Direct naar artikelinhoud
Opinie180 graden

Vleesvarkens verdienen kwaliteit van leven

Boerin Nieske Neimeijer (35) veranderde van mening over varkens houden. ‘Het kwam hard binnen toen familie vroeg waarom de varkens altijd ‘op een hoopje’ binnen in een donkere schuur zaten.’

Vleesvarkens verdienen kwaliteit van leven
Beeld Ivo van der Bent

OUDE STANDPUNT

‘Vleesvarkens houd je binnen in een grote schuur. Zeugen fixeer je tijdens de kraamtijd in een box zodat ze hun biggetjes na de geboorte met hun bewegingen en gewicht niet per ongeluk kunnen dooddrukken. Dat is normaal. Zo was ik het gewend. Overigens was ik nooit van plan varkensboerin te worden. Totdat ik een relatie kreeg met Jeroen. Hij wilde graag op de boerderij van zijn ouders blijven wonen. Niet om de varkenshouderij voort te zetten, maar vanwege de mooie omgeving en de ruimte. Omdat geen van de kinderen uit het gezin waarin hij opgroeide interesse had in het bedrijf, besloot ik zijn vader op te volgen. Ik had een diploma van de Hogere Landbouwschool op zak. Het bedrijf telde 750 vleesvarkens en 240 zeugen, te klein om in de toekomst rendabel te blijven en te kunnen opboksen tegen de concurrenten met hun steeds grotere stallen.’

HET KANTELPUNT

‘Ik had geen moeite met deze manier van varkens houden, totdat ik vragen kreeg van familie en vrienden. ‘O, leven ze op zo’n hoopje?’ ‘Zitten ze de hele dag in het donker, waarom kunnen ze niet naar buiten?’ En: ‘Waarom zitten de zeugen in zo’n kleine box?’ Deze vragen kwamen hard binnen. Van mijn familieleden had ik deze kritische opmerkingen niet verwacht, omdat ze net zoals ik vrij nuchter zijn en bekend met het boerenleven. Mijn ouders hebben een melkveebedrijf. Ik besprak het met een collega varkensboer. ‘Je hoeft je echt niet te schamen’, zei zij, maar mijn gevoel zei iets anders. Het welzijn van dieren gaat mij aan het hart. Ik besloot te onderzoeken of het ook anders kan. Op bezoek bij biologische varkensboeren zag ik de varkens op stro en in de modder liggen, meer bewegingsruimte hebben en zelf naar binnen en buiten kunnen lopen. Zo’n bedrijf past meer bij mij, wist ik. Na berekeningen over de financiële haalbaarheid erop los te hebben gelaten, besloot ik, tegen het advies van onze boekhouder in, het bedrijf om te vormen tot een biologische varkenshouderij.’

NIEUWE STANDPUNT

‘Het is diervriendelijk vleesvarkens kwaliteit van leven te geven. Het is belangrijk dat ze zelf naar buiten en naar binnen kunnen lopen, veel speel- en bewegingsruimte hebben en wroetmateriaal zoals stro. Ze kunnen dan natuurlijk gedrag vertonen. Vooral voor zeugen is dat van belang. Met stro onder hun poten in plaats van een kale betonnen vloer gaan ze wroeten, een nest maken, ermee spelen en ervan eten. Stro ligt ook veel comfortabeler tijdens het werpen. Vlak voor de bevalling kunnen ze hun onrust kwijt door schuur in, schuur uit te lopen, en in de weer te zijn met het stro. Er zijn diervriendelijker manieren dan fixeren om te voorkomen dat een zeug door haar onrust en pijn pasgeboren biggetjes dood drukt. Een natuurlijk kruidenmiddel maakt de pasgeborenen alerter. Zo kunnen ze zich op tijd uit de voeten maken, als hun moeder ineens gaat draaien of liggen. Een rendabel bedrijf runnen met een product dat meerwaarde heeft, is voor mij belangrijker dan ideologie. Ik heb ondervonden dat een biologische varkenshouderij rendabel kan zijn. Het betekent een flinke investering en minder dieren, maar daar staat tegenover dat de opbrengst per kilo vlees groter is. We bedienen nu een andere markt, een markt van consumenten die biologisch vlees willen eten van diervriendelijke, duurzaam werkende boerenbedrijven en het zich kunnen veroorloven daar meer voor te betalen.’

Vleesvarkens verdienen kwaliteit van leven
Beeld Ivo van der Bent

HET EFFECT

‘Door de omslag naar een biologische varkenshouderij houden we nu minder varkens dan voorheen, want ze hebben meer ruimte gekregen. We houden nu 600 vleesvarkens en 75 zeugen. Ze hebben modderpoelen, kunnen de schuur in en uit lopen en de zeugen zijn in de kraamtijd niet meer gefixeerd. Ik geniet ervan te zien hoe actief en speels de varkens zijn nu ze zelf in en uit kunnen lopen en kunnen wroeten en baden in de modderpoel.

‘Behalve de varkens ben ik zelf nu ook veel meer buiten en daar geniet ik van. Een biologisch bedrijf is wel veel harder werken, alleen al alle mest opruimen en het verversen van het stro kost meer tijd. En er komt veel studietijd bij, want je moet je verdiepen in andere, biologische voeding en medicamenten. Een klein aantal varkens slachten en verwerken we zelf. Daardoor weten klanten precies waar hun lapje vlees van begin tot eind vandaan komt. Om te laten zien dat het ook anders kan, organiseren we rondleidingen. Mijn man Jeroen vindt de varkenshouderij nu veel interessanter geworden, omdat de dieren het beter hebben en er bij een biologisch bedrijf veel meer komt kijken, het complexer is. Hij heeft zijn baan in de uitzendbranche opgezegd en werkt nu ook op het bedrijf. We staan allebei honderd procent achter onze werkwijze.’