Hoe de politieke islam Niger is binnengeslopen

Afrika islamiseert, ook Niger, waar tot voor kort een gematigde interpretatie van de islam de overhand had. Met buitenlandse hulp wordt nu geprobeerd radicalisering tegen te gaan. Maar die inmenging wekt juist wantrouwen.

‘Allah is groot’, dreunen de kinderen met schelle stemmetjes in de madrassa meester Moussa Hassan na. Luidkeels zingen ze de verzen uit de Koran die hij ze heeft geleerd. Dan volgen de wijze lessen: ‘Groet mensen beleefd met de woorden salaam aleikum, vrede zij met u, wacht tot je wordt terug gegroet en uitgenodigd voordat je ergens binnengaat. Als jullie later groot zijn, weten jullie hoe een echte moslim zich hoort te gedragen, zodat jullie dat weer aan je eigen kinderen kunnen leren.’

De kinderen, sommigen pas 5 jaar oud, zitten op kleurrijke kleden op de vloer van het snikhete klaslokaaltje in een volkswijk van Niamey, de hoofdstad van Niger. Op straat scharrelen schapen in het zand, mannen hangen bedwelmd door de hitte – de temperatuur heeft 48 graden bereikt – op de stoep onder de schaduw van een boom. Uit de luidsprekers van de moskee verderop is de oproep tot het gebed net verstomd als de meester zijn les hervat.

Kinderen in gekleurde kleding zitten in de Koranschool van Moussa Hassan in een volkswijk van Niamey.

De kinderen betalen meester Moussa Hassan 100 CFA (16 cent) per week voor zijn Koranlessen, een bedrag dat zelfs de armste gezinnen in Niger nog kunnen missen. Zo kunnen vrijwel alle kinderen in het straatarme en kinderrijke Niger tegenwoordig naar school – de Koranschool welteverstaan – en verspreidt de ‘zuivere’ islam zich als een olievlek over Niger, vrijwel het laatste stabiele land in de Sahel.

Op de straten van Niamey zijn bijna geen vrouwen meer te vinden zonder hoofddoek, zelfs de kleinste meisjes dribbelen achter hun moeder aan in de in West-Afrika gangbare knielange hijab. Een straatbeeld dat pakweg tien jaar geleden nog zeldzaam was en nu angstbeelden oproept over de volgende fase in het rap geïslamiseerde Niger. Als eenmaal de politieke islam voet aan de grond heeft in een land is de stap naar radicalisering niet ver weg, zoals ook elders in de wereld blijkt – neem Mali, Indonesië of de Filipijnen.

Cheick Sabiou Malam Idi in zijn kantoor annex bibliotheek met de portretten van de Iraanse ayatollahs.

De islamisering van Niger, waar tot voor kort het soefisme leidend was, een gematigde islam die vaak wordt gecombineerd met Afrikaanse animistische tradities, is begin deze eeuw in een stroomversnelling geraakt. Het resultaat van het zorgvuldig geplande ‘islamitische project’ dat in de jaren zeventig werd uitgerold vanuit Saoedi-Arabië en overgenomen door de andere Golfstaten om via het geloof en met tientallen miljarden aan oliedollars wereldwijd politieke macht en invloed te verspreiden. Studenten tot ver in West-Afrika werden uitgenodigd om met studiebeurzen in Saoedi-Arabië, Iran, Egypte of Soedan de ‘ware’ islam en de shariawetgeving te bestuderen. En nog steeds woedt een harde concurrentieslag tussen het soennitische Saoedi-Arabië, het sjiitische Iran en de Moslimbroeders uit Egypte om de zieltjes uit Afrika.

In de jaren negentig keerde de eerste lichting studenten terug in Afrika om hun kennis aan hun landgenoten over te dragen, waarna het ‘ware geloof’ zich gestaag over de Sahel begon te verspreiden. Met geld uit de Golfstaten werden moskeeën en islamitische scholen en liefdadigheidsstichtingen opgericht, gelovigen legden de overige fondsen bijeen om het netwerk van islamitische instituties te vervolmaken. Inmiddels is de ‘Izala’ overal, zoals de Nigerezen de mix van verschillende streng conservatieve én politieke islam interpretaties noemen. De Izala ontstond in buurland Nigeria waar deze beweging door salafistische moslims werd opgericht om het in hun ogen heidense soefisme uit te roeien.

Bidkleedjes

Het plein voor een salafistische moskee in Niamey loopt deze vrijdagmiddag langzaam vol voor het gebed. Elk schaduwrijk plekje onder de bomen of langs de muren is in beslag genomen door mannen in lange gewaden op bidkleedjes. Een jongetje komt aan de hand van zijn moeder aanlopen, zijn opgevouwen bidkleedje trots balancerend op zijn hoofd als een volleerd moskeeganger. De laatkomers leggen hun kleedjes in de brandende zon richting het oosten als de imam vanuit de luidsprekers zijn gebed begint.

Verderop in de stad staat islamgeleerde Sjeik Sabiou Malam Idi ons welwillend te woord in zijn piepkleine kantoor annex bibliotheek. Rondom hem puilen planken uit met boeken en geschriften. Op tafel liggen lijvige boeken met leren kaften met sierlijke gouden opschriften in het Arabisch en Perzisch, twee grote portretten van de Iraanse ayatollahs staren ons vanaf de grond aan. De geestelijke, gehuld in een witte toga met bijpassende fez, kreeg in 1994 op zijn 12de de kans om in Egypte te studeren, vertelt hij. Na zeven jaar ging hij over van het soennitische geloof naar de sjiitische leer en accepteerde een uitnodiging om verder te studeren in Iran. ‘Die soennieten in Caïro waren allemaal heethoofden, altijd boos of opgewonden. De sjiitische islam is vrediger. Kijk naar de terreurorganisaties hier in de Sahel: Boko Haram, Al Qaida, IS. Het zijn allemaal soennieten. Ze krijgen steun van Saoedi-Arabië en wapens van de Verenigde Staten.’

Voetballende kinderen voor de Grote Moskee van Niamey die in de jaren 70  is gebouwd met geld van de Libische oud-leider Moammar Kadhafi 

De sjiieten vormen met zo’n veertigduizend aanhangers een minderheid, maar volgens de sjeik leven alle gelovigen in Niger vreedzaam naast elkaar; soennieten, sjiieten en ook soefi’s. ‘Uiteindelijk hebben wij moslims allemaal hetzelfde doel: een grote vreedzame islamitische samenleving en toepassing van de shariawetgeving.’ Zelf wordt hij als shariageleerde vooral geraadpleegd over familiezaken: mensen willen weten hoe ze volgens islamitisch recht kunnen scheiden of de erfenis verdelen.

Sjeik Sabiou Malam Idi keerde in 2003 terug naar Niger met een persoonlijke missie. ‘Ik wilde de mensen hier leren over de ware betekenis van de islam. Niemand die me hiertoe heeft gedwongen. Ik hou van mijn land en wilde de mensen vertellen over de islam en de profeet en wat hij heeft bedoeld. Dat we allemaal in vrede met elkaar kunnen leven als we dezelfde principes volgen. De mensen hier hadden niet de goede gewoonten, gewoon omdat ze niet wisten hoe het moest. Bijvoorbeeld dat jezelf moet wassen voor het gebed. Ik wilde ze de juiste weg onderwijzen.’

Zwakke staat

Toen het zaadje van de ‘zuivere’ religie eenmaal was geplant, kon ook de politieke islam zijn vleugels uitspreiden in Niger, vertelt Moulaye Hassane, hoogleraar Arabische studies aan de Universiteit van Niamey en voorzitter van het programma ‘Strijd tegen radicalisering en extremisme’ aan het Centrum van strategische studies en veiligheid (CNESS). ‘De politieke islam gedijt bij een zwakke staat. Burgers ontberen goede scholen, ziekenhuizen en andere diensten en ervaren blijvende armoede. Ze zijn teleurgesteld in de overheid en daarom makkelijk te beïnvloeden. Het salafisme lost problemen op waar de overheid geen antwoord op heeft.’

Een goed voorbeeld is het gebrek aan onderwijs, zegt Hassane. Vanwege de extreme bevolkingsgroei zijn er jaarlijks een half miljoen nieuwe schoolplekken nodig. De overheid kan hier niet in voorzien, dus gaan kinderen naar de Koranschool. ‘Hoe meer problemen worden opgelost door de islam, hoe meer macht en gezag de overheid verliest.’

De politieke islam sloeg bovendien aan op het antiwesterse sentiment dat in veel arme Afrikaanse landen ook na de dekolonisatie is blijven hangen. Vooral de bezuinigingen op de publieke sector die werden opgelegd door de Wereldbank en het IMF in de jaren tachtig in ruil voor torenhoge leningen, hebben veel kwaad bloed gezet, zegt Hassane. ‘Mensen zagen alles achteruitgaan: zorg, infrastructuur en onderwijs, en er is niets voor teruggekomen. Dat heeft veel woede losgemaakt bij de bevolking over de voortdurende westerse inmenging’, legt Hassane uit. ‘De invloed vanuit de Arabische wereld ervoeren ze juist wel als positief. Tijdens de grote hongersnood van 1982 bijvoorbeeld kwam de voedselhulp uit de islamitische wereld en niet uit het Westen.’

De verspreiding van de politieke islam ging daarna vanzelf via de nieuwe in de Arabische wereld opgeleide religieuze elite en de oprichting van islamitische instituties en liefdadigheidsstichtingen, legt Hassane uit. ‘Er zijn geen fondsen meer nodig uit Saoedi-Arabië of andere Golfstaten, burgers leggen nu zelf geld bijeen voor de bouw van moskeeën en scholen. De islamisten hebben alle economische macht in handen, ze hebben de winkels en de bedrijven en investeren in elkaar. Ze opereren buiten het oog van het mondiale bancaire stelsel en zijn daarom onaantastbaar.’

Het soennisme en het sjiisme zijn de twee hoofdstromingen in de islam. De twee verschillen vooral van opvatting over de opvolging van Mohammed. De overgrote meerderheid van de moslims wereldwijd is soennitisch. Het sjiisme is de leidende godsdienst in Iran, maar wordt ook gepraktiseerd in landen als Jemen, Irak, Bahrein en Pakistan.

Het salafisme is een fundamentalistische, conservatieve stroming binnen de soennitische islam. In Saoedi-Arabië ontstond het wahabisme als variant dat omarmd werd door het Saoedische koningshuis en sindsdien actief verspreid wordt over de wereld. Veel salafisten distantiëren zich echter van het wahabisme, omdat zij het Saoedische koningshuis te westersgezind vinden.

De sharia is het islamitisch recht dat het juiste menselijk handelen bepaalt op basis van studie van de Koran en andere heilige geschriften. Er bestaat geen wetboek en het kan dus op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. De sharia wordt vooral toegepast op familierecht, de positie van vrouwen en in sommige strafzaken.

Het soefisme is een mystieke stroming in de islam die tot uiting komt in een meditatieve en ascetische levensstijl.

Binnen tien tot twintig jaar is Niger een islamitische staat, voorspelt Hassane. ‘Niet omdat het met geweld is opgelegd, maar via een langzaam proces van beïnvloeding en langs democratische weg. Religieuze politieke partijen zijn hier nu nog verboden, maar met de nieuwe religieuze elite zal dat veranderen. Mensen hier willen geen kalifaat maar gewoon een islamitische samenleving. Toen ze in Mali begonnen met handen af te hakken en mensen te stenigen, schrok iedereen hier. Salafisme oké, maar toepassing van het shariastrafrecht dat ging iedereen een stapje te ver.’

Smetteloos wit

De salafistische moskee Ibn Sina stroomt deze middag vol met jonge godsdienstigen. Van alle kanten komen kinderen aanzetten, allemaal in smetteloos wit. De meisjes met hijab, de jongens in djellaba. Het zijn er honderden. De kinderen zijn in groepen verdeeld naar leeftijd en geslacht. Een meester beent tussen de groepen door, met een zweep tussen zijn handen op de rug geklemd. Een moeder duwt haar verlegen kleuter naar binnen, een jongen zijn kleine broertje.

‘Elk jaar hebben we hier meer kinderen en elk jaar zijn ze jonger’, vertelt leraar Marmane Babacar Mahamane als hij de kinderen verwelkomt. ‘Iedereen wil goed islamitisch onderwijs voor zijn kinderen. Ouders beseffen nu dat zij vroeger onvoldoende hebben geleerd over de islam en willen dat voor hun kinderen beter doen. Ook de kinderen zelf zeuren om Koranlessen als ze zien dat hun vriendjes ook gaan.’

Ibn Sina moskee.

Nu de politieke islam in Niger een feit is, dringt het besef door dat dit ook het gevaar van radicalisering met zich meebrengt. ‘Voor sommigen gaat het proces van islamisering immers niet snel genoeg’, zegt Fath Alaleem Abd Alhai, arabist en directeur van het onderzoekscentrum Sudan Research Strategy Center in Khartoum. Hier, in de hoofdstad van Soedan, duizenden kilometers verderop in de Sahel, staat de grootste islamitische universiteit van Afrika en komen jonge moslims uit de hele wereld om de Koran en het islamitische recht te bestuderen.

In zijn rommelige kantoortje in de Soedanese hoofdstad legt hij uit dat het islamitisch project bedoeld was om geleidelijk de conservatieve maar vreedzame wahabitische islam, waar het Saoedische koningshuis aan is verbonden, over Afrika te verspreiden en zo zijn invloed te vergroten. Die ambitie viel in Afrika in vruchtbare aarde. In Afrika waren nauwelijks opleidingsmogelijkheden, kansen om te studeren in het Westen waren beperkt. ‘Nu konden jongeren in de oliestaten ineens gratis komen studeren. De studenten die hier worden opgeleid, zijn de ministers en de machthebbers in hun land van de toekomst en zouden zo de boodschap verspreiden.’

Maar bij terugkeer in hun thuisland zijn deze studenten soms teleurgesteld over de beperkte invloed die ze kunnen uitoefenen, waarschuwt de Soedanese islamdeskundige. ‘Het risico bestaat dat ze dan radicaliseren en vatbaar worden voor salafistische en andere meer extremistische groeperingen die ook vinden dat de islamisering niet snel genoeg gaat en de islam via de jihad met geweld willen verspreiden.’

In Niger zijn de alarmbellen inmiddels afgegaan en wordt nu alle buitenlandse hulp omarmd om radicalisering en terreurdreiging vanuit de buurlanden af te wenden. Onlangs werd in Zinder, in het zuiden van Niger waar de terreurorganisatie Boko Haram oprukt, voor het eerst een imam opgepakt wegens haatzaaien. Ook probeert de overheid nu financiële transacties uit het buitenland te monitoren om terreursponsoring tegen te gaan.

‘De overheid heeft zich te lang verzet tegen het idee dat er extremisme bestaat in Niger’, zegt Aminou Laquali, hoofd van SOS Civile, een door de EU gesteunde organisatie die zich bezighoudt met het verbinden van de religies in Niger en het tegengaan van radicalisering. ‘Tot vier jaar geleden ontkende de overheid zelfs dat Boko Haram al in Niger zit.’

‘Nu is het 5 voor 12’, zegt Laquali. ‘Het gevaar is al in de samenleving en komt uit de mond: het narratief. Ik leerde als kind al dat christenen haram waren en werd gevoed met allerlei negatieve verhalen. In Maradi, de regio in het zuiden waar ik ben opgevoed, werd toen al verteld dat modern onderwijs (boko) haram was, dat het was opgelegd door het Westen en dat we zo van ons geloof, de islam, werden afgeleid.’

‘Op de universiteit speelde religie dertig jaar geleden, toen ik studeerde, nog geen rol’, vertelt Laquali. ‘Nu is 90 procent van de studenten beïnvloed door de politieke islam. Zelfs binnen de muren van de universiteit zijn onofficiële moskeeën waar radicale imams prediken. Via het intellectuele debat wordt zo een nieuw narratief verspreid over het ware geloof. Deze nieuwe generatie vrome moslims is opgeleid, welbespraakt, goedgekleed, gedraagt zich verheven en lijkt over geld te beschikken. Zij vormen de nieuwe elite die het politieke, economische en sociale leven in Niger beheerst. Ze hebben de staat niet meer nodig.’

‘De salafisten hebben onze maatschappij vergiftigd’, zo vinden de traditionele religieuze leiders in Niger die deze middag bijeen zijn gekomen in de woning van een katholieke afgevaardigde voor een interreligieus overleg. Zij doen dit sinds enige jaren op initiatief van SOS Civile om het toenemend geweld tegen christenen in de kiem te smoren. Soefi-leider Sjeik Barham legt uit hoe zij werden wakker geschud toen radicale islamisten in 2012 in Mali het kalifaat uitriepen. ‘We zagen de vernielingen in Timboektoe en de wrede lijfstraffen en toen beseften we wat een leugenaars het zijn. Wat ze allemaal aanrichten in naam van Allah. Hoezeer ze onze levensstijl beïnvloeden met hun radicale voorschriften.’

‘Ze willen onze vreedzame cultuur vernielen en prediken vijandelijkheid en intolerantie’, zegt Sjeik Barham. ‘Ze misbruiken de armoede, de vroomheid en ongeletterdheid en zeggen dat we alles fout deden. Ze willen onze vrouwen zelfs dwingen handschoenen te dragen en zich helemaal te bedekken en alleen nog maar door een klein venstertje te kijken. En dat bij een temperatuur van 50 graden in de woestijn.’

Strijd tegen terreur

Die woestijn van Niger is inmiddels het centrum van de internationale strijd tegen terreur in de Sahel. Amerikanen, Fransen en Europeanen zijn er in groten getale neergestreken en betalen de Nigerese overheid grof geld voor hun medewerking aan de bestrijding van terreur, wapensmokkel en migratie. Dit leidt alleen maar tot woede bij de bevolking, zegt de bekende Nigerese burgeractivist Nouhou Arzika. ‘Iedereen weet dat de Amerikanen en Europeanen hier zijn voor hun eigen belangen in de woestijn en niet voor ons’, zo vertolkt hij het sentiment onder de bevolking in zijn benauwde kantoortje, waar een ventilator vergeefs de hitte probeert te verdrijven.

‘Ze zijn hier om ons opnieuw te bezetten en arm te houden zodat ze onze grondstoffen kunnen exploiteren’, vertelt Arzika. ‘Ze financieren terreurgroepen en leveren wapens om ons land te destabiliseren en zo hun aanwezigheid te verantwoorden. Burgers ervaren onze regering als een marionet van het Westen.’ Die samenwerking, waarschuwt de burgeractivist, voedt het antiwesterse sentiment dat de radicale islamisten juist in de kaart speelt.

Ibn Sina moskee.

Als de Koranlessen voorbij zijn in de moskee Ibn Sina rennen de kinderen naar buiten, de zinderende hitte van de namiddag in. ‘Sommigen zijn bijna klaar voor hun diploma’, vertelt meester Marmane Babacar Mahamane trots. In de hoek liggen lege dozen van Direct Aid, een islamitische hulporganisatie uit Koeweit. ‘We krijgen veel buitenlandse steun voor onze religieuze festiviteiten’, vertelt de meester. Het komende feestje wordt betaald door Qatar. ‘Boeken, kleding en’, glimlacht hij, ‘er komt nog een wedstrijd, maar dat is een verrassing.’