Niet-artsen besnijden jongens tegen de wet in

  • Hans Kema en Renee van Hest

    redacteuren Nieuwsuur

  • Hans Kema en Renee van Hest

    redacteuren Nieuwsuur

Uit onderzoek van Nieuwsuur blijkt dat in de dagelijkse praktijk ook niet-artsen religieuze jongensbesnijdenissen uitvoeren. En dat is tegen de wet. De Inspectie Gezondheidszorg gaat naar aanleiding van ons onderzoek in gesprek met niet-artsen die besnijdenissen uitvoeren, of dat van plan zijn te gaan doen.

In Nederland wordt ieder jaar bij tien- tot vijftienduizend joodse en islamitische jongetjes de voorhuid weggehaald om religieuze redenen.

De Inspectie Gezondheidszorg en het ministerie van Volksgezondheid treden tot nu toe niet op tegen niet-artsen die jongetjes besnijden. Een woordvoerder van de Inspectie geeft als reden: "In de afgelopen vijf jaar tijd hebben wij geen meldingen ontvangen van besnijdenissen waarbij iets is misgegaan, die zijn uitgevoerd door iemand zónder BIG-registratie."

De Inspectie weet wel hoe vaak het mis gaat als een arts besnijdt: in de afgelopen vijf jaar kwamen totaal acht meldingen binnen over letsel na een besnijdenis.

'Niets met de Inspectie te maken'

Herman Loonstein is in het dagelijks leven advocaat. Hij besnijdt sinds 1984 baby's in joodse kring. "Er komt geen overheid aan te pas en dat is maar goed ook want het is een religieuze gebeurtenis waar de overheid niets mee te maken heeft", zegt Loonstein.

De advocaat vindt dat hij een bekwame besnijder is omdat hij ooit een examen aflegde bij het N.I.K. (Nederlands Israëlitisch kerkgenootschap) en sindsdien naar eigen zeggen een kleine 2000 keer besneed. De Inspectie of een andere overheidsdienst heeft hem nooit gecontroleerd. "Als ze me zouden benaderen, dan vraag ik: 'wie is u?' Ik heb niets met de Inspectie te maken."

De Inspectie bevestigt nooit contact te hebben gehad met de advocaat over de besnijdenissen die hij als niet-arts uitvoert op joodse baby's. De reden hiervoor, zo zegt de Inspectie, is dat er nooit meldingen over Loonsteins activiteiten zijn binnengekomen.

'Ik heb niets met de inspectie te maken'

Voorbehouden handeling

"Het gezondheidsrecht schrijft voor dat als je tijdens een operatie weefsel wegneemt, dat onder de categorie voorbehouden handelingen valt van artsen, ongeacht voor welk doel je het doet", zegt hoogleraar Gezondheidsrecht Jaap Sijmons.

"Of je dat nou doet om therapeutische, cosmetische of religieuze redenen, dat maakt geen verschil", zegt Sijmons. "Het wordt gedoogd omdat het misschien gevoelig ligt maar er zijn toch ook complicaties die soms niet mals zijn."

Het ministerie van Volksgezondheid bevestigt dat volgens de wet alleen artsen een besnijdenis zelfstandig mogen uitvoeren en ontkent met klem dat er een gedoogbeleid zou gelden voor niet-artsen.

Cursus van veertig uur

De Joodse Rotterdammer Meïr Villegas Henriquez is op dit moment bezig zich te bekwamen in het besnijden van jongens. Hij werkt als docent op een business school. Net als advocaat Loonstein heeft hij geen medische achtergrond. Begin dit jaar volgt hij in Israël een veertig uur durende cursus om besnijder te worden. Als onderdeel van de training voerde hij ook drie besnijdenissen uit.

Hij wil de ingreep beheersen omdat hij naar eigen zeggen bang is dat deze traditie, samen met de kosjere slacht, ooit verboden zal worden. Hij wil deze joodse gewoonten koste wat kost in stand houden.

Volgens hem is de cursus en het daarbij behorende Israëlische diploma voldoende om in Nederland aan de slag te gaan als besnijder. "Als mensen van mijn diensten gebruik willen maken dan ben ik daarvoor beschikbaar", zegt de Rotterdammer.

"Dat iedereen een besnijdenis zou mogen uitvoeren omdat besnijdenis onder godsdienstvrijheid valt of omdat hij bekwaam is, is niet juist", aldus het ministerie van Volksgezondheid.

'Onvoldoende aandacht'

Sücrü Genco is kinderarts en eigenaar van Vatan-kliniek, één van de grootste particuliere besnijdenisklinieken van Nederland. Hij hoort dat ook in islamitische kring niet-artsen de ingreep uitvoeren.

"Af en toe hoor je wel eens verhalen dat een niet-arts het doet en daarom ook niet verdooft, want dat mag alleen een arts. Soms hoor je 'we hebben iets geregeld, we halen uit het buitenland een arts'. Je weet niet of het een arts is, iemand die besnijdenissen doet en dat dan bij twintig, dertig jongetjes. Dat gebeurt ook in Nederland helaas", verzucht Genco.

Omdat vanaf 2005 jongensbesnijdenis niet langer wordt vergoed in het basispakket, richtte Sücrü Genco vijftien jaar geleden zijn particuliere besnijdeniskliniek op. Van de circa 15.000 besnijdenissen in Nederland voert hij er naar eigen zeggen een derde uit, inmiddels op meerdere locaties in Nederland. Het valt hem op dat inspectie niet actief optreedt terwijl hij verhalen kent van besnijdenissen die uitgevoerd zijn door niet-artsen. Hij vindt dat de Inspectie Gezondheidszorg hier onvoldoende aandacht voor heeft.

In gesprek

De Inspectie Gezondheidszorg zegt naar aanleiding van het onderzoek van Nieuwsuur in gesprek te gaan met Herman Loonstein. "We hebben in het verleden geen contact gehad met de heer Loonstein", zegt de Inspectie in een reactie. "Er zijn geen meldingen gedaan over zijn handelen. Natuurlijk zullen we mensen die de wet overtreden ook aanspreken. We gaan dan ook met de heer Loonstein in gesprek."

Ook zegt de inspectie een gesprek te gaan voeren met aspirant-besnijder Villegas Henríquez, hoewel een voornemen te gaan besnijden als niet-arts volgens de inspectie "geen aanleiding kan zijn voor handhaving."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl