Direct naar artikelinhoud
Column

Het is volstrekt onnodig om opnieuw arbeiders uit het buitenland te laten komen

Het is volstrekt onnodig om opnieuw arbeiders uit het buitenland te laten komen
Beeld Maartje Geels

We hebben momenteel het hoogste aantal vacatures en het laagste aantal werklozen sinds de crisis. Het verschil in aantal is klein: het zijn er allebei zo’n 300.000. En als arbeid een homogeen goed was, zou je zeggen dat er dus geen probleem hoeft te zijn. 

Maar arbeid is een heterogeen goed. Dat wil zeggen dat we allemaal over een andere combinatie van talenten, kennis, en vaardigheden beschikken, dus gaan vraag en aanbod niet gelijk op.

Sommige werklozen zijn kort in between jobs terwijl een kwart van de mensen met een WW-uitkering langer dan een jaar werkloos is. Daarnaast speelt het verschil in locatie een rol: werklozen wonen niet in de regio waar veel vacatures voor hen zijn. Sommigen willen en kunnen verhuizen. Maar als een partner een fijne baan heeft schiet dat natuurlijk niet op. Wel is het zo dat het arbeidstekort zich in alle sectoren voordoet en zich niet beperkt tot een of twee sectoren.

In plaats van zich te richten op hogere lonen en bijscholing, zoeken sommigen liever op eigen houtje naar arbeiders in Oekraïne en de Filippijnen

Niet zo soepel

Ook in ander opzicht werkt het vraag- en aanbodmechanisme op de arbeidsmarkt niet zo soepel. Op de markt voor peren is de prijs het mechanisme dat vraag en aanbod bij elkaar brengt. Hoe schaarser de peren des te meer u ervoor moet betalen. Werkgevers klagen steen en been over de abeidstekorten. Toch stijgen de lonen maar mondjesmaat.

Afgelopen zaterdag dreigde onze minister-president zelfs dat hij de verlaging van de winstbelasting voor bedrijven zou terugdraaien om de inkomstenbelasting voor werknemers te kunnen verlagen als bedrijven niet heel snel de lonen verhogen. Dat was verrassend om te horen van de VVD. Maar geheel terecht. Want veel bedrijven maken recordwinsten en daar profiteren alleen de aandeelhouders en de bedrijfsleiding van.

Bij een soepele marktwerking zouden de lonen vanzelf stijgen omdat het een handige manier is om personeel aan te trekken en te behouden. Maar wat schetst mijn verbazing? Werkgevers kijken weer naar het buitenland. In plaats van zich te richten op hogere lonen en her- en bijscholing van werkzoekenden in eigen land zoeken sommigen liever op eigen houtje naar arbeiders in Oekraïne en de Filippijnen. Het zijn individuele en tijdelijke oplossingen voor het vacatureprobleem. Want naast de 300.000 werklozen telt ons land een enorme arbeidsreserve van mensen die niet geregistreerd staan als werkloos. Zij zoeken een baan maar zijn niet onmiddellijk beschikbaar of ze zijn beschikbaar maar zoeken niet hard of hebben dat opgegeven. Volgens het UWV, de uitkeringsinstantie, is die groep ruim twee keer zo groot als de officieel geregistreerde werklozen.

Bijkomende problemen

Het is daarom volstrekt onnodig om weer een nieuwe stroom arbeidsmigranten aan te boren. Want dat levert allerlei bijkomende problemen op, zo hebben we inmiddels geleerd. Er is een woningtekort, er is een integratie-uitdaging, en via het internationaal recht op gezinshereniging zouden er weer kinderen mee kunnen komen die recht hebben op onderwijs terwijl er nu al een lerarentekort is.

Begrijp me niet verkeerd, ik gun het elke arbeidsmigrant om hier een inkomen te verdienen dat in het thuisland onbereikbaar is. Maar met zo’n individuele strategie van werkgevers en migranten spannen we het paard achter de wagen. Ik pleit voor een collectieve oplossing van het vacatureprobleem. Een oplossing waarbij werklozen en een deel van de arbeidsreserve worden geholpen aan een baan, waar het loon meegroeit met dat van de top. Op termijn scheelt dat bovendien geld aan uitkeringen, integratiekosten, en sociale huurwoningen. En, misschien wel het belangrijkste, voelt een groep die nu aan de kant staat, zich serieus genomen.

Irene van Staveren is hoogleraar ontwikkelingseconomie aan de Erasmus Universiteit. Voor Trouw schrijft ze om de week een column over economie.

Lees ook:

Rutte dreigt: Bedrijven, geef de werknemer een hoger loon, of anders..

Premier Mark Rutte dreigt lastenverlichting voor het bedrijfsleven af te blazen als loonstijgingen voor de werknemers achterwege blijven.