Direct naar artikelinhoud
opiniegeluidsoverlast

Overheid, neem plezier dodende maatregelen tegen funcultuur in het algemeen en motorvolk in het bijzonder

Langer licht en meer zonuren, dat betekent meer motorrijders en dito geluidsoverlast. Is motorlawaai een grondrecht? August Hans den Boef uit het Gelderse Vorden vindt van niet: ‘Beperk die funcultuur en stel geluidsnormen en andere ‘plezierdodende’ maatregelen in.’

Motorrijders maken een toertocht nabij Spijkerboor in Noord-Holland.Beeld ANP

Wie, net als ik, landelijk woont, verwelkomt als ieder ander mooi weer. De schaduwzijde daarvan werd uitstekend beschreven door Sander van Walsum, in zijn artikel over de geluidsoverlast van motorrijders.

Het motorvolk dat na de winterslaap onder moeders rokken vandaan kruipt, als koeien uit de stal, danst van plezier. Het vee gaat over tot orde van de dag, het motorvolk feest echter door tot in november. Tijdens weekenden en vakanties in motorclubs, door de week als individualistisch woon-werkverkeer.

Van Walsum stelt de geluidsoverlast aan de kaak, maar had meer aandacht kunnen besteden aan het gevaar van structureel te hard rijden. Wel schiet hij met zijn verwijzing naar de Ferrari in de roos. Voor het grootste deel van het motorvolk is het voertuig immers niet een manier om van A naar B te komen, maar het symbool van een leefstijl: fun! Dat geldt ook voor ‘sportieve’ auto’s als de Ferrari en ‘robuuste’ bestelwagens als de Ram Van, voor scooters en speedboten. Het plezier zetelt in de constructie van het harde motorgeluid en in de rijstijl: de (illegaal) hoge snelheid in combinatie met veel schakelen, waardoor ook een ‘stille’ motor veel lawaai produceert. Daarom vormen de quad en de speedboot de ultieme versie van ‘lawaai-fun’, die zelfs niet meer pretenderen dat ze voor ‘van A naar B-vervoer’ zijn bestemd.

Typerend voor het gedrag van motorrijders is dat zij grenzen opzoeken en risico’s niet schuwen. Behalve het al genoemde (ultra-)racen – jammer voor de tegenligger – zijn er het diephangen in een bocht – jammer voor de boom – en het dicht naast elkaar rijden – jammer voor het achteropkomende verkeer. Kenmerkend voor de funcultuur is het zich niets aantrekken van anderen, kniesoren die de arme motorrijders hun grondrechten misgunnen. Slachtoffers als ze zijn. Kwetsbaar ook in het verkeer.

Merkwaardig, dit laatste, want het motorvolk brengt vooral zichzelf in gevaar, waarbij ook het stoere weigeren van verplichte, beschermende kleding hoort.

Het opzoeken van grenzen blijkt ook uit het brede spectrum van Nederlandse motorrijders. Het ene uiterste bestaat uit sympathieke liefhebbers die heel hun vakantie sleutelen aan hun Indian Chief Black Hawk uit 1950. Het andere uiterste zijn de criminelen. Daartussen ligt een onduidelijk gezelschap, zoals Van Walsum dat laat zien: de bagatellisator, de leugenaar en de middelvinger.

Terecht, dat hij de overheid verantwoordelijk stelt voor de oplossing van het motorvraagstuk. Die situeert nu de funcultuur in een pseudo-informele sfeer, waarin het gedogen domineert, weinig regels gelden en de handhaving op een laag pitje staat. Voor deze cultuur is ze zelfs bereid om dwars te liggen – Europese APK-keuring – in Brussel. Symbolisch voor deze attitude is de terugkeer van de Formule 1 in Zandvoort. Na 35 jaar!

De overheid zou inderdaad onmiddellijk de geluidspieken als omgevingslawaai moeten kwalificeren, heldere en reële geluidsnormen stellen, evenals beschermende kleding en de APK-keuring verplichten. Dit alles geldt ook voor quads, scooters, brommers en speedboten. Plus de nodige menskracht beschikbaar stellen om een en ander te handhaven.

Maar Den Haag kan structureel meer doen. Het bevordert nu al elektrische auto’s en wil die vanaf 2030 verplicht stellen. Waarom niet hetzelfde regime voor motoren, quads, scooters, brommers en boten? De lol is er dan snel vanaf, gezien de reacties van motor- en scooterrijders op vragen van de media over elektrische voertuigen.

De funcultuur is een anachronisme in een samenleving die steeds minder ruimte bezit en in tijden van energietransitie. Hiertoe behoren ook de steeds grootschaliger vuurwerken met Oudjaar en Pasen en al de kleine lokale feestjes die worden opgeschaald tot festivals met foodtrucks, biertenten en luide muziek tot diep in de nacht. De overheid weet dat het hierbij slechts om een kleine minderheid van burgers gaat, waartegen een meerderheid steeds meer bezwaren begint te ontwikkelen.

Voor stemmenverlies behoeft ze dus niet te vrezen.

August Hans den Boef is literatuurwetenschapper.