Direct naar artikelinhoud
OpinieKlimaatbeleid

Integreer natuur in steden en landschappen en laat de natuur zo zelf voor de beste oplossingen zorgen

Voor een fijner leefklimaat lopen burgers eerder warm dan voor een technocratisch klimaatbeleid. 

Integreer natuur in steden en landschappen en laat de natuur zo zelf voor de beste oplossingen zorgen
Beeld ANP

Voor veel Forum-stemmers raakt Baudets klimaatkritiek een gevoelige snaar: ‘Wat wij hier doen heeft nauwelijks ­effect op klimaatverandering. Daar hoeven Nederlandse gezinnen toch niet krom voor te liggen?!’

Baudet legt hiermee de zwakte van het klimaatbeleid bloot. Een veelal technocratische benadering maakt dit beleid tot iets abstracts, waarbij belastingcenten gebruikt (lijken te) worden voor iets dat het eigen leven of land niet beter zal maken. Dát is Baudets groene gekte: de idee dat terwijl er lokaal zo veel mis is, de linkse en besturende elite druk is met mondiale, moreel verheven doelen, waarvoor de gewone burger vervolgens de rekening mag betalen.

Zoals de afgelopen verkiezingen pijnlijk duidelijk hebben gemaakt, wordt hiermee het draagvlak voor klimaatbeleid uitgehold. En hoewel het klimaatakkoord bepaalde baten benadrukt – nieuwe banen, schonere steden, comfortabelere huizen, een industrie die voorop loopt – is er gebrek aan een inspirerende ­visie. Zaken als een CO2-heffing, warmtepompen en de energietransitie, hoe belangrijk ook, zet het klimaatakkoord stevig in de technocratische hoek.

Milieubeleid verwordt zo tot strijdpunt in de ‘cultuuroorlog’ tussen ­gepolariseerde wereldbeelden die zich steeds helderder aftekent: tussen ­stedelijke (post)moderne elites die zich verbonden weten met mondiale doelen enerzijds, en traditionalisten en conservatieven die zich getart voelen door zulke ‘politieke correctheid’ en de lokale kosten daarvoor weigeren te dragen, anderzijds.

Maar het kan ook anders. Klimaatbeleid dat stevig inzet op regeneratie en integratie van natuur biedt een scala aan concrete voordelen voor mensen en werpt dus vruchten af in ‘de eigen achtertuin’. Ook qua effectiviteit doet een dergelijke benadering niet onder voor andere maatregelen. Een recente studie van wetenschapper Thomas Crowther suggereert zelfs dat het planten van bomen één van de krachtigste methoden is in de strijd tegen klimaatverandering.

Bomen doen meer dan alleen CO2 opnemen. Ze dragen bij aan verbetering van bodem-, water-, lucht- en voedselkwaliteit; aan biodiversiteit; en aan de veerkracht van het ecosysteem. Bomen reguleren het lokale ­klimaat en verminderen hittestress. Ze maken ons weerbaarder tegen de gevolgen van klimaatverandering.

Bomen zorgen voor hogere huizenprijzen en een gunstiger vestigingsklimaat voor ondernemingen. Er zijn dus ook baten in strikt economische zin. Maar wat ons echt over de streep zou moeten trekken zijn de enorm positieve effecten van natuur op de mens: op zijn gezondheid en vitaliteit, welbevinden en geluk, en zelfs op in hoeverre hij zich sociaal gedraagt.

Onderzoek toont keer op keer aan hoe ingrijpend deze invloed is. Talloze studies laten inmiddels zien dat in de natuur zijn, en zelfs louter het bekijken van natuurbeelden, een ­positieve invloed heeft op onze hersenen, lichamen, gevoelens, denkprocessen en sociale interacties. Natuur produceert een waterval van positieve emoties en kalmeert het zenuwstelsel. Dit helpt mensen om meer openheid, verbondenheid, vrijgevigheid, creativiteit en veerkracht aan de dag te leggen. Natuur komt daarmee ten goede aan het psychologisch, ­fysiek en sociaal welzijn in de samenleving.

Groen is dus niet gek, maar goud! Op EU-niveau wordt hier beleidsmatig al op ingezet. ‘Nature-based-solutions’ noemen ze dat. Integreer natuur op intelligente wijze in steden en landschappen en laat de natuur zo zelf voor de beste oplossingen zorgen.

Klimaatbeleid in deze zin zou wellicht beter levenskwaliteitsbeleid ­genoemd kunnen worden. Het draagt direct bij aan thema’s waarover veel Nederlanders zich druk ­maken, van veiligheid tot gezondheid. En er valt een inspirerend en mobiliserend verhaal over te vertellen. Een verhaal dat laat zien dat we de kosten van dit beleid dubbel en dwars terugverdienen. Een verhaal dat laat zien dat, hoewel we met dit beleid misschien niet ‘de wereld redden’, we Nederland wel groener, veiliger, gezonder, gelukkiger, vrediger en veerkrachtiger maken. Zelfs de grootste klimaatsceptici zullen daar niet veel tegen in te brengen hebben.

Belangrijker nog: een werkelijke herwaardering van de natuur zou wel eens het beste kunnen zijn wat we kunnen doen bij het ons aanpassen aan, en enigszins in toom houden van klimaatverandering. 

Annick de Witt is verbonden aan het Copernicus Instituut van de Universiteit Utrecht.