Direct naar artikelinhoud
Opinie

Dierenwelzijn moet in de Grondwet

Dierenwelzijn moet in de Grondwet
Beeld ANP

De staat is verantwoordelijk voor het garanderen van dierenwelzijn, stelt Janneke Vink, universitair docent rechtsfilosofie en promovendus.

Twee daders van ernstige dierenverwaarlozing kregen deze maand geen (volledig) verbod tot het houden van (huis)dieren opgelegd in een strafzaak. Want, zo redeneerde de rechter onder meer: dieren in de veehouderij worden immers ook niet florissant behandeld en de maatschappij accepteert dat. Dat de veroordeelden met hun nalatige gedrag meerdere doden op hun geweten hebben verandert de zaak niet, want het gaat hier immers ‘slechts’ om dieren, aldus de rechter. Deze zaak toont aan dat het de hoogste tijd is om dierenwelzijn in onze Grondwet op te nemen.

Het valt nog te bezien of de rechter juist was in zijn veronderstelling dat de samenleving de misstanden in de veehouderij accepteert. Het zou flauw zijn te stellen dat deze rechter kennelijk in een ivoren toren heeft geleefd. Gelet op het overduidelijke afgrijzen dat de samenleving steevast vertoont zodra misstanden in de veehouderij naar buiten komen, zou je dat bijna wel denken. Filmpjes van misstanden worden massaal gedeeld, overtredende bedrijven geboycot, petities getekend, minister Schouten van landbouw wordt welhaast wekelijks op het matje geroepen en de verkoopcijfers van vegetarische burgers rijzen de pan uit. Laat dierenwelzijn de Nederlandse burger echt zo koud?

Dierenwelzijn moet niet aan de kant kunnen worden geschoven als een hobby, maar erkend als een primaire staatstaak

Enquêtes tonen het tegenovergestelde aan. Sinds de negentiende eeuw is men steeds verlichter gaan denken over dierenwelzijn en het einde lijkt nog niet in zicht. Sterker: uit Europees onderzoek blijkt dat 95 procent van de Nederlanders het belangrijk vindt om het welzijn van veedieren te beschermen, waarbij 89 procent van oordeel is dat de overheid hierin een rol dient te spelen. Hoe de rechter heeft kunnen veronderstellen dat de Nederlandse samenleving de verwaarlozingen en mishandelingen in de veesector accepteert, is een raadsel.

Het probleem is: deze rechter kan een verkeerde inschatting hebben gemaakt, maar of goed dierenwelzijn nu wel of niet een breed maatschappelijk streven is, doet er juridisch gezien op dit moment eigenlijk niet toe. Zelfs als de rechter in deze zaak een juiste inschatting had gemaakt van het belang dat de samenleving aan dierenwelzijn hecht, dan had precies dezelfde strafoplegging kunnen volgen. Oorzaak: dierenwelzijn is dan wel een belangrijk maatschappelijk thema, maar het heeft geen fundamenteel-juridische waarde.

Grote fout

Dat moet anders. Gelet op de waarde die de samenleving aan dierenwelzijn hecht, maar ook op de morele rechten van dieren, zou dierenwelzijn geen onderhandelbare, maar een grondwettelijke waarde moeten zijn. De Grondwet zou erkenning moeten geven aan het feit dat dierenwelzijn de Nederlandse bevolking in het DNA zit, en dat het garanderen van goed dierenwelzijn een verantwoordelijkheid van de staat is.

De Duitse en Zwitserse constituties kennen een dergelijke bepaling al: in die landen is de zorgverantwoordelijkheid voor dieren al grondwettelijk verankerd. Dat houdt in dat dierenwelzijn niet zomaar aan de kant kan worden geschoven als een hobby die ondergeschikt is aan - bijvoorbeeld - economisch gewin of politieke opportuniteit, maar dat het wordt erkend als een van de primaire staatstaken.

In de hier besproken strafzaak had een dergelijke grondwetsbepaling de rechter voor een grote fout kunnen behoeden: het miskennen van het belang dat de samenleving aan dierenwelzijn hecht. Het had ertoe geleid dat de rechter niet vrijelijk had kunnen beweren dat de maatschappij het verwaarlozen van dieren (met de dood tot gevolg) acceptabel acht. Het had hem gedwongen dierenwelzijn zonder meer mee te nemen in zijn overwegingen, puur omdat dat nu eenmaal grondwettelijk verankerd zou zijn. Zelfs al ging het, in zijn ogen, ‘slechts’ om dieren.

Lees ook:

‘We mogen alles met dieren doen zo lang ze maar niet lijden”

Is er een reden om de mens in rangorde boven het dier te plaatsen? Filosofen Bas Haring en Frank Ankersmit verschillen van mening.

Helpt het als we dieren in nood in beeld brengen?

Waarover debatteren filosofen als ze onder elkaar zijn? Trouw doet maandelijks verslag van een discussie. Vandaag met dierethici in Wageningen. Moet je carnivoren beelden van de slacht opdringen?