Direct naar artikelinhoud
Opinie

Geen democratie zal het wantrouwen tegen instituties overleven

Het wantrouwen tegen instituties die geacht worden betrouwbare informatie te leveren, grijpt om zich heen.

De auto van Donald Trump voor het gebouw van The New York Times.Beeld reuters

Een van de opvallendste ontwikkelingen van 2016 was de verschijning van een 'post-fact world', een wereld 'voorbij de feiten', waarin bijna alle gezaghebbende bronnen van informatie werden uitgedaagd door tegenovergestelde feiten van dubieuze kwaliteit of herkomst.

De opkomst van internet in de jaren negentig werd verwelkomd als een bevrijding en een opsteker voor democratieën in de hele wereld. Informatie is een vorm van macht - en in de zin dat informatie goedkoper en toegankelijker werd, kon het publiek in democratieën meedoen aan debatten waarvan het voorheen was buitengesloten.

De opkomst van sociale media in de nieuwe eeuw leek deze trend te versnellen en was de brandstof voor de massamobilisatie die verschillende 'kleurenrevoluties' in de wereld van brandstof voorzag - van Oekraïne tot Myanmar tot Egypte. De oude poortwachters van informatie, die vooral gezien werden als onderdrukkende autoritaire staten, konden nu worden omzeild.

Hoewel er een kern van waarheid zat in dit verhaal, ontwikkelde zich tegelijkertijd een donkerder verhaal. Die oude, autoritaire krachten antwoordden op een dialectische manier en leerden internet te controleren, zoals China met zijn tienduizenden censors, of door de rekrutering van legioenen 'trollen' en het verspreiden van 'bots' die internet konden overspoelen met slechte informatie, zoals in het geval van Rusland. Deze ontwikkelingen kwamen allemaal samen in 2016.

De grootste manipulator van sociale media bleek Rusland te zijn. De Russische regering heeft aperte onjuistheden naar buiten gebracht, zoals de kruisiging van kleine kinderen door Oekraïense nationalisten of dat het Oekraïense leger MH17 neerschoot. Dezelfde bronnen lieten ook van zich horen in de debatten over de Schotse onafhankelijkheid, Brexit, en het Nederlandse referendum over Oekraïne - ten gunste van elk dubieus feit dat de pro-EU-krachten kon ondermijnen.

Het gebruik van slechte informatie als wapen door autoritaire landen zou al erg genoeg zijn, maar dit gebruik nestelde zich diep tijdens de Amerikaanse verkiezingsstrijd. Alle politici liegen, of geven de waarheid een slinger ten gunste van henzelf. Maar Donald Trump heeft deze praktijk naar nieuwe, nooit vertoonde hoogten gevoerd. Dit begon enkele jaren geleden met zijn promotie van 'birtherism', de beschuldiging dat president Obama niet in de VS was geboren. Trump bleef het propageren, zelfs nadat Obama een geboorteakte had getoond die deze leugen logenstrafte.

Francis Fukuyama is senior fellow aan het Stanford University's Center on Democracy, Development and the Rule of Law.Beeld epa

In de recente presidentiële debatten tamboereerde Trump erop dat hij nooit voor de Irak-oorlog geweest was en dat hij klimaatverandering nooit een schijnvertoning had genoemd. Na de verkiezingen beweerde Trump dat hij zelfs de popular vote had gewonnen, hoewel hij die verloor met meer dan twee miljoen stemmen. Dat was geen kleur op de feiten aanbrengen, maar openlijk en aantoonbaar liegen. Dat hij dit deed, was al erg genoeg. Erger was dat hij er geen prijs voor hoefde te betalen van de Republikeinse kiezers.

De traditionele remedie tegen slechte informatie heet goede informatie te zijn. Die moet in de marktplaats van ideeën vanzelf komen bovendrijven. Maar deze oplossing werkt helaas minder goed in sociale media met hun trollen en 'bots'. Er zijn schattingen dat eenderde tot een kwart van Twitter-gebruikers in deze categorie valt. Internet moest ons van poortwachters bevrijden; en inderdaad komt informatie nu van alle kanten op ons af, allemaal met dezelfde geloofwaardigheid. Er is geen reden te geloven dat de goede informatie het zal winnen van de slechte.

Er is een nog groter probleem. Waarom geloven we in het gezag van om het even welk feit, aangezien weinigen van ons in staat zijn de meeste feiten te verifiëren? De reden is dat er onafhankelijke instellingen bestaan die de opdracht hebben feiten te produceren die we vertrouwen. Amerikaanse misdaadcijfers komen van het ministerie van Justitie, werkloosheidscijfers van het ministerie van Arbeid.

Er is geen reden te geloven dat de goede informatie het zal winnen van de slechte

Traditionele media als The New York Times waren inderdaad partijdig tegen Trump, maar ze beschikken over systemen die voorkomen dat grote feitelijke fouten in hun kopij komen. Ik vraag me af of Matt Drudge of Breitbart News legioenen feitencheckers in dienst hebben die de accuraatheid controleren van het materieel dat op hun website wordt geplaatst.

In Trumps wereld is alles gepolitiseerd. Tijdens de campagne suggereerde hij dat Janet Yellens centrale bank werkte voor Hillary Clintons campagne, dat de verkiezingen vervalst werden, dat officiële bronnen expres lage misdaadcijfers naar buiten brachten en dat de weigering van de FBI om Clinton in staat van beschuldiging te stellen bewees dat Clinton de FBI-directeur James Comey had gecorrumpeerd.

Trump weigerde ook de autoriteit van de inlichtingendiensten te accepteren, die Rusland de schuld gaven van het hacken van het Democratische National Committee.

In Trumps wereld is alles gepolitiseerd
Het geloof dat alle instituties open staan voor corruptie leidt tot algeheel wantrouwen

De verkiezingscampagne heeft de grond verder doen verschuiven naar een algeheel geloof dat alles gecorrumpeerd of gepolitiseerd is en dat omkoping wijdverbreid is. Als de verkiezingsautoriteiten zeggen dat jouw kandidaat niet heeft gewonnen, moet er wel een samenzwering bestaan om de uitslag te corrumperen.

Het geloof dat alle instituties open staan voor corruptie leidt tot een doodlopende weg van algeheel wantrouwen. Noch de Amerikaanse democratie, noch enige andere democratie, zal het gebrek aan geloof in de mogelijkheid van neutrale instituties overleven; in plaats daarvan zal partijdige, politieke strijd alle aspecten van het leven gaan doordringen.

Francis Fukuyama is senior fellow aan het Stanford University's Center on Democracy, Development and the Rule of Law.