Terug naar de krant

Kinderbescherming plaatst IS-kinderen bij opa met IS-sympathieën

Leeslijst achtergrond

IS-kinderen Voor kinderen die in het kalifaat hebben geleefd, is goede opvang belangrijk, liefst bij familie. Maar soms is die ook geradicaliseerd.

Leeslijst
Het nieuws in het kort:
  • De Raad voor de Kinderbescherming heeft twee teruggekeerde kinderen uit het kalifaat laten plaatsen bij hun grootouders die zelf te boek staan als IS-aanhangers.
  • De kinderbescherming is hier vooraf op gewezen door de gemeente Ede waar de grootouders wonen, maar negeerde de waarschuwing. Dat blijkt uit onderzoek van NRC.

Op 17 september 2017 komt een e-mail binnen bij het Nederlandse consulaat in Istanbul. Afzender is een vrouw uit Ede. Ze schrijft dat ze haar paspoort kwijt is. Of ze een nieuwe kan krijgen, om naar Nederland te reizen met haar twee kinderen.

Als het gezin in januari 2018 aankomt op Schiphol, wordt de vrouw gearresteerd. De 35-jarige vrouw is volgens het Openbaar Ministerie lid van terreurbeweging IS. Omdat haar jongste kind – in het ‘kalifaat’ in Syrië geboren – nog borstvoeding krijgt, mag het met haar moeder mee naar de gevangenis. Het andere kind wordt ondergebracht in een geschikt bevonden pleeggezin.

De Kinderbescherming zoekt voor alle kinderen van IS-gezinnen, als zij terugkeren naar Nederland, een geschikt thuis. Het kalifaat is ontmanteld en nu verblijven, volgens de AIVD, nog 170 kinderen met ten minste één Nederlandse ouder in Syrië, en 30 in Turkije. Driekwart is daar geboren.

Nederlandse ambtenaren treffen momenteel voorbereidingen om zes vrouwen en hun elf kinderen te repatriëren. Deze week haalde Nederland voor het eerst twee weeskinderen op.

Waar IS-ouders een celstraf te wachten staat, worden hun kinderen in de eerste plaats beschouwd als slachtoffers van hun ouders. Zij krijgen hulp en een plek in een pleeggezin of instelling. „We willen de kinderen het liefst bij familie plaatsen om hen niet te vervreemden van hun wortels”, zegt een woordvoerder van de Kinderbescherming. „Dat geeft een gevoel van geborgenheid. Een gezonde identiteitsvorming is een beschermende factor als het gaat om risico’s op radicalisering op latere leeftijd.”

Het kabinet zegt dat Nederland goed voorbereid is op de komst van de IS-kinderen. Maar is dat zo? En hoe kwetsbaar zijn kinderen die zijn opgegroeid in een oorlogsgebied en soms zelfs opgeleid door een terreurbeweging?

Overheden en hulpverleners in de westerse wereld breken zich er al twee jaar het hoofd over. Ze verwachten de komst van opgeteld drieduizend kinderen die zijn geboren in het kalifaat of ernaartoe zijn verhuisd met hun in het Westen opgegroeide (en geradicaliseerde) ouders. Die ouders zijn ze nu kwijt – die zijn omgekomen in de oorlog of zullen, eenmaal in Europa, in de gevangenis terechtkomen.

Veel IS-kinderen zullen trauma’s hebben die hen kwetsbaar maken voor chronische psychische problemen of radicalisering, zo was de consensus tijdens de RAN (Radicalisation Awareness Network) conferentie, een jaar geleden in Lissabon. Hun ouders, als ze nog leven, kunnen ook ernstig lijden onder desillusie: het ideaal waarmee ze naar het kalifaat gingen, is kapot door het constante geweld, de armoede en het verlies van geliefden. De conclusie van die conferentie: zorg voor een veilige omgeving en houd de kinderen goed in de gaten. Let op gedrag dat op trauma’s wijst en organiseer hulp voor die kinderen.

Lees ook Jeugdzorg heeft plan IS-kinderen klaar
Vrouwen en kinderen op de vlucht na de val van het IS-kalifaat.

RAN-onderzoekers waren te rade gegaan bij deskundigen in Noord-Ierland en Joegoslavië – waar lange tijd burgeroorlogen woedden. Vrijwel elke familie in Noord-Ierland, concluderen zij, leed onder het dertig jaar durende conflict dat 3.500 mensen het leven kostte. Hoewel veel mensen hun leven na het staakt-het-vuren weer opbouwden en er een „positieve wending” aan gaven, lijdt 14 procent van de Noord-Ierse bevolking aan drank- of drugsverslaving, „waarschijnlijk om te kunnen omgaan met trauma’s”, aldus RAN. Eén belangrijke Noord-Ierse les: na 1999 duurde het te lang – jaren – voordat er goede psychische hulp was voor iedereen die dat nodig had.

Hersenspoeling

Kinderen die opgroeiden in het kalifaat, zijn vaak al behoorlijk gehersenspoeld, zo beschreven inlichtingendienst AIVD en NCTV in april 2017. Het gaat om de wat oudere kinderen die er niet zijn geboren, maar erheen verhuisden. „Deze minderjarigen beschouwt IS als de potentieel betere versies van de huidige strijders. Ze kunnen precies gevormd worden naar het ideaalbeeld van IS. Dit geldt zeker voor jonge kinderen: ze krijgen de extreme waarden met de paplepel ingegoten en hoeven dus niet bekeerd te worden. Minderjarigen in het ‘kalifaat’ wordt vanaf jonge leeftijd geleerd dat een ieder die zich niet aan de juiste interpretatie van de islam houdt ‘kafir’ (ongelovige) is en gedood moet worden.”

Op de scholen in het kalifaat, waar overigens niet alle kinderen naartoe gingen, werd „een strikte interpretatie van de islam” aangeleerd „waarbij alles wat afwijkt verboden is”. Daarnaast werd aandacht besteed aan het immuun maken van kinderen voor geweld, schreef de AIVD. „Een constante blootstelling aan geweld en wreedheden zoals publieke executies heeft tot doel dat kinderen ongevoelig tegenover dit soort uitingen van geweld komen te staan. Ze leren dat het bij de normale gang van zaken hoort. Kinderen worden aangespoord met hun ouders mee te gaan naar publiek uitgevoerde lijfstraffen en executies.”

Soms lopen de kinderen met een mes. Ze spelen na wat ze hebben gezien

Hoe kan een pleeggezin en een therapeut deze kinderen weer psychisch en sociaal op de rails krijgen? Een psychotherapeut van Arq Nationaal Psychotrauma Centrum, betrokken bij de behandeling van kinderen uit oorlogsgebied, zegt: „Deze kinderen hebben veel meegemaakt. Ze zijn veerkrachtig maar ook aangedaan. Als je een kind niet helpt met het verwerken van trauma’s en er thuis niet over durft te praten, loopt het spaak.” De therapeut wil niet met haar naam in de krant omdat dit haar werk met IS-gezinnen in de weg kan zitten.

Vaak, zegt zij, gaat het om langdurige traumatisering. „Ze hebben bijvoorbeeld gezien dat hun vader werd doodgeschoten. Ze maken vreselijke dingen mee in die oorlog. Vriendjes verdwijnen bij de vleet. Het huis waar je woont, stort in.” 

Lees ook Vrouwen speelden cruciale rol bij opkomst van IS
Een vrouw wordt gefouilleerd bij de evacuatie van het laatste IS-bolwerk in Baghouz, in Syrië.

Kinderen uit IS-gezinnen zijn mogelijk meer getraumatiseerd dan kinderen van gewone Syrische ouders die in het kalifaat verzeild raakten, en later vluchtten. De therapeut van Arq: „Kinderen werden gedwongen om te kijken naar onthoofdingen. Daar is geen kind tegen bestand. Het maakt een verschil of je dat als ouder stimuleert, of dat een ouder duidelijk maakt dat zo’n executie niet normaal is. Dat bepaalt hun blik op de wereld.”

Kinderen kunnen gewelddadig zijn, vertelt de therapeut. „We krijgen vaak signalen over kinderen uit Syrië die niet te handhaven zijn op school. Soms worden ze van de basisschool gestuurd, terwijl ze wel intelligent zijn. Die agressie is gebaseerd op een trauma. Soms lopen ze met een mes achter een ander kind aan op school. Ze spelen na wat ze hebben gezien.”

De behandeling die veel getraumatiseerde mensen krijgen – van soldaten tot slachtoffers van een overval of ongeluk – is EMDR. Een techniek waarmee de lading van de traumatische herinnering wordt verminderd zodat mensen minder angstig worden. „Dat is een evidence based methode voor kinderen”, zegt de therapeut van Arq. Daarnaast maakt de Kinderbescherming per kind een plan dat gericht is op normaliseren van de situatie, het bieden van structuur, meedoen aan onderwijs, het organiseren van een bezoekregeling met hun moeders.

Sommige kinderen komen in orthopedagogische instellingen terecht. Arq: „Maar daar richten ze zich niet op trauma’s. De kinderen blijven angstig. Wekelijks horen we van scholen dat met name Syrische kinderen erg ontregeld zijn. Een kind dat bijvoorbeeld vraagt: ‘Hoe komt het dat hier geen lijken op straat liggen?’ Ze snappen niet dat mensen soms het beste met je voor hebben. Ze missen een basisvertrouwen. Het is ontzettend onveilig om daar op te groeien. Dat doet veel met de hechting en hoe ze omgaan met anderen. Behandeling is belangrijk.”

Advies van experts

Om te bepalen bij wie de kinderen worden ondergebracht, krijgt de kinderbescherming in Nederland ondermeer hulp van het Landelijk Adviesteam minderjarige Terugkeerders (LAT). Daar zitten traumadeskundigen en experts van het Landelijk Steunpunt Extremisme in. Het steunpunt moet nagaan of de familie die de kinderen opvangt zelf geen extremistisch gedachtengoed aanhangt.

Ook de familie van de jihad-moeder uit Ede doorloopt in 2018 de LAT-procedure. Terwijl de moeder in de cel zit, moet het Steunpunt haar ouders screenen op extremisme. Het gaat om een Irakees echtpaar dat in 1996 naar Nederland kwam en in Ede ging wonen. Volgens ingewijden verricht het Landelijk Steunpunt Extremisme slechts een oppervlakkig onderzoek naar het echtpaar, met de conclusie dat er niets aan de hand is. De kinderen zijn veilig in handen van de grootouders.

Lees ook ‘Vertrekken was de grootste fout van mijn leven’
Laura H. doet haar verhaal: ‘Vertrekken was de grootste fout van mijn leven’

Als deze uitkomst wordt meegedeeld aan de gemeente Ede, is de verbazing groot bij burgemeester René Verhulst (CDA). De familie staat bij de gemeente te boek als geradicaliseerd. Niet alleen de 35-jarige moeder vertrok naar het kalifaat; ook haar broer en haar vader gingen. Als de jonge kinderen na hun verblijf bij IS weer in dezelfde familie terechtkomen, levert dat volgens de gemeente een risico op voor de veiligheid.

De waarschuwing van de gemeente wordt terzijde geschoven door de kinderbescherming, die vertrouwt op het oordeel van het Steunpunt Extremisme. De kinderen gaan naar opa en oma.

Tijdens de rechtszaak tegen de vrouw begin 2019 blijkt dat de waarschuwing van de gemeente niet onterecht was. Haar vader komt tijdens de rechtszaak herhaaldelijk ter sprake. Hij had volgens de officier van justitie grote invloed op de radicalisering van zijn kinderen. Uit het strafrechtelijk onderzoek blijkt dat hij in 2014 een brief stuurde aan een gouverneur van IS, waarin hij schrijft dat hij met zijn hele gezin in het kalifaat wil gaan wonen. Hij omschrijft IS in de brief als „de staat van de jihad en de islam”. Bij een inval in het huis van de vader in 2015 vond de politie een grote IS-poster in de woonkamer. Ook elders in het huis werden IS-foto’s gevonden, evenals protestborden tegen de Irakese premier Maliki, die door de vader waren gemaakt.

In de rechtszaak wordt de vrouw veroordeeld tot 20 maanden celstraf. Ook de reclassering heeft dan vastgesteld dat er sprake is van „sturing en indoctrinatie” waarbij „leden uit het gezinssysteem” dezelfde opvattingen delen. De kinderbescherming houdt voet bij stuk. Nog altijd verblijven de kinderen, 1 en 3 jaar oud, bij de grootouders.

Is radicalisering een reden om kinderen níet te plaatsen bij een familie? Volgens de Raad voor de Kinderbescherming heeft de organisatie geen expertise om radicalisering in te schatten. „Wij kijken naar het kind en de pedagogische situatie. De deskundigen van de LAT kunnen ons adviseren wanneer wij twijfels hebben over radicalisering.” Lastig voor een gemeente, zegt de gemeente Ede, is dat informatie over een gezin uit een lopend strafrechtelijk onderzoek niet gedeeld mag worden met anderen, zoals de Kinderbescherming.

Waar ligt dan de grens? „Als mensen de IS-ideologie aanhangen, is dat een risico voor het kind”, zegt de therapeut van Arq. „Maar als de ouder competent is en het kind voelt zich er veilig, kun je een kind daar toch plaatsen. Want waar beginnen en eindigen foute en goede ideeën? Ook een jihadistische moeder kan een goede moeder zijn.”

Burgemeester René Verhulst van Ede ziet dat anders. Voor hem laat de zaak zien dat de overheid te weinig instrumenten in handen heeft voor de aanpak van terugkeerders. „We hebben te maken met mensen die zich hebben aangesloten bij een totalitair regime, die tegen onze samenleving zijn. Maar in Nederland schieten we snel in de zorgstand. Terugkeerders worden als een soort patiënten behandeld.”

Volgens hem werken instanties nog te veel „vanuit de eigen koker”. Met in dit geval als eindresultaat dat er kinderen bij een gezin met IS-sympathieën zijn ondergebracht. „Onverstandig”, vindt Verhulst. „Maar ik ga er niet over.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 15 juni 2019.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in