Reportage

Forum voor Democratie doet het in Friesland best goed maar niemand merkt het op  

27-06-2019 14:07

De Statenzaal in Leeuwarden. (Foto Chris Aalberts)

De Statenzaal van de provincie Friesland heeft alles weg van een kerk: muurschilderingen en glas in lood bepalen het interieur. De leden van de Provinciale Staten nemen plaats in rechthoekige groene bankjes die minstens zo slecht zitten als een gemiddelde kerkbank. Woensdagmiddag debatteren zij hier over het nieuwe coalitieakkoord van CDA, PvdA, VVD en de Friese Nationale Partij (FNP). De Statenleden doen dat afwisselend in het Nederlands en het Fries, waardoor de vergadering voor niet-Friezen maar voor de helft te volgen is.

Forum voor Democratie (FvD) werd in Friesland met zes Statenleden de tweede partij, het CDA werd de eerste. FvD wordt hier aangevoerd door Maarten Goudzwaard, een knappe veertiger die strak in het pak zit en het uiterlijk heeft van een ICT-consultant. Goudzwaard komt uw verslaggever persoonlijk begroeten en heeft een cadeautje meegenomen: Oud Friesche Beerenburger, gemaakt van kruiden uit het Friese Waterland. Een vrouw grapt dat ik word omgekocht. Alle fractieleden schudden uw verslaggever de hand. Hij grapt dat FvD’ers vriendelijker worden naarmate de afstand tot de Randstad toeneemt.

Het coalitieakkoord heeft de lifestyle-titel ‘Geluk op 1’ gekregen. Het CDA is er razend enthousiast over. Er staan allerlei herkenbare CDA-punten in: zoveel dat de fractievoorzitter ze niet allemaal kan opnoemen. Het gaat er voor het CDA om dat de mensen gelukkiger worden. Eigenlijk willen de coalitiepartijen sowieso allemaal hetzelfde, horen we. Het is volgens het CDA heel waardevol om elkaar te leren begrijpen. Er is ook met de oppositie gepraat en de coalitie wil sowieso met iedereen samenwerken. ‘We hebben het hier goed voor elkaar in Friesland’, klinkt het.

Dan komt Statenlid Van Dijk van FvD aan het woord. FvD doet aan politieke vernieuwing: bij dit belangrijke debat spreekt niet de fractievoorzitter, maar een gewoon Statenlid. Van Dijk begint in de FvD-traditie te praten over historische figuren, maar daarna komt hij alsnog to the point. Bestuur is een doel op zich geworden, zegt Van Dijk, die het CDA verwijt geen idealen te hebben en slechts een bestuurderspartij te zijn. FvD ziet in de nieuwe coalitie het partijkartel bevestigd. De coalitiepartijen werden bij de verkiezingen gedecimeerd, maar bleven toch aan de macht. FvD deed al snel niet meer mee.

Het is volgens Van Dijk een kunst de tijdsgeest aan te voelen. FvD stapt in het vacuüm dat de traditionele partijen hebben achtergelaten nu hun ideologieën niet meer worden herkend. Burgers moeten meer zelf het initiatief krijgen, maar de coalitie komt daarentegen met ‘marxistische elementen’: men schrijft veel zaken tot in de details voor. Hoe het wel precies moet, daar blijft de FvD’er vaag over, maar hij is in goed gezelschap van de rest: zo meldt een VVD’er dat bij elk besluit gekeken zal worden naar het geluk van de Friezen. Hoezo onherkenbare ideologieën?

Dan komen de andere oppositiepartijen. GroenLinks praat over ‘een hoofdlijnenakkoord’. Er staan allerlei dingen in waar je nog alle kanten mee uit kunt. De coalitie wil wat doen aan de biologische landbouw maar heeft er geen geld voor gereserveerd. Wat nu? De ChristenUnie zegt hetzelfde: de plannen zijn vaag en zo is slecht te controleren of het bestuur de eigen doelen haalt. Deze discussie doet denken aan die in andere provincies van de afgelopen weken. Ook daar sloot men ‘hoofdlijnenakkoorden’ en moesten de details nog worden ingevuld. Het leidt steeds weer tot vrijblijvende debatten.

Er zijn meer overeenkomsten. De provincie is een onbekende bestuurslaag met onbekende politici die nauwelijks media-aandacht krijgen. Dat is overal hetzelfde. De belangrijkste thema’s zijn infrastructuur, ruimtelijke ordening en natuur, maar meerdere partijen trekken zich hier niets van aan. 50Plus begint consistent over provinciaal ouderenbeleid en de Partij voor de Dieren ziet wel iets in een gedeputeerde dierenwelzijn, in verwoede pogingen zich van de rest te onderscheiden. Ze moeten wel, want een eigen profiel opbouwen valt hier in de provincie niet mee.

Er zijn hier in Friesland vier inhoudelijke blokken, leert uw verslaggever, maar wel twaalf partijen. De blokken zijn: socialistisch-groen, christelijk, liberaal en populistisch. Op de traditionele provinciale thema’s delen vrijwel alle partijen hun geluid met een of meerdere concurrenten: ChristenUnie en CDA liggen dicht bij elkaar en ook PvdA en GroenLinks hebben dat probleem. Om zich toch te kunnen onderscheiden moeten partijen dus thema’s opzoeken waar de provincie helemaal niet over gaat. Zo komen we bij de Partij voor de Dieren en 50Plus.

Die onderscheidingsdrang is ook bij de populisten merkbaar: PVV en FvD hebben hier eigenlijk dezelfde positie: ze zijn tegen windmolens en andere linkse hobby’s. Omdat niemand gedetailleerd kijkt wat de Statenleden precies doen zijn de landelijke kopstukken bepalend voor de uitstraling: FvD is leidend want de partij heeft door Thierry Baudet de wind in de zeilen. De PVV zit in de verdrukking, eveneens om landelijke redenen. De PVV doet hier nog wel een poging FvD naar de kroon te steken maar dat heeft weinig zin: media zijn er nauwelijks.

Statenleden zijn vrijwel allemaal gekozen vanwege de populariteit van hun partij in Den Haag, maar dat wil niet zeggen dat ze hetzelfde zijn als hun kopstukken aan het Binnenhof. De FvD’ers in Friesland lijken maar nauwelijks op wat we van de partij uit Den Haag kennen. In Friesland is FvD uiterst gemoedelijk: ze schudden iedereen vriendelijk de hand, zitten gemengd met andere partijen aan het avondeten en feliciteren hun collega’s met hun benoemingen. Ze behalen zelfs succesjes: een FvD-motie over de Friese taal op school wordt hier unaniem aangenomen.

Maar in de coalitie zitten? Dat zit er niet in, want traditionele partijen weten elkaar makkelijker te vinden dan FvD. Een betere illustratie van het partijkartel is nauwelijks mogelijk, maar helaas voor FvD zal dit toch aan de meeste Friezen onopgemerkt voorbij gaan.

Chris Aalberts onderzoekt dit jaar de opmars en ontwikkeling van Forum voor Democratie. Hij gaat op bezoek bij campagnebijeenkomsten, ledenactiviteiten en vergaderingen in Amsterdam, Den Haag, Brussel en de provincie waar FvD-politici het woord voeren. Ook gaat hij in gesprek met FvD-politici, hun collega’s en hun achterban. Doet FvD wat ze aan haar kiezers belooft, wat is in de praktijk het politieke geluid van FvD en welke politici krijgen de kans een eigen plek in de schijnwerpers te bemachtigen?