Terug naar de krant

Ik droom van een verbod op zelf auto rijden

Leeslijst column Rosanne Hertzberger
Leeslijst

Zo nu en dan verlang ik naar een autoloze zondag. Of misschien zelfs een paar per jaar. Geen herrie, geen uitstoot, de kinderen die eindelijk een keer op hun loopfietsjes de stoep af mogen en de wijde wereld in, zonder bezorgde moederhanden die in hun bovenarmpjes knijpen.

Begrijp me niet verkeerd, ook ik spendeer de helft van mijn leven op zoek naar een parkeerplaats (en als hopeloos stadsmens weiger ik naar een dorp te verkassen). En toch droom ik van een wereld waarin de auto een ondergeschikte rol krijgt. Ik koester nog steeds de hoop dat de zelfrijdende auto die droom komt waar maken. Een auto van wie je de onderdanigheid gewoon kan programmeren. Eigenlijk hoop ik op de meest rigoureuze variant: een totaalverbod op zelf rijden in de bebouwde kom. Geen zebra’s meer. Geen klaarovers bij scholen. Niet meer links-rechts-links-rechts, en nog een keer voor de zekerheid. Geen geknijp in kinderarmpjes. Nee, de lokale autoriteiten (wij!) die de hand om de bovenarm van de robotauto knijpen en hem als kind door het verkeer dirigeren: langzaam rijden! Voorrang verlenen! Kijk uit voor peuters! Links-rechts-links-rechts-kijken en nog een keer.

Ik stel me voor dat je dynamische regels kunt instellen. In de ochtendspits de auto wat meer ruimte, of op bepaalde kruispunten. Zodra het begint te regenen hebben fietsers en voetgangers prompt overal voorrang. En mocht de autorit daardoor wat trager verlopen is dat ook niet zo’n ramp. Automobilisten kunnen werken of slapen of Netflix kijken of alvast een borreltje opentrekken. Na het afleveren thuis rijdt de auto zelf weer verder. In plaats van parkeerplek in te nemen gaat hij zich ergens anders nuttig maken, taxi spelen, of ergens waar de zon schijnt energie opwekken.

Ik kan niet wachten op de toekomst. Maar het duurt allemaal zo lang. Ik maak me tegenwoordig ronduit zorgen of de zelfrijdende auto niet een doodgeboren kindje is. Of we het straks alleen moeten doen met een slap aftreksel ervan, een veredelde cruise control. In de recente Tegenlicht-documentaire ‘De rijdende robot’ hielden de makers van ‘The Moral Machine’ de kijker de volgende morele kwestie voor. In een online spelletje moeten spelers de vraag beantwoorden of ze willen dat een zelfrijdende auto een vrouw of een dakloze op een zebra doodrijdt, als die in de situatie komt dat hij moet kiezen. Fascinerend uiteraard, en we weten ook zeker dat er straks echt algoritmes komen waarbij je kunt kiezen welke verkeersdeelnemers het meeste gevaar lopen.

Maar is dit echt het urgentste dilemma als er zeer waarschijnlijk talloze levens gered kunnen worden? In plaats van vragen ‘wie moet er dood?’, kun je ook vragen: wie blijft er allemaal in leven door de autopiloot? Wie worden er straks allemaal niet doodgereden op Brabantse 80km-wegen? En hoeveel ruimte krijgen we terug?

Ik ben bang dat dit soort vragen, hobby’s van filosofen en juristen en beleidsmakers, eerst beantwoord moeten worden alvorens er ook maar een kilometer wordt afgelegd zonder bestuurder. Als we op alle antwoorden moeten wachten weten we zeker dat het gewoon nooit gaat gebeuren.

Nu zijn er uiteraard wat urgentere vraagstukken, die ook in de documentaire aan bod komen. Wat dreigt is dat niet onze autoriteiten, en al helemaal niet de lokale autoriteiten, maar Silicon Valley straks ons verkeer programmeert. Maken we onze levens zo niet ondergeschikt aan computersystemen? Hoe zit het met privacy? Wat doen bedrijven met alle data? Yuval Harari vergelijkt de uitruil van onze gegevens voor gratis emaildiensten en andere handigheden met „Afrikaanse en indiaanse stammen die onbewust hele landen aan Europese imperialisten verkochten voor wat kleurige kralen en goedkope snuisterijen”. Hopeloos naïef.

Vooropgesteld: ik wil niet nog meer handjes van Google rond mijn bovenarm. Maar ik wil wel al Googles hedendaagse kralen en snuisterijen. Volgens mij kan alles tegelijkertijd. Transparantie, data-eigendom en zeggenschap afdwingen, de bedrijven opbreken om hun macht te doen slinken en tegelijkertijd ruim baan maken voor hun producten. Als we accepteren dat niet alle filosofische dilemma’s beantwoord zullen worden, schiet het een klein beetje op met de vooruitgang. Dan kunnen we misschien deze eeuw nog stoppen met Middeleeuwse hobby’s als auto’s besturen.

Rosanne Hertzberger is microbioloog.
Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 27 april 2019.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in