Direct naar artikelinhoud
Europese Verkiezingen

Twitter, Facebook en Google beloofden een offensief tegen nepnieuws - wat komt daarvan terecht?

Beeld Studio Vonq

De Europese verkiezingen zijn een ‘laboratorium’ voor de omgang met nepnieuws door Google, Twitter en Facebook. Het blijkt een ware balanceeract, waarbij nog het nodige fout gaat.

en

‘Ik ben normaal ook voor thuisblijven, om dat antidemocratische nepparlement van graaiers, gekken en uitgerangeerde alcoholisten niet te legitimeren met een stem, maar #ItsTime voor een populistische dreun tegen die dronkemanskoppen. Lekker eurosceptisch stemmen 23 mei dus.’

Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Deze tweet van GeenStijl-redacteur Bart Nijman kwam hem op een schorsing te staan. Er zou onjuiste informatie in staan over ‘stemmen of stemregistratie’ rondom de Europese verkiezingen. Twitter haastte zich te verklaren dat het om een menselijke fout ging en draaide de beslissing terug.

Het incident illustreert dat de internetplatformen een dun koord bewandelen als het om nepnieuws gaat. Aan de ene kant staan ze onder druk om de verspreiding van onzin aan te pakken. Gevreesd wordt voor manipulatie, in het bijzonder door de Russen, zoals geprobeerd bij de vorige Amerikaanse presidentsverkiezingen. Toen deden de wildste verhalen de ronde op sociale media, zoals dat Hillary Clinton een pedofielennetwerk zou aansturen vanuit de kelder van een pizzeria.

Aan de andere kant vinden de betrokkenen in Europa dat bedrijven noch overheden veel zeggenschap moeten krijgen over wat waar is en wat niet. Een fout is bovendien zo gemaakt. Zo duidde de EU-website EU vs Disinfo een artikel van de Gelderlander aan als nepnieuws, omdat hierin een Russische Buk-raketfabrikant werd aangehaald die beweerde dat het Oekraïense leger de MH17 had neergeschoten. ‘Bijna hilarisch’, noemde hoofdredacteur Peter Jansen het voorval geïrriteerd. 

Vrijwillige gedragscode

De oplossing van de Europese Commissie is een gedragscode, afgelopen september ondertekend door onder andere Google en Facebook. De afspraken zijn vrijwillig: het verspreiden van leugens is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld haatzaaien, niet illegaal. 

Zo beloven de platformen het bereik in te dammen van pagina’s die nepnieuws verspreiden en om advertenties van informatie te voorzien, zodat gebruikers weten waar ze vandaan komen. Veel van de afspraken zijn inmiddels uitgevoerd, al klaagde de Commissie afgelopen vrijdag nog dat de platformen te weinig details prijsgeven om hun maatregelen echt op waarde te kunnen schatten.

Desondanks is het goed dat er iets gebeurt, vindt Claes de Vreese, hoogleraar politieke communicatie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Platformen als Facebook spelen nou eenmaal geen neutrale rol in het democratische proces, zoals ze jarenlang volhielden.’ Terwijl andere media zich aan afspraken moesten houden, zoals regels over politieke reclames en opiniepeilingen, vielen Facebook en Twitter lange tijd buiten de regelgeving.

Wat De Vreese betreft hadden de veranderingen wel wat eerder mogen plaatsvinden. Dat verwijt hij ook de politiek. ‘Die had veel eerder met een gedragscode voor de platformen kunnen komen. Maar blijkbaar was iedereen bang voor een ingewikkelde censuurdiscussie.’ Het resultaat is volgens hem lastminutewerk, met alle fouten die daarbij horen. ‘De gereedschapskist van Facebook is gloednieuw. Er is veel achterstallig onderhoud; alles gebeurt nu tegelijk onder enorme tijdsdruk.’

Censuur

Zo’n fout als van Twitter met Bart Nijman gaan we daarom vaker zien, verwacht Geert Lovink, lector netwerkcultuur aan de Hogeschool van Amsterdam. Het risico is dat Twitter of Facebook te voorzichtig wordt met het monitoren van nepnieuws, uit angst voor overheidsingrijpen, en bijvoorbeeld ook scherpe meningen zal verwijderen, vreest hij. Dan dreigt censuur op stevige opvattingen over gevoelige onderwerpen. 

Facebook en Twitter mogen dan accounts verwijderen, het is veelal onduidelijk hoe vaak en op basis waarvan, zegt Jeroen van den Hoven, hoogleraar ethiek en techniek aan de TU Delft. ‘Ze improviseren maar wat, maken fouten en zijn niet transparant over wat ze doen’, aldus Van den Hoven.

De hoogleraar vertrouwt de platformen en hun intenties dan ook niet. ‘Alleen omdat ze de druk vanuit de politiek voelen, doen ze dit nu.’ Hij vergelijkt het met een wielrenner die na zes keer op doping te zijn betrapt, zegt: maar deze keer heb ik echt niets gebruikt. 

Ook nu zijn er signalen dat niet alles werkt zoals beloofd. Volgens Facebook kan niemand meer politieke advertenties buiten de eigen landsgrenzen aankopen, om buitenlandse inmenging uit bijvoorbeeld Rusland te voorkomen. Burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom slaagde er echter probleemloos in om vanuit Duitsland een advertentie over Forum voor Democratie in Nederland te plaatsen, en vanuit Nederland een afbeelding over de politieke partijen CDU en AfD in Duitsland. Een woordvoerder van Facebook benadrukt dat er door de technische complexiteit altijd iets door de mazen kan glippen.

Dit is een transitieperiode, zegt Europees commissaris Věra Jourová, onder meer betrokken bij de gedragscode over nepnieuws. Na jarenlang te hebben stilgezeten, krijgen de techbedrijven nu een nieuw takenpakket. Jourová heeft met Facebook, Google en Twitter afgesproken na de verkiezingen te evalueren hoe de aanpak van nepnieuws is gegaan. ‘Deze verkiezingen zijn een soort laboratorium.’

Wat doet Facebook?

Naast het plan dat alleen in Nederland geregistreerde partijen politieke reclames kunnen plaatsen op het Nederlandse Facebook en Instagram, houdt het platform alle politieke advertenties bij op een openbare ‘advertentiebibliotheek’. Hier is onder meer de afzender en het betaalde bedrag van advertenties te zien, om gebruikers inzage te geven in wie hun advertenties voorschotelt en waarom. Wel noemt hoogleraar Claes de Vreese het een gemiste kans dat Facebook géén uitsluitsel geeft over de specifieke interesseprofielen waarop advertenties gericht zijn. Klimaat bijvoorbeeld, of christendom. 

Gegevens over een VVD-advertentie, afkomstig uit de advertentiebibliotheek van Facebook.Beeld Facebook

Daarnaast werkt Facebook samen met externe factcheckers, in Nederland die van Nu.nl. Zo ontkrachtte de nieuwssite het bericht dat de EU anonieme creditcards voor vluchtelingen zou financieren. Zulke berichten worden minder prominent gepresenteerd, gebruikers die ze willen delen krijgen een waarschuwing. Instagram – in handen van Facebook – experimenteert met een soortgelijk systeem. 

Ook verwijdert Facebook accounts van mensen die zich voor iemand anders uitgeven. In februari werden 168 Facebookaccounts verwijderd die in Moldavië onjuiste geruchten verspreidden over eenwording met Roemenië, een gevoelig onderwerp daar.

Wat doen YouTube en Google?

YouTube – in bezit van Google – verwijst zijn kijkers tijdens grote gebeurtenissen naar betrouwbare bronnen als BBC News of de NOS, door deze een prominente plek te geven binnen secties als ‘Top News’ en ‘Breaking News’. Het platform experimenteert verder met het plaatsen van feitelijk correcte tekstjes van bijvoorbeeld Encyclopædia Britannica bij filmpjes over gevoelige onderwerpen, om context te bieden bij eventueel nepnieuws. 

Dat ging onlangs mis bij de brand in de Notre Dame: filmpjes daarvan werden door de YouTube-algoritmen voorzien van feitelijke uitleg over de aanslagen van 11 september 2001. 

Google belooft berichten van gerenommeerde media een prominentere plek te geven binnen zoekresultaten en heeft op Google News een speciale sectie rond de verkiezingen met het nieuws van die media. Ook heeft het bedrijf een ‘advertentiedashboard’ waarop te zien is hoeveel geld partijen uitgeven aan advertenties bij Google, uitgesplitst per land.

Grafiek uit het transparantierapport van Google, waarin de uitgaven aan politieke advertenties per EU-land te zien zijn.Beeld Google
Gegevens uit het transparantierapport van Google over een GroenLinks-advertentie.Beeld Google

Wat doet Twitter?

Twitter heeft een meldknop waarmee gebruikers evident nepnieuws over specifiek ‘stemmen of stemregistratie’ kunnen rapporteren. Hiernaast is bij advertenties te zien wie de afzender is en in beperkte mate op wie die afzender zich richt. Ook Twitter heeft een bibliotheek waar alle politieke advertenties in te zien zijn, het ‘advertentie-transparantiecentrum’.

Gegevens over een D66-advertentie afkomstig van het advertentie-transparantiecentrum van Twitter.Beeld Twitter

Verder houdt Twitter zich bezig met het aanpakken van accounts die zich uitgeven voor iemand die ze niet zijn en verwijdert het bedrijf zogeheten bots, accounts die automatisch berichten plaatsen of erop reageren.

Lees meer over nepnieuws en de aanpak ervan

Onlangs begon minister Ollongren een campagne over nepnieuws. Maar heeft dat echt zo veel invloed als gevreesd? Lees er hier over. 

Met al dat nepnieuws op internet is handmatig controleren geen doen meer. Dus werken wetenschappers en bedrijven aan systemen die valse berichten automatisch opsporen.

Is wat u leest in de krant en op internet wel echt? Lees ons interview met de Leidse onderzoekers Alexander Pleijter en Peter Burger, wier expertise onder meer wordt gebruikt door Facebook en de nationaal coördinator terrorismebestrijding.