Witte rook uit Apeldoorn: het ledenparlement van FNV heeft ingestemd met het principe-pensioenakkoord. Daarmee ligt er na negen jaar moeizaam onderhandelen een akkoord.
In totaal 375.000 leden van FNV stemden de afgelopen dagen in een online referendum voor of tegen het principe-pensioenakkoord. 76 procent van de leden stemde voor, de rest stemde blanco of stemde tegen.
Alle andere onderhandelingspartijen hebben in spanning zitten wachten op de uitslag. Het 105-koppige ledenparlement van FNV, dat zich eerder kritisch uitliet over de gemaakte afspraken, had een beslissende stem.
Eindelijk afspraken
Nu zal ook het kabinet opgelucht ademhalen: het is eindelijk gelukt om afspraken te maken over de pensioenen. Het is een van de grote hervormingen van dit kabinet en het zou een zware tegenvaller zijn geweest als dit was mislukt.
Veel pensioenkortingen die dreigden te worden doorgevoerd, worden met dit akkoord voorkomen. Het kabinet heeft wel diep in de portemonnee moeten tasten voor dit akkoord. Ten opzichte van de mislukte onderhandelingen in november hebben de vakbonden veel verdergaande toezeggingen binnengesleept over onder andere een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd en zware beroepen. Al zal het ook het kabinet wel zorgen baren dat een flink deel van de FNV-achterban tegen het akkoord heeft gestemd.
Weg met de doorsneepremie
Voor vrijwel alle werknemers gaat er nu wat veranderen. Een nieuw stelsel is goed nieuws voor jongeren, maar gratis is het zeker niet. De grote winnaar van het nieuwe stelsel lijkt aan de andere kant te zitten: de zestigplusser.
In het nieuwe stelsel verdwijnt de doorsneepremie. De doorsneepremie houdt simpel gezegd in dat jongeren later minder pensioen krijgen voor hun ingelegde premies. Ze betaalden tot nu dus relatief te veel.
Dat de doorsneepremie nu op de schop gaat, is goed nieuws voor jongeren, maar slecht nieuws voor mensen die ouder zijn dan 45, maar nog lang niet met pensioen mogen. Zij hebben ruim twintig jaar relatief veel betaald, maar gaan daar straks niet de vruchten van plukken. Daarom is afgesproken dat die groep gecompenseerd moet worden.
AOW-leeftijd langzamer omhoog
Een belangrijke andere wijziging is dat de AOW-leeftijd langzamer omhoog zal gaan, waardoor mensen minder lang hoeven te werken. Het plan was om al in 2021 de AOW-leeftijd te verhogen naar 67 jaar, maar dat gaat niet door. De stijging gaat straks minder snel, waardoor de AOW-leeftijd pas in 2024 op 67 uit zal komen.
Ook wordt er gekeken naar maatwerkregelingen die het mogelijk maken voor mensen met zware beroepen om eerder te kunnen stoppen met werk.
Daarnaast gaat het kabinet het mogelijk maken om meer verlof op te sparen tijdens je werkzame leven: tot 100 weken, een kleine twee jaar. Dat verlof zouden werknemers dan ook aan het eind van hun loopbaan in kunnen zetten om eerder te stoppen met werken.
