Direct naar artikelinhoud
Column

Maria’s zoon werd doodgereden tegen een boom, toch neemt zij het voor de bomen op

Maria’s zoon werd doodgereden tegen een boom, toch neemt zij het voor de bomen op

‘Ik hou veel van bomen en nog oneindig veel meer hield ik van mijn prachtige kind, maar het is nooit in mijn hoofd opgekomen om de boom verantwoordelijk te houden voor zijn dood.’ Dit schreef Maria Quist vorige week in een brief aan de Volkskrant, tegen het plan van de provincie Gelderland om 343 gezonde eiken langs de provinciale weg N319 in de Achterhoek te kappen, ‘voor de verkeersveiligheid’.

Maria’s zoon Willem, toen zeventien jaar oud, zat twintig jaar geleden in hun vorige woonplaats Appelscha aan de verkeerde kant van de auto van een vriend. Ze slipten tegen een boom. Geen alcohol, geen drugs, het was vrijdagmiddag kwart over zes. De vriend overleefde, Willem was op slag dood.

Willem Quist.Beeld Familiefoto

Maria’s man Rien, econoom van beroep, werkt nu de helft van de week voor Slachtofferhulp, daarom praten wij naderhand aan de telefoon. Rien vertelt hoe hij zelf een maand na het ongeluk op hoge snelheid de flauwe bocht is gaan rijden waar Willem verongelukte. En vaststelde dat de vriend nog veel harder moet hebben gereden, wat de politie bevestigde. Omdat er geen alcohol of drugs in het spel waren wilde men het er aanvankelijk bij laten: jeugdige overmoed. ‘Ik vond dat een heel verkeerd signaal aan jongeren. Ik was niet uit op een hoge straf, maar ik vond wel dat er recht gesproken diende te worden.’ De vriend kreeg een paar maanden rijontzegging en een donderpreek van de rechter. Laat ze dát vaker doen, vinden Maria en Rien: ‘Wie een auto bestuurt, is zelf verantwoordelijk.’

Ze wonen nu tussen de bomen aan de rand van Nationaal Park Dwingelderveld bij Dwingeloo. Aan de eiken in hun achtertuin hebben biologen van de Rijksuniversiteit Groningen vijftig nestkastjes gehangen voor onderzoek naar de bonte vliegenvanger. ‘Wanneer het voedselaanbod hier optimaal is, komen ze uit Afrika’, zegt Maria. De vogeltjes eten de rupsen die weer van deze eiken leven: een boom is meer dan een verkeersobstakel. Het massaal kappen van bomen langs wegen is een brute vernietiging van landschappen waaraan mensen zijn gehecht. En waar bomen weg zijn, gaan ook vogels weg. En de paddestoelen. En alle andere van de boom afhankelijke organismen.

Bomen op weg naar Maria.Beeld .

Veel bomen langs wegen worden gekapt nu een ‘actieplan’ van de overheid nul verkeersdoden wil. Minister Cora van Nieuwenhuizen (VVD) stelde 50 miljoen euro beschikbaar voor het veiliger maken van provinciale wegen. In maart zijn in het Overijsselse Heino honderd monumentale Amerikaanse eiken geveld. Langs Brabantse wegen staan veel bomen op de lijst.

Maar je kunt ook de maximumsnelheid verlagen. Vangrails of verkeersdrempels aanleggen. Er zijn petities, Kamervragen, maar minister Van Nieuwenhuizen wil zich er niet mee bemoeien.

Maria’s liefde voor de natuur begon ietwat paradoxaal: toen ze als dochter van een politieman met haar luchtbuks de Gelderse Waard introk om vogels dood te schieten. ‘Ik kon zo goed schieten, ze waren allemaal meteen dood.’ Tot er een keertje eentje halfdood was en ze het beestje zag vechten, ‘verschrikkelijk, nooit meer’. Eenmaal volwassen werkte ze voor Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten en was ze vijftien jaar landelijk coördinator van de Werkgroep Roofvogels Nederland.

Tegenwoordig kan Maria Quist kwaad uitweiden over het kappen van hele stukken bos in het kader van Natura 2000 door haar voormalige werkgevers: hei en stuifduin zouden beter zijn voor de biodiversiteit. ‘Natuurbeschermers denken dat ze architecten zijn nu. Maar een natuurbeschermer beschérmt natuur. En alle processen die daarmee samenhangen.’

Maria Quist.Beeld .

Los van het nut vraag ik me af: als natuurbeschermers al zoveel bomen kappen, waarom zouden provincies en gemeenten zich dan nog bekommeren om honderd eeuw­enoude eiken? Komt van het één niet ook het ander?

Maria vertelt een verhaal uit de Frankrijk, waar ze een deel van het jaar wonen. Een vader van een verkeersdode in de Drôme ging met een kettingzaag en wat hulpvaardige familieleden een reeks eeuwenoude platanen die hij verantwoordelijk hield te lijf: ‘Vond iedereen afschuwelijk. Maar wat is het verschil?’

Over Willems dood schreef ze een boek, Troostvogels. Negen jaar later, eerder ging het niet. Iedereen weet natuurlijk al acht jaar dat Willem dood is, schrijft Maria: ‘Maar nu heb ik hem dood geschreven.’ Toch is de troost van natuur in Troostvogels even onontkoombaar als het verdriet.

Omdat natuur is wat zich nu eenmaal aan je voordoet, denkt Maria Quist. En het is de verantwoordelijkheid van mensen zich tot al dat mooie en ook het lelijke te verhouden.