Emotionele discussie over vaccinatie, maar feiten ontbreken

Annelies Meester
Vaccinatie van baby

De discussie tussen voor- en tegenstanders van vaccineren laait al weer een tijdje op. Vooral in de media is het een emotionele discussie, niet gericht op inhoudelijke en wetenschappelijke feiten. Daar is het uitgangspunt dat vaccineren goed en veilig is en kinderen die niet gevaccineerd zijn worden gezien als een gevaar voor andere kinderen. De argumenten van de zogenaamde anti-vaxxers worden indianenverhalen genoemd. Ouders reageren vooral vanuit angst, om hun kinderen te beschermen. Maar waartegen precies?

Zonder de platgetreden discussiepaden weer te betreden wil ik een aantal feiten noemen over vaccineren, waar we niet om heen kunnen:

  • Het aantal vaccins is in 20 jaar tijd enorm toegenomen;
  • In Nederland zijn het inmiddels 32 doses van verschillende ziektekiemen, dat het kind binnenkrijgt voordat anderhalf jaar oud is;
  • In de USA is vanaf 1983 het aantal vaccins gestegen van 10 naar 40. En het eind is nog niet in zicht;
  • Er worden inmiddels ook al vaccins voor zwangeren aangeboden.

Hib-vaccinatie

De Hib-vaccinatie dient ter bescherming tegen een zogenaamde commensale bacterie, die als gast op onze slijmvliezen leeft zonder ziekteverschijnselen te hoeven veroorzaken. Pas bij weerstandsverlaging (oververmoeidheid, verzwakte afweer, na vaccineren) kan de bacterie leiden tot ziekte, zoals middenoorontsteking, sinusitis, bronchitis, of longontsteking. Sinds de DKT-vaccinatie in 1954 is het aantal gevallen van Hib-meningitis enorm toegenomen, behalve onder baby’s jonger dan 3 maanden, omdat die nog niet waren gevaccineerd. Er is dus een verband tussen vaccineren en de toename van Hib-meningitis. Voorde start met het Hib-vaccin waren er zes sterfgevallen per jaar. In zeldzame gevallen leidt een besmetting met Hib tot hersenvliesontsteking.

Meningokokken

De Meningokok is ook een commensale bacterie die bij 1 op de 10 mensen in de neus-keelholte zit, zonder er ziek van te worden. Besmetting vind plaats door gezonde dragers van deze bacterie en door patiënten die al ziek zijn. Een vaccin geeft geen levenslange bescherming. RIVM noemt 5 jaar voor het Meningokokken ACWY vaccin. De besmetting met het virus op latere leeftijd geeft grotere en mogelijk ernstigere gevolgen onder jong-volwassenen.

Mazelen

Ook het mazelenvaccin schept een tijdelijke immuniteit. Dit betekent dat gevaccineerde moeders hun baby via de borstvoeding geen antistoffen meer kunnen meegeven. Er zijn inmiddels 2 generaties die gevaccineerd zijn en jonge moeders kunnen dus niet goed meer antistoffen tegen een kinderziekte als mazelen doorgeven. De kwetsbaarheid van de allerkleinsten, het eerste half jaar, is veroorzaakt door de vaccinaties. Dit is van tevoren niet bedacht en is een vervelende bijkomstigheid van vaccinaties.

Weigeren

Het niet toelaten van niet-gevaccineerde kinderen op een crèche is onzin. Immers de ouders die de kinderen komen brengen en de verzorgers van de crèche zijn zelf dragers van (commensale) bacteriën en kunnen kinderen besmetten. Niemand wil dat zijn kind ziek wordt en dood gaat. Iedereen wil het beste voor zijn kinderen. Ik pleit voor een heldere wetenschappelijke discussie en een eerlijke informatievoorziening over voor- en nadelen van vaccineren, in plaats van de angst van onzekere ouders aan te jagen en op de emoties in te werken. Er is bijvoorbeeld in 2018 gevraagd door bezorgde ouders of er wetenschappelijk bewijs getoond kan worden dat vaccins veilig zijn. Hierop is nog steeds geen antwoord gegeven.

We moeten onszelf blijven informeren en nadenken en vooral kritische vragen stellen aan de beleidsmakers over vaccineren.

Dit artikel is geschreven door Annelies Meester

Dit artikel is geschreven als reactie op dit bericht in de Volkskrant.

Bronnen:
https://www.privacyfirst.nl/over-ons/columns/item/1146-vaccinatie-en-zelfbeschikkingsrecht.html
YouTube: Russel Blaylock- lezing van een neurochirurg over kinderen vaccineren
YouTube: Professor Christopher Exley bestudeert al ruim 30 jaar de toxische invloed van aluminium op het menselijk lichaam (met name op de hersenen)