Als zelfrijdende auto's communiceren over wat ze doen, kunnen ze de doorstroom van het verkeer met minstens 35 procent verhogen.
Dat concluderen onderzoekers van de University of Cambridge. Ze bouwden een klein tweebaans circuit waar zestien autonoom rijdende speelgoedauto's overheen rijden. Als de auto's ieder voor zich rijden en één van de auto's stopt, ontstaat er al snel een opstopping. Net als bij menselijke chauffeurs moeten de zelfrijdende auto's wachten tot de auto's achter hen passeren met invoegen, waardoor er al snel een rij vormt.
Als de auto's onderling communiceren, kunnen ze gezamenlijk rekening houden met opstoppingen. Zodra één auto bijvoorbeeld op de linkerbaan stopt, worden alle andere auto's gewaarschuwd. Auto's op de rechterbaan minderen automatisch vaart, laten de auto's op de linkerbaan invoegen en vermijden zo samen de noodzaak om volledig te stoppen.
Aanpassing van beschikbare software
Het systeem werkt zelfs als er ook 'menselijke' chauffeurs meedoen. Als de onderzoekers handmatig een autootje vrij agressief door het zelfrijdende verkeer lieten rijden, gaven de auto's dat aan elkaar door. Ze maakten de weg vroegtijdig vrij voor de wegpiraat en konden zo de veiligheid en de doorstroming verhogen.
Het systeem van de onderzoekers werkt op basis van bestaande algoritmes die nu al worden gebruikt voor auto's die zelfstandig van baan kunnen wisselen. De auto's kunnen daardoor dichter op elkaar rijden, en voorspellingen doen op basis van auto's die voor hen rijden.
De onderzoekers willen hun systeem nu gaan testen in meer ingewikkelde scenario's, zoals op wegen met meer dan twee banen, kruispunten en meer soorten voertuigen.
Volg Bright op YouTube voor meer tech-video's
