Direct naar artikelinhoud
Column

We hebben met Groningen onze eigen Brexit

Het had een terloops radiogesprekje tussen ‘opiniemakers’ over ‘de actualiteit’ moeten zijn. Zo één waarmee Nederlandse nieuwszenders hun luisteraars de godganse dag tergen. Het deskundigenpanel als muzak. Maar dit keer kabbelden ze niet consequentieloos langs de ophef van de dag. Ditmaal werd er zelf verontwaardiging gecreëerd. Onderwerp: de Groningse gaswinningsellende. Opiniemaker: ‘Tsja, shit happens, ik heb ze ook niet gehoord toen ze voor heel weinig geld die huizen kochten.’

Het empathisch kompas was op weg naar de studio blijkbaar losgeslagen. Dat deed verontwaardiging vanuit Groningen vervolgens ook. Compleet met doodsbedreigingen. Wat dan weer tot nieuwe boosheid leidde. En toen sprak de minister ook nog over een ‘bevinkje’ en kookten de gemoederen helemaal over.

Het gesprek over het Groningse gaswinningsdrama lijkt nauwelijks nog op normale wijze gevoerd te kunnen worden. Dat geeft te denken. We verbazen ons hier over de bizarre taferelen in het Verenigd Koninkrijk waar de strapatsen en onmacht van politici de bevolking tot wanhoop en razernij drijven, maar hebben met Groningen onze eigen Brexit. Overheidsfalen van on-Nederlandse proporties, noemde minister Wiebes het eerder al treffend.

Dat begon al jaren geleden met het hardnekkig negeren van de relatie tussen bevingen en gaswinning. Bestuurders en bedrijven werden daarin gelegitimeerd door de officiële wetenschap, maar dat maakt de dwaling niet kleiner. Het falen kreeg nieuwe dimensies na de beving van Huizinge in 2012, toen het verband niet langer ontkend kon worden en er werd gemaand tot ingrijpen. Er werd ingegrepen, maar te laat en te weinig.

De parlementaire enquête moet de precieze mechanismen daarachter nog blootleggen, maar als betrokkene zag ik een deel ervan zelf. Er is een rapport met aanbevelingen: zo snel als kan minder gas winnen. Je stelt vragen om een concreet besluit te kunnen nemen: hoe snel dan? Hoeveel minder? Nou, dat gaan deskundigen nog precies uitzoeken. Mooi. En een jaar en 50 miljard kubieke meter gas later is het probleem kwadratisch groter, het vertrouwen verspeeld en kun je je de haren wel uit het hoofd trekken. Excuses zijn dan op hun plaats en ook gemaakt. Maar vertrouwen win je daarmee niet zomaar terug.

Dat was wellicht op termijn wel gelukt als het daarbij was gebleven. Maar helaas blijkt verminderde gaswinning een simpel klusje vergeleken met de herstel- en versterkingsoperatie. Daar begon onze NederBrexit pas echt. De logica dat de NAM als veroorzaker zelf de schade moet herstellen, werkt bij ‘normale’ bedrijfsschade, maar niet wanneer een probleem zo maatschappelijk diep is ingeslagen. En toen de overheid dat, te laat, ontdekte en ferm besloot het heft in eigen hand te nemen, bleek ze zo mogelijk nog minder dan de NAM opgewassen tegen deze herculiaanse taak. Van de regen in de drup. Tot onbegrip van vrijwel iedereen. Betaal toch gewoon de schade! Waarom zo krenterig?

Met zuinigheid heeft het weinig te maken. Zelfs in de voorbije jaren van enorme overheidstekorten was er genoeg solidariteit om jaarlijks 13 miljard euro in te leveren via lagere aardgasbaten. Het ligt helaas ingewikkelder. Gewoon geld geven kan gewoon niet. Ergens moet iemand dat in goede banen leiden.

Het is belastinggeld, dus die iemand moet een protocol volgen, verantwoording afleggen, alle betrokkenen een rol geven etc. En voor je het weet is die iemand uitgegroeid tot een bureaucratische afstandelijke organisatie. Gewantrouwd door de omgeving. Die bovendien bij iedere beweging verder wegzakt in het drijfzand. Dit overheidsfalen lijkt niet meer door de rijksoverheid te herstellen. Van goede wil, maar te onbeholpen.

Staatstoezicht adviseert nu maar om de versterking als crisis te benaderen. Nog meer centrale sturing en regelgeweld dus. Wellicht. Maar ik denk dat we het elders moeten zoeken. Benjamin Barber analyseerde in zijn befaamde boek Als burgemeesters de wereld zouden regeren treffend dat sommige problemen zo groot en complex zijn dat ze alleen nog met het gezag, inventiviteit en pragmatisme van burgemeesters kunnen worden opgelost. Geen gekke gedachte.

Want wie het aardbevingsgebied kent, weet dat juist daar de burgemeesters het benodigde vertrouwen en het gezag genieten. Misschien wel als laatste der overheidsvertegenwoordigers. Laten we Barbers les in praktijk brengen. Trek de rijksoverheid terug en geef de burgemeesters een volwaardig mandaat om de Groningers hun toekomst terug te geven.