Direct naar artikelinhoud
Opinie

‘Als zij dat wil, kan de Gemeente ingrijpen bij uitbreiding van Schiphol’

De Amsterdamse gemeenteraad heeft volgens advocaten Frank Peters en Anita van Wees de ruimte om juridisch in te grijpen in de uitbreiding van Schiphol.

en
De gemeente Amsterdam kan als aandeel­houder in Schiphol uitbreiding van de luchthaven tegenwerken.Beeld Shutterstock

Op 23 mei kopte Het Parool dat Imane Nadif (GroenLinks) de Amsterdamse wethouder Udo Kock (D66) had voorgesteld naar de rechter te gaan om de groei van Schiphol te stoppen. Als aandeelhouder kan de gemeente Amsterdam dat doen. Kock noemde het een ‘waanzinnig slecht idee’ en op AT5 zei hij onlangs het ‘never, nooit niet te doen’.

Zijn opstelling strookt niet met hoe tegenwoordig wordt aangekeken tegen de rol van grootaandeelhouders. Een moderne aandeelhouder toont rentmeesterschap (stewardship), is niet passief en maakt gebruik van aandeelhoudersrechten. Rentmeesterschap is zelfs voor commerciële partijen een vereiste voor een ­license to operate. Dat geldt helemaal voor Amsterdam, nu de gemeenteraad vorige week heeft besloten dat sprake is van een klimaatcrisis en een zogenoemde klimaatklok heeft ingesteld om te laten zien hoeveel CO2 Amsterdam nog mag uitstoten.

In aandeelhoudersvergaderingen gaat het vaak ‘slechts’ om geld. Bij Schiphol is dat anders: het heeft een nationale economische functie en het effect op het milieu is enorm: geluidsoverlast, maar vooral ook de CO2-uitstoot. In de regio Amsterdam wordt dit in het bijzonder ­gevoeld.

De luchthaven is eigendom van een NV waarvan de gemeente Amsterdam 20,03 procent van de aandelen bezit. Het rijk bezit 69,7 ­procent, de gemeente Rotterdam 2,2 procent en Aéroports de Paris het resterende deel.

Verdedigingswapen en drukmiddel

In de wet en de statuten van Schiphol lezen we wat de gemeente kan. Voor statutenwijziging is een meerderheid van 80 procent nodig. Dat kan de Staat dus niet alleen. De gemeente kan met zijn 20,03 pro­centsbelang een wijziging wel blokkeren. Dat is een ­belangrijk verdedigingswapen en een sterk drukmiddel.

In de statuten van Schiphol staat dat ‘principiële kwesties’ aan de aandeelhouders moeten worden voorgelegd. Niemand zal durven ­ontkennen dat de uitbreiding van Schiphol een ‘principiële kwestie’ is. Voor de gemeente Amsterdam en haar klimaatklok, is het dat zeker. Als de aandeelhouders wordt voorgesteld te besluiten over al dan niet uitbreiden, kan de staat in beginsel zijn zin doordrijven. Zij heeft daarbij genoeg aan een gewone meerderheid van de stemmen (de helft plus één). De gemeente hoeft dat overigens niet altijd te accepteren.

Na het Wennexarrest uit 1940 was de norm dat aandeelhouders mogen stemmen zoals ze willen. Inmiddels is dat achterhaald. Het zogeheten Rijnlandse model is nu de norm: aandeelhouders moeten rekening houden met andere dan hun eigen belangen. Zo bepaalt de corporate governance code dat aandeelhouders zich ten opzichte van hun medeaandeelhouders redelijk moeten gedragen.

Hoe groter het belang, hoe groter de verantwoordelijkheid jegens andere deelnemers in het bedrijf. Het is dus niet zo dat minister Wopke Hoekstra (Financiën) met zijn belang van bijna 70 procent in de CO2-fabriek Schiphol, zich niets hoeft aan te trekken van Amsterdam.

De staat is daarnaast gebonden aan de internationale klimaatverdragen. Het Urgenda-arrest van 2018 en de stikstofarresten van vorige maand hebben duidelijk gemaakt dat de staat milieunormen dient te respecteren, ook als aandeelhouder en ook bij bouwprojecten.

Bovendien bepaalt de staat de regels voor Schiphol, zoals het maximum aantal vliegbewegingen en de nationale milieunormen. Daarom mag van de staat én het bestuur van ­Schiphol gevraagd worden dat zij bij de besluitvorming rekening houden met verplichtingen op het gebied van milieu.

Schiphol besteedt op haar site meer dan tien webpagina’s aan duurzaamheid en heeft als ­publieke ambitie de ‘meest duurzame luchthaven in de wereld’ te zijn. Belofte maakt schuld, zeker als het gaat om een serieus thema als het milieu. Daarbij moet Schiphol de vennootschapsrechtelijke ‘redelijkheid en billijkheid’ respecteren.

Rechterlijke toets

Het stemgedrag van de staat als aandeelhouder en het handelen van Schiphol kan voor wat betreft de uitbreiding, volledig getoetst worden door de rechter: de dominante rol van de staat in de aandeelhoudersvergadering en als wetgever voor Schiphol geeft daar aanleiding toe.

Met haar belang van ruim 20 procent kan de gemeente Amsterdam naar de ondernemingskamer van het Hof Amsterdam. Die kamer kan besluiten van de aandeelhoudersvergadering en het bestuur toetsen en zo nodig vernietigen. Bijvoorbeeld als die in strijd zijn met wet of redelijkheid of als zij duiden op onjuist beleid, maar ook als formaliteiten niet in acht zijn genomen of als een besluit niet deugt gegeven alle omstandigheden. Of als er getwijfeld kan worden aan de juistheid van onderliggende milieurapporten, als er onvoldoende ­informatie is verstrekt, of alternatieven niet voldoende zijn onderzocht. De ondernemingskamer kan ook ingrijpen als de gemeente in de aandeelhoudersvergadering is ‘weggestemd’.

De gemeenteraad heeft beslist dat sprake is van een klimaatcrisis. Zij heeft de macht om juridisch in te grijpen en de uitbreiding van Schiphol aan de kaak te stellen. Dat schept ook een niet vrijblijvende verantwoordelijkheid. Of juridisch ingrijpen ook onder die omstandigheden nog een ‘waanzinnig slecht idee’ is, of getuigt van goed rentmeesterschap, is uiteindelijk een politieke afweging.

Frank Peters, advocaat bij Bureau Brandeis.Beeld -
Anita van Wees.Beeld -