Direct naar artikelinhoud

Hongerige honingbijen bedreigen de wilde bij én de natuur

Bij Blitterswijck in de buurt van nationaal park De Maasduinen in Limburg heeft honingbedrijf De Bijenbaas bijenkasten geplaatst.Beeld Koen Verheijden

Ze bestrijken met gemak 28 vierkante kilometer terrein, hongerige honing­bijen. Als imkers kasten vlak bij natuurgebieden plaatsen, dan weten ze feilloos waar ze moeten zijn. Maar die honingbijen bedreigen de wilde bij.

Je zult een zandhommel, een bleekvlekwespbij of een meidoornzandbij zijn in de Biesbosch. Je vliegt nectar snoepend langs klein hoefblad, de paarse dove-netel, grote ereprijs, langs madeliefjes, paardebloemen en smeerwortels. Telkens hetzelfde beperkte rondje – wilde bijen hebben niet zo’n grote actieradius rond het nest. De bloeiperiode van de voorkeursplantjes bepaalt per soort het ritme van de voedselvluchten. Traag zoemt het bijenleven.

Maar plots komt er een legertje van honderdduizenden honingbijen langs, afkomstig uit bijenkasten aan de rand van het gebied. Ook op zoek naar nectar en niet erg kieskeurig. Dan ben je kansloos als wilde bij of hommel. Daar kun je niet tegenaan slurpen. Dan is je zomervoorraad zo weg én komt zelfs je voortbestaan als soort in gevaar.

Althans, dát is het sterke vermoeden van veel bijenexperts. En waarschijnlijk niet zonder reden. Vorig jaar verscheen een studie waaruit bleek dat honingbijen de biodiversiteit bedreigen. Spaanse biologen deden drie jaar lang veldonderzoek op de Teide-hoogvlakte van het eiland Tenerife. Hun conclusie: honingbijen hebben in dit natuurgebied een aantoonbaar negatief effect op wilde bijen. Ook planten lijden onder een invasie van honingbijen. 

Maar Wouter Hasekamp, initiatiefnemer van honingbedrijf Bijenbaas, vindt de Tenerife-studie niet overtuigend. Het onderzoek levert volgens hem geen bewijs dat honingbijen wilde bijen beconcurreren.

De imkerij is één grote wereld vol kinnesinne. Al die imkers zijn er juist op uit om geld te verdienen aan honing
Wouter Hasekamp, Bijenbaas

Hasekamps bedrijf plaatst in Nederland tientallen bijenkasten vlakbij natuurgebieden. Bijvoorbeeld bij nationaal park De Maasduinen in Limburg, bij de Blaricumse heide in Noord-Holland en bij de Put van Buren in Gelderland. Juist in natuurgebieden worden de laatste tijd imkers geweerd, ter bescherming van wilde bijen. Bijenbaas omzeilt die beperkingen door stukjes grond bij natuurgebieden te kopen, om daar onbeperkt en op grote schaal honingbijen te houden.

Truc

Die truc wekt wrevel bij landschapsorganisaties. Maar Hasekamp begrijp de ophef niet. “Wij doen dit om de soortenrijkdom van bijen en insecten in het algemeen juist te behouden. Niet om de honing. Dit is geen verdienmodel. De imkerij is één grote wereld vol kinnesinne. Al die imkers zijn er juist op uit om geld te verdienen aan honing. Die reizen met hun kasten het hele land door, ze gaan in het voorjaar eerst naar de fruittelers, dan naar de bessen, dan naar de heide en ze eindigen massaal in de Biesbosch.”

Bijenkasten (niet van Bijenbaas).Beeld Foto Maarten Hartman

In korte perioden van overvloed is een invasie van honingbijen in de natuur vaak geen acuut probleem. Dan is er in natuurgebieden zat honing op te lepelen, bijvoorbeeld tussen juli en september als de nectarrijke reuzenbalsemien bloeit in de Biesbosch. Maar op de langere termijn, als de overvloed van lente en zomer voorbij is en bijenvoedsel schaarser wordt, gaat het wel wringen, zegt Koos Biesmeijer, bijendeskundige, hoogleraar in Leiden, wetenschappelijk directeur van museum Naturalis en bestuurder van Natuurmonumenten.

Biesmeijer noemt de Tenerife-studie overtuigend. Uit de studie bleek dat honingbijen bij planten weliswaar zorgden voor veel ‘zelfbestuiving’, maar veel minder voor ‘kruisbestuiving’. Het gevolg op Tenerife was dat door de zelfbestuiving planten meer vruchten droegen, maar door het gebrek aan kruisbestuiving minder goede zaden per vrucht leverden. Eind 2017 verscheen er een analyse van een reeks bijenstudies: bij de helft daarvan bleek dat honingbijen een effect hebben op wilde bijen.

Bestrijdingsmiddelen

Al met al genoeg aanwijzingen voor ecologen van natuurorganisaties om veel terughoudender te worden met het toelaten van imkers in hun gebieden. De bescherming van de 357 soorten wilde bijen (plus één inheemse honingbij) in Nederland gaat vóór de honingbij, vinden natuurorganisaties. Veel wilde bijen hebben het al moeilijk door een gestaag verlies aan leefgebied en door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw.

Maar Bijenbaas gaat intussen door met het kopen van lapjes grond. Onlangs heeft Hasekamp een strookje aangekocht in Limburg, bij het dorp Blitterswijck en nationaal park De Maasduinen. Naar verluidt worden er 75 bijenkasten geplaatst, waarvan er 50 permanent zullen blijven staan. Volgens imkers betekent dit dat er zo’n drie miljoen honingbijen in het gebied zullen gaan rondvliegen. Extra, boven op de volken van al in het gebied aanwezige imkers.

Bijenexpert Biesmeijer: “De helft van onze bedreigde bijen zit in Limburg, daar is de hoogste diversiteit aan bijen. Het is duidelijk dat Bijenbaas volledig inzet op de honingproductie en niet het belang van de biodiversiteit voor ogen heeft. Anders zou het bedrijf geen locaties uitkiezen die rechtstreeks de wilde bij bedreigen. Maar dan moet je op je website niet net doen alsof je de bij juist wilt beschermen.”

Deze bijenhouder heeft geen verbintenis met zijn omgeving, zoals de meeste imkers die bij ons zijn aangesloten
Nadine Schalk, directeur Nederlandse Bijenhouders Vereniging

Ook Nadine Schalk, directeur van de Nederlandse Bijenhouders Vereniging, is niet blij met Bijenbaas. “De imkerij heeft hier last van. Het moet niet zo zijn dat de imkerij in handen komt van enkele commerciële bedrijven. Zij beweren dat zij bijen niet op bespoten gewassen laten vliegen. Maar dat kunnen zij nooit garanderen. Je weet toch niet waar de honingbij de nectar haalt als je volken net naast een beschermd gebied zet? Dit is geen verantwoorde imkerij. Deze bijenhouder heeft geen verbintenis met zijn omgeving, zoals de meeste imkers die bij ons zijn aangesloten. Bijenbaas draagt niet bij aan duurzaamheid.”

Bijenbaas kocht onlangs de Amsterdamse start-up Bijzaak op, die in steden en dorpen op daken van bedrijven kasten met honingbijen plaatst. Op haar website stelt Bijzaak dat ze de biodiversiteit in de stad verbetert door er honingbijen te plaatsen: “Eén biologische bijenkast op een kantoordak draagt significant bij aan een gezondere bijenpopulatie”, aldus de website. Schalk vindt dit te ver gaan. “Dit is gewoon greenwashing, je reinste onzin. De tranen schieten je in de ogen als je dat leest.”

Rosse metselbij.Beeld Jeanette Essink

Vereniging Natuurmonumenten roept Bijenbaas op te stoppen. “Wij begrijpen dat imkers op zoek zijn naar plekken voor hun kasten”, zegt ecoloog Wouter van Steenis van Natuurmonumenten. “Er is buiten de natuurgebieden niet zo veel meer over voor de bij, helaas. Maar wat een bedrijf als Bijenbaas doet, gaat ten koste van wilde bijen, zoals hommels, die de nectar in onze natuurgebieden nodig hebben. Dat is onacceptabel.”

Het is ook verwarrend voor de burger, die vaak denkt dat honingbijen goed zijn voor de natuur. Bijenbaas maakt daar handig gebruik van
Wouter van Steenis, Natuurmonumenten

“Mensen die honing kopen bij Bijenbaas bewijzen de natuur een slechte dienst. Als overleg niets oplevert, gaan we serieus de juridische mogelijkheden verkennen om hier wat aan te doen. Kijk, als Bijenbaas voor zijn eigen honingbijen voldoende bloemen zou aanplanten, dan juichen we dat alleen maar toe. Maar als je zoveel kasten met elk vijftigduizend productiebijen naast natuurgebieden plaatst, laat je ze moedwillig concurreren met wilde insecten. Dat komt neer op broodroof waarvan wilde bijen de dupe worden. Ik vind het een vervelende manier van zakendoen. Het is ook verwarrend voor de burger, die vaak denkt dat honingbijen goed zijn voor de natuur. Bijenbaas maakt daar handig gebruik van.”

De zulte van Saeftinghe

Ook bij andere natuurgebieden zijn er soms problemen met imkers, blijkt uit een rondgang langs landschapsorganisaties. Zoals in Zeeland, waar imkers de randen van natuurgebieden opzoeken om honing te oogsten. Bijvoorbeeld als de zeeasters bloeien in het Verdronken Land van Saeftinghe, eigendom van Het Zeeuwse Landschap. In dit bijna 3600 hectare grote schorrengebied aan de Westerschelde in Zeeuws-Vlaanderen leeft de vrij zeldzame schorzijdebij, een wilde bij die buitendijks nestelt in ingenieuze stelsels van nestgangen. Tegen de tijd dat de zeeaster of zulte) bloeit, zetten imkers hun kasten bij de dijk. “Soms staan er wel honderd kasten”, vertelt Erik Speksnijder, ecoloog van Het Zeeuwse Landschap, zelf ook bijenhouder. “Wij kunnen dat niet tegenhouden, maar die honingbijen bevliegen de hele schor. Dat is ronduit bedreigend voor de schorzijdebij.”

Verdronken Land van SaeftingheBeeld ANP

Michiel Poolman, ecoloog van Landschap Overijssel vertelt dat er in zijn gebied een streng beleid is voor imkers met honingbijen. “We hebben de regel dat alleen in de hele grote heidegebieden, zoals de Lemelerberg, tijdens de bloei kasten met honingbijen mogen staan, maar dan maximaal één per vijf hectare. Dat is niet veel. Als je op de Veluwe komt, dan zie je overal bijenkasten staan. Meestal werken wij niet mee aan verzoeken van imkers. Wij willen geen concurrentie met wilde bijensoorten. Overijssel is heel belangrijk voor zeldzame inheemse bijenfauna.”

Ook het Brabants Landschap is terughoudend. “We bekijken het van geval tot geval”, zegt ecoloog en imker Jochum Sloothaak. “Als de linde bloeit, kunnen imkers enkele weken hun kasten plaatsen. Maar we willen geen extra bijenkasten: het aantal dat er vier jaar geleden stond, staat er nu nog. De situatie van de wilde bijen is iets om ons serieus zorgen over te maken.”

Lees ook:

Waarom we ineens allemaal - geheel terecht- van de bij houden

De bij is een knuffeldier geworden. Niet zonder reden, legt onderzoeker Koos Biesmeijer uit. De bestuivingsarbeid is miljarden waard. En de eerste nationale bijentelling komt eraan.

Huiveringwekkend: in driekwart van de potjes honing zit bijengif

In veel honing blijkt pesticide te zitten. Niet gevaarlijk voor mensen, maar wel voor bijen en andere insecten.

Bessen telen doe je samen met bijen

Wilde bestuivers hebben een belangrijk aandeel in de opbrengst van fruittelers. Een groep blauwebessentelers wil de rosse metselbij dan ook graag faciliteren in haar werk.