteindelijk besproken worden, is een tweede vraag.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl