Direct naar artikelinhoud
ReportageSongfestival in Tel Aviv

Waarom Israël zielsveel van het Songfestival houdt

Fans laten zich dinsdag gaan tijdens de eerste halve finale van het Songfestival in Tel Aviv.Beeld Vyacheslav Prokofyev / Getty

Israël koestert het Songfestival. Niet alleen omdat het iconen als Dana International heeft voortgebracht, maar ook omdat het land tijdens de wedstrijd eindelijk even bij Europa hoort.

Dit is duidelijk een ­homofeestje: honderden mannen in strakke shirts staan op de dansvloer van de club, ergens in een industrieel gebied in het zuidwesten van Tel Aviv, en misschien tien, vijftien vrouwen. Elk songfestivalliedje dat wordt gedraaid, wordt luidkeels meegezongen. De massa raakt uitzinnig als ze de vrouw zien voor wie ze zijn gekomen: Dana International.

Stralend staat de Israëlische transseksueel die in 1998 het Songfestival won met haar liedje Diva, op het podium. Ze wiegt met haar heupen, draait met haar billen en duwt haar borsten vooruit. De zaal juicht. ‘I love you’, verzucht Dana in de microfoon.

Het enthousiasme voor het Songfestival reikt in Israël echter tot ver buiten de homoscene. ‘Het is bijna een nationale obsessie’, zegt Galia Press-Barnathan, hoogleraar internationale relaties aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. ‘We houden altijd van het festival, en sinds Netta Barzilai vorig jaar won, en Israël weer gastheer mag zijn, heeft de liefde een nieuw hoogtepunt bereikt.’

Die liefde, zegt Press-Barnathan, is ingegeven door de diepe wens om als land ergens bij te horen. ‘Israël is klein en ­geïsoleerd, en we zouden zo graag deel uitmaken van het kosmopolitische ­Europa. Tijdens het Songfestival is dat even zo, zijn we ‘gewoon’ één van de anderen – en soms zelfs de beste. Dat koesteren we.’

Hallelujah

Israël nam in 1973 voor het eerst deel aan het Songfestival. In 1978 won het de wedstrijd met A-Ba-Ni-Bi en een jaar later nog een keer met Hallelujah. ‘Vrijwel het hele land zat toen voor de televisie’, vertelt Daniel Dunkelman, een Israëlische Eurovisie-blogger. ‘Er was maar één zender, dus iedereen keek ernaar.’ 

En net toen het festival in de jaren ­negentig een beetje was ingezakt, kwam Dana International. Dunkelman noemt haar een sleutelfiguur in de geschiedenis van het Songfestival. ‘De liedjeswedstrijd was altijd al populair onder homo’s, maar Dana schopte het evenement definitief uit de kast: dit was een feest van de lhbti-gemeenschap. Tegelijkertijd werd zij door de hele natie omarmd en werd Dana een symbool voor inclusiviteit, een gigant die zo veel voor homo’s heeft betekend. In dit gekke, eigenlijk heel conservatieve land, maar ook ver daarbuiten.’

Het Songfestival-icoon Dana International op het podium.Beeld AP

Natalie Mizrahi (39), die samen met twee vrienden bij homobar Sphagat  staat, noemt zichzelf een serieuze fan van het Songfestival. Mizrahi is deze week bij beide halve finales van het Songfestival geweest en probeert nog kaarten te krijgen voor de finale van vanavond. ‘Wat er zo leuk aan is? Je weet nooit wat je te zien krijgt. En het is zó extravagant, zó kitchy, dat je het wel serieus moet gaan nemen.’

Iedereen die je op dit terras aanspreekt, noemt het Songfestival een vorm van escapisme, een manier om de harde realiteit even te vergeten. Ook de wens om bij Europa te horen, wordt vaak genoemd. En dit jaar overheerst nog de trots, om te laten zien hoe geweldig Tel Aviv is: een stad vol terrassen en restaurants, met een progressieve, liberale bevolking en een bruisend nachtleven – en dat allemaal aan de Middellandse Zee.

Daar is een hoop voor uit de kast getrokken. Eytan Schwartz is de bestuursvoorzitter van Tel Aviv Global, een afdeling van de gemeente die de stad mondiaal op de kaart moet zetten. Toen in september bekend werd dat het Songfestival in Tel Aviv zou worden gehouden, kreeg hij de opdracht de stad voor te bereiden op de komst van duizenden toeristen. ‘Honderden personen hebben zich hiervoor ingezet’, vertelt hij over de telefoon. ‘Dag en nacht hebben ze gewerkt.’

Hotelpersoneel moest worden getraind, extra bussen moesten worden ingezet die ook tijdens de sabbatrust op zaterdag rijden (wanneer het openbaar vervoer in het land normaliter plat ligt). Er loopt een klein leger van vrijwilligers in de stad om toeristen te helpen, en aan het strand is een gigantisch festivalterrein opgetuigd.

Bezoekers in Eurovision Village, een festivalterrein aan het strand van Tel Aviv dat vanwege het Eurovisie Songfestival wordt gehouden.Beeld REUTERS

Internationale bezoekers

‘Amsterdam schrikt allang niet meer voor tienduizend toeristen, maar voor ons, een stad met nog geen half miljoen inwoners, was het een uitdaging’, zegt Schwartz. Alles loopt op rolletjes, verzekert hij, en nee, hij denkt niet dat er veel minder internationale bezoekers zijn dan werd verwacht, zoals Israëlische media deze week meldden. Mensen zouden zijn afgeschrikt door de raketten die Hamas een week eerder vanuit Gaza afvuurde, of gehoor hebben gegeven aan de oproep het festival te boycotten omdat Israël de mensenrechten van de Palestijnen schendt.

Toch is een groot deel van de kaarten voor de finale van het Songfestival niet verkocht. Een strop voor de publieke omroep Kan, die zich voor miljoenen in de schulden heeft gestoken om het evenement te organiseren. ‘Met 500 euro zijn de kaarten extreem duur’, zegt de Britse David Simpson, die samen met zijn Spaanse vriend Javier Rangel op het festivalterrein staat. ‘Ik ga elk jaar naar het Songfestival, al sinds 2014, maar de prijzen hier zijn echt waanzinnig.’

Rangel heeft eigenlijk niets met het Songfestival. ‘We hebben al drie jaar een relatie’, vertelt hij, ‘en dit jaar ga ik voor het eerst mee, omdat ik Tel Aviv wilde zien. David is een echte fan: hij heeft thuis een playlist met allemaal songfestivalliedjes. Gruwelijk! En ik zal het een leven lang moeten aanhoren, want we hebben onlangs besloten te gaan trouwen.’

Meer lezen over het Songfestival

Waarom schoort Arcade zo goed? De Volkskrant luistert toon voor toon samen met singersongwriter Duncan Laurence naar het Songfestivalnummer

Wie denkt aan het Songfestival van 1975, barst spontaan uit in het blije Ding-a-dong. Weinig mensen zullen zich herinneren dat de sfeer minstens zo gespannen was als die nu is in Tel Aviv

Israël doet aan een knap staaltje morele marketing tijdens het songfestival. Geniet vooral van de waarschijnlijk fantastische finale, maar wees je wel bewust van de pinkwashing waaraan je ten prooi valt, betoogt docent en ‘Songfestivalnicht’ Ruben Wissing

Open deur van jewelste: bovengemiddeld veel homo’s houden van het Songfestival. Maar hoe komt dat eigenlijk? Is het nurture? Is het natureMogelijke verklaringen voor de innige band

Israël grijpt het Songfestival aan om zichzelf te promoten als een progressief en liberaal land. ‘Het is heel dubbel. Tel Aviv is daadwerkelijk een plek waar iedereen wordt geaccepteerd. Tegelijkertijd is Israël niet bepaald kampioen als het gaat om de erkenning van andermans rechten.’\

Column Bert Wagendorp: Het Songfestival is geen gekkenpolonaise vol IJslandse shockrockers, maar een geopolitieke ontwikkeling

Column Aaf Brandt Corstius: De IJslandse Songfestivalinzending Hatari is heel erg voor bondage en heel erg tegen Israël