Direct naar artikelinhoud
NieuwsGeneeskunde

Wereldgezondheidsorganisatie erkent Chinese geneeskunde: natuurbeschermers vrezen voor bedreigde diersoorten

De Wereldgezondheidsorganisatie staat op het punt deze week de traditionele Chinese geneeskunde formele erkenning te verlenen. Tot schrik van wetenschappelijke scherpslijpers en vooral van natuurbeschermers, die vrezen voor een nog grotere vraag naar ginseng, berengal en tijgerbot.

Chinese douane-ambtenaren inspecteren uit Rusland gesmokkelde hoorns van ernstig bedreigde saiga-antelopen. De hoorns worden gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde ter bestrijding van koorts en keelpijn.Beeld AFP

Het zou een belangrijk politiek succes zijn voor China op de 72ste Assemblee van de Wereldgezondheidsorganisatie in Genève, waar 194 WHO-lidstaten tot komende dinsdag praten over de elfde revisie van de zogenaamde ICD, het wereldwijde classificatiesysteem voor de registratie van ziekten. Dit systeem is onder meer de basis voor alle internationaal vergelijkbare gezondheidsstatistieken.

Diagnosen

In deze toonaangevende opsomming wordt nu op aandringen van China en een aantal andere Aziatische en Pacifische landen een speciaal hoofdstuk opgenomen over ‘traditionele diagnosen’, met daarin circa vierhonderd in de traditionele Chinese geneeskunde (TCM) bekende aandoeningen. Dat biedt WHO-lidstaten voortaan de mogelijkheid naast de reguliere ook de alternatieve, op TCM gebaseerde registratie te hanteren.

De traditionele Chinese geneeskunde is een drieduizend jaar oude traditie die behalve in China zelf ook populair is in Japan, Korea, Singapore en Vietnam. Centraal in TCM staat een holistische kijk op het lichaam die uitgaat van het vrijelijk stromen van de levensenergie (qi) door de zogenaamde meridianen en een goede balans tussen yin en yang. TCM-beoefenaren werken met eigen vormen van diagnose en behandeling, zoals aderlaten, acupunctuur en natuurlijke medicijnen op basis van kruiden en soms buitenissige ingrediënten van (al dan niet bedreigde) soorten, zoals ginseng, berengal, hertenpenis, gedroogde zeepaardjes en tijgerbot.

De ogenschijnlijke upgrading door de WHO is het resultaat van een jarenlange campagne van China om TCM wereldwijd geaccepteerd te krijgen als een alternatief naast de reguliere medische wetenschap. China ziet TCM als een politiek-strategisch belangrijk onderdeel van de Chinese cultuur en als een lucratieve groeimarkt. De Chinese export van TCM-producten steeg in 2018 met 7,4 procent tot 3,9 miljard dollar.

Critici noemen de ‘formele erkenning’ van TCM door de WHO een misplaatste statusverhoging van een pseudowetenschap. Want hoewel sommige TCM-behandelingen wel degelijk hout snijden (artemisinine, een koortswerend middel uit de plant zomeralsem – Artemisia annua – bleek zeer effectief tegen malaria, en goed voor de Nobelprijs voor geneeskunde in 2015) ontbeert het leeuwendeel elke vorm van wetenschappelijk bewijs.

Coen van Gool, epidemioloog bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), benadrukt dat het classificatiesysteem van de ICD een product van internationale consensus is. ‘Het achterliggende idee is dat alle lidstaten van de WHO hun statistieken over ziekte en sterfte baseren op de ICD, en aanleveren aan de WHO. De ICD moet daarom toepasbaar zijn in alle lidstaten. En dat is nu niet het geval, met name in landen waar traditionele geneeskunde een belangrijke rol speelt. Je kunt de opname van traditionele medische aandoeningen in de ICD zien als een bedreiging voor de reguliere medische wetenschap, maar ook als een kans om de internationale vergelijkbaarheid van statistieken over ziekte en sterfte verder te verbeteren.’

Natuurbeschermers

Natuurbeschermers zijn bezorgd dat de formele erkenning een extra stimulans zal vormen voor het gebruik van ingrediënten van bedreigde diersoorten. De toenemende populariteit van TCM bij de Aziatische middenklasse geldt als een van de belangrijkste krachten achter de booming wereldwijde illegale handel en stroperij in bedreigde diersoorten, zoals tijgers. Ook al hebben de Chinese overheid en de Wereldfederatie van Chinese Geneeskundige genootschappen (WFCMS) het gebruik van deze producten al jaren geleden verboden.

Volgens de WHO betekent het opnemen van traditionele aandoeningen uit de TCM in het classificatiesysteem niet dat de organisatie het gebruik van dierlijke producten ondersteunt of wetenschappelijk erkent. Maar natuurbeschermings-ngo’s als Panthera, Environmental Investigative Agency en Wildlife Conservation Trust vrezen dat de buitenwacht dit wel zo waarneemt en vragen daarom een ondubbelzinnige veroordeling door de WHO. Te meer daar de middelen niet werken en er plantaardige alternatieven zijn.

Nederland zal in Genève niet tegen het ICD-11-voorstel stemmen, hoewel de Tweede Kamer daar eerder in een motie wel op aandrong. Minister Bruins van Medische Zorg liet de Kamer vorige week al per brief weten dat het opnemen van traditionele aandoeningen ‘op geen enkele wijze een vorm van medische behandeling al dan niet in de vorm van (traditionele) medische producten en/of geneesmiddelen voorschrijft’.

Volgens Bruins berust het idee dat het voorstel het gebruik van producten van bedreigde soorten legitimeert op een misverstand. Er is geen enkele relatie tussen de ICD-classificaties en het gebruik van bepaalde producten, stelt Bruins, en dus heeft tegen stemmen geen zin. Nederland zal in Genève wel een stemverklaring afleggen waarin het pleit tegen het voor medische doelen exploiteren van bedreigde soorten.

Alternatieven

Richard Thomas van Traffic, een internationale ngo die de illegale handel in wilde soorten monitort, wijst erop dat het belangrijk is de overtuigingen van de honderden miljoenen praktisanten en gebruikers van TCM te respecteren. Wel erkent hij dat er zorg is over het gebruik van ingrediënten van bepaalde bedreigde soorten. ‘De TCM-wereld lijkt zich echter bewust van deze zorgen’, aldus Thomas. ‘Ook heeft de WFCMS meermalen haar steun voor het gebruik van alternatieven uitgesproken en in 2007 samen met enkele Chinese universiteiten en Traffic een handboek uitgebracht dat juist het gebruik van alternatieven adviseert.’

Reuzenmanta

Hoewel onbekend binnen de klassieke TCM werden gedroogde kieuwplaten van reuzenmanta, adelaarsroggen en andere grote roggen (peng yu sai) tien jaar geleden ineens populair, in aanvulling op gedroogde haaienvinnen en dito zeepaardjes, waarvan er jaarlijks tientallen miljoenen worden gevangen. Goed voor het immuunsysteem en de bloedsomloop, alsmede tegen kanker, nierkwalen en onvruchtbaarheid, al is er voor dit alles geen enkel bewijs. De meeste roggen zijn kwetsbaar tot bedreigd. Van gevangen dieren worden alleen de kieuwplaten gebruikt. Ze brengen 500 dollar per kilo op.

Een enorme manta, gevangen in de oostelijke Chinese provincie Taizhou.Beeld AFP

Saiga-antilope

De saiga is een ernstig bedreigde antilopensoort uit Centraal-Azië. De hoorns van het mannetje (ling yang) worden in geschaafde vorm, vermalen tot pillen of opgelost in water toegepast in TCM vanwege hun (onbewezen) ‘verkoelend’ effect tegen koorts en keelpijn. Ze brengen 150 dollar per stuk op. De kuddes van voorheen miljoenen dieren zijn door stroperij gereduceerd tot enkele tienduizenden, en hebben daarnaast te kampen met periodieke massale sterfte door infecties, vermoedelijk als gevolg van de klimaatverandering. Voor de hoorn kent TCM goedkope en duurzamere alternatieven, zoals geitenhoorn.

Aziatische zwarte beer

Berengal (xiong dan), veelal afkomstig van Aziatische zwarte beren en kraagberen (beide ernstig bedreigd), wordt in TCM onbewezen gebruikt tegen bijna alles, van ontstekingen tot aambeien en katers. Vroeger werden beren bejaagd, tegenwoordig worden ze veelal gehouden op bear farms, waar ze in kleine kooien zitten opgesloten en waar hun gal wordt geoogst via een drain. Het gaat om zeker tienduizend beren in China, Zuid-Korea, Laos en Vietnam (hoewel de praktijk daar officieel verboden is). Verse gal is 24.000 dollar per kilo waard. De markt wordt geschat op zeker 2 miljard dollar per jaar.

Een zwarte beer wordt verplaatst nadat hij is gered uit een ‘bear farm’ in China.Beeld AFP