De vlag van Modi’s BJP-partij in Varanasi ©  Kanishka Sonthalia / Bloomberg via Getty Images

‘Ons buurland exporteert terrorisme, omdat dat nu eenmaal is waarin het handelt. Maar we zijn bezig een nieuw India te bouwen dat de woningen van de terroristen binnendringt om ze te raken. We zullen het terrorisme vernietigen, zowel binnen als buiten ons land.’ Dreigende woorden van de Indiase premier Narendra Modi tijdens een van de vele massaal bezochte verkiezingsbijeenkomsten in mei. En iedereen wist dat hij het meende. Na een aanslag in Kasjmir waarbij tientallen Indiase militairen omkwamen, liet hij eind februari bombardementen uitvoeren in Pakistan. In 2016 voerden op zijn bevel Indiase commando’s precisieaanvallen uit in het door Pakistan bestuurde deel van Kasjmir: beide acties liet hij breed uitmeten in de media.

Het publiek ontving Modi’s dreigende taal – een nieuw geluid in de voorheen zo bedachtzame Indiase internationale politiek – met gejuich en maakte zijn hindoenationalistische bjp-partij opnieuw tot de grootste van het land, groter nog dan bij de verkiezingen van 2014.

Toch werd in Nederland weinig aandacht besteed aan de Indiase parlementsverkiezingen. We zijn nog niet zo gewend naar India te kijken, zoals we 25 jaar geleden nog nauwelijks keken naar China. Tegenwoordig kunnen we niet meer om China heen, wegens zijn economische invloed en de toenemende bemoeienis met het Westen die het zowel boven- als ondergronds aan de dag legt. Maar in deze ‘eeuw van Azië’ groeit ook India’s invloed. De economische groei gaat er de laatste jaren met gemiddeld zeven procent harder dan in China en Indiase multinationals als Tata en Reliance worden steeds machtiger. Het verschil met China is dat de Indiërs zich in de internationale politiek nog bescheiden opstellen. Dat zou wel eens kunnen gaan veranderen in de nabije toekomst. De recente Indiase verkiezingen lijken daarvan een voorbode.

India wordt graag gezien als het democratische alternatief voor het staatsgedirigeerde, onvrije, communistische China, waar vrijuit spreken over het regime je de kop kan kosten. India is de grootste democratie ter wereld, waar een seculiere grondwet de individuele rechten en vrijheden van zijn burgers bewaakt. De Indiase economie is veertig procent kleiner dan de Chinese, maar inmiddels wel de zevende ter wereld. Gemeten naar het inkomen per hoofd van de bevolking zijn India en China nog ver verwijderd van het westerse niveau: het Nederlandse per capita inkomen is 28 keer dat van India en zes keer dat van China.

Waarschijnlijk zal het India lukken langszij China te blijven, en heel langzaam op het machtige buurland in te lopen. ‘China inhalen is bijna onmogelijk, maar we kunnen wel veel harder groeien dan nu. Acht tot achtenhalf procent per jaar is echt mogelijk’, zegt Sunil Sinha, economisch expert bij India Ratings desgevraagd.

India’s geheime wapen op economisch gebied is de groei van de bevolking terwijl China vergrijst, en dat levert – althans op papier – economische kansen op voor zowel de productie als de consumptie in India. India moderniseert door partnerschappen aan te gaan met westerse regeringen, met in hun kielzog bedrijven en schatkisten vol technologische kennis. Het land wordt dan ook overspoeld door handelsmissies. Ook uit Nederland, dat tot de top-vijf van de grootste investeerders in India behoort.

De snelle ontwikkeling van India vormt het decor waartegen Modi’s herverkiezing zich afspeelde. In de karige berichtgeving over zijn verkiezingsoverwinning ging het echter vooral over het opvlammende hindoeradicalisme en Modi’s belofte miljoenen banen te scheppen, die hij niet nakwam.

Als premier liet Modi zich weliswaar niet laatdunkend uit over moslims en andere minderheden, maar dat deed hij wel tijdens de verkiezingscampagne van 2014, en opnieuw tijdens de recente campagne. Bovendien kleeft aan hem, in de woorden van een van India’s meest vooraanstaande intellectuelen, de liberaal Gurcharan Das, ‘de onuitwisbare smet van de moord op zeker duizend mensen’ toen hij in 2002 premier was van de deelstaat Gujarat. De doden waren voornamelijk moslims, vermoord door woedende hindoes; volgens velen liet Modi pas rijkelijk laat ingrijpen.

‘Stemmen hoeft volgens sommigen niet meer, want India heeft zijn verlosser gevonden’

Radicale hindoe-organisaties grepen in 2014, toen Modi voor het eerst premier werd van heel India, hun kans. Zij veroorzaken onrust met hun hindutva, oftewel het streven om het multiculturele India om te vormen tot een ‘hindoenatie’. Zo’n tachtig procent van de bevolking is hindoeïstisch, maar het land kent ook een grote moslimminderheid (veertien procent) en kleinere minderheden van boeddhisten, jaïns en christenen. Modi toomde hen niet in, integendeel. In de vijf jaar waarin hij regeerde werden in verscheidene Indiase deelstaten hoge straffen gezet op het slachten van koeien en het verwerken en consumeren van het vlees, omdat koeien voor veel hindoes een heilige status hebben. Hindoeradicalen vielen moslims aan, die doorgaans koeienvlees eten. Daarbij vielen de afgelopen jaren tientallen doden.

‘Dat Modi tegenwoordig zo nu en dan zegt dat alle Indiërs, ongeacht hun religie, gerespecteerd moeten worden, maakt niet meer uit. De radicalen weten: wie een moslim lyncht heeft grote kans ermee weg te komen’, zegt Raghu Verma, die vanuit de Indiase hoofdstad Delhi door het land reist voor verschillende media. Ook het vrije woord is de laatste jaren steeds meer onder druk komen te staan, vertelt hij. ‘Televisiezenders en kranten die te kritisch zijn verliezen adverteerders. Die worden onder druk gezet door de autoriteiten en trekken zich dan terug. In andere gevallen wordt de hoofdredactie gebeld om een onwelgevallig artikel van het internet te halen, en dat gebeurt dan ook.’ Hij merkt dat de politie inmiddels ingrijpt om pietluttigheden. Afgelopen week zag hij hoe een straatventer werd afgevoerd door agenten. ‘Hij verdiende zijn geld met imitaties. Hij had het meeste succes met een grappige versie van Modi. Dat werd blijkbaar beledigend gevonden.’

Toch stemden de Indiërs massaal op hem. Zelfs de oplopende werkloosheid, de hoogste in 45 jaar, weerhield hen daar niet van. Volgens Gurcharan Das, de liberaal, was dat deels bij gebrek aan een geloofwaardige uitdager. ‘Rahul Gandhi is een moederskindje. Hij begrijpt er niets van’, zei hij tijdens een debatreeks georganiseerd door de universiteit van Oxford. Rahul Gandhi, zoon van de van oorsprong Italiaanse Sonia Gandhi die de Congrespartij leidt waarvan hij de lijsttrekker was, hield slappe toespraken en schermde met een basisinkomen ter bestrijding van de armoede. Volgens online magazine Scroll.in, dat naar het arme platteland trok om uit te vinden waarom de mensen op Modi stemden, vonden zelfs de armen zélf dat ongeloofwaardig. Zij werden juist aangetrokken door Modi’s brutale streven om van India een economische wereldmacht te maken.

Modi trok veel stemmen door sociale programma’s die al bestonden te verbeteren – onder meer de verstrekking van butaangas aan arme huishoudens, waardoor er niet meer hoeft te worden gekookt op houtvuurtjes met hun ziekmakende rook. Zijn allereerste daad was het dwingen van de banken om ook armen een rekening te laten openen. ‘Hij heeft vervolgens handig gebruikgemaakt van de digitalisering om geld van de sociale programma’s meteen op de nieuwe rekeningen van de armen te krijgen, zodat er niets onderweg achterbleef in de corrupte handen van tussenpersonen’, meent economisch analist Sinha. ‘Zelfs mensen die het hindoenationalisme van de bjp niet steunen hebben om die reden op Modi gestemd.’

‘Sommigen hebben echt een blind vertrouwen in hem’, zegt Raghu Verma. ‘Vrienden van me, die hoog zijn opgeleid, zijn bereid om Modi een onbeperkt mandaat te geven om te regeren, zodat hij niet gehinderd wordt door democratische beperkingen. Stemmen hoeft volgens hen niet meer, want India heeft zijn verlosser gevonden.’

Met zijn autoritaire regeerstijl, omgeven door een persoonlijkheidscultus die hem haast heeft losgeweekt van zijn partij (volgens Scroll.in wisten veel arme kiezers niet dat Modi van de bjp was) past Modi in de opkomst van illiberale, populistische leiders zoals Donald Trump, Recep Tayyip Erdogan en Viktor Orbán. Volgens de Amerikaanse India-expert Jonah Blank komen Modi’s twee enorme verkiezingsoverwinningen voort uit het belang dat mensen tegenwoordig hechten aan ‘identiteit’.

Dat verklaart volgens hem ook de populariteit van het hindutva-gedachtegoed, dat mede verspreid wordt door Modi en zijn bjp-partij. Wat in India gebeurt, schrijft Blank in The Atlantic, ‘lijkt op ontwikkelingen die je ziet in de islam, het boeddhisme en het christendom. Waarom kennen zoveel radicale islamisten de koran zo slecht? Hoe kunnen boeddhistische monniken, die hebben moeten zweren niet-gewelddadig te zullen zijn, pogroms leiden in Myanmar en Sri Lanka? Waarom tillen evangelische christenen zo zwaar aan thema’s die nooit zijn genoemd door Jezus, zoals abortus en homoseksualiteit? Het antwoord is niet altijd “hypocrisie”. Voor velen is religie tegenwoordig veel minder een kwestie van wat je gelooft of wat je doet, maar van wie je bent.’

Indiërs willen gehoord worden in de wereld, en Modi geeft hen een stem. In een interview met de Hindustan Times vertelde de vorige premier, Manmohan Singh, dat onder zijn bewind eveneens precisieaanvallen op Pakistan waren uitgevoerd, net als onder Modi. ‘Pogingen om onze krijgsmacht te politiseren zijn beschamend en onacceptabel’, zei hij. Dat vinden de meeste Indiërs niet. Zij juichten Modi’s woorden over het doden van terroristen in hun woningen toe. ‘Ik voel me machtig als ik hem hoor spreken’, aldus een jonge kiezer.

Hoe harder Trump en Xi botsen, en hoe hoger de handelsoorlog tussen de VS en China oplaait, des te meer ruimte zal India krijgen om zich op te werpen als buffer tegen het bedreigende China en als democratisch tegenwicht in de regio. De verwachting is dat Modi die ruimte zal benutten.

Bovendien heeft Modi’s coalitie vanaf eind 2021 niet alleen in de Lok Sabha (het Lagerhuis) maar ook in de Rajya Sabha (het Hogerhuis) een meerderheid. Dan kan wetgeving worden doorgevoerd die de economie werkelijk op gang brengt, waaronder de vervanging van de archaïsche arbeidswetgeving. Het is de vraag of zoveel macht in handen van Modi en zijn partij goed zal uitpakken voor India. Niet voor de minderheden, waarschijnlijk. Wel voor de economische positie van het land, waardoor we wellicht al bij de volgende verkiezingen in 2024 niet meer zo makkelijk langs India heen zullen kijken.