Terug naar de krant

Hoe de crisis in FVD bewijst dat media in campagnetijd hun taken verzaken

Leeslijst rubriek Haagse invloeden

Deze week: Baudet en zijn plaats in het narcistenkartel.

Ofwel: grote vragen voor politiek en media na de crisis in Forum voor Democratie.

Leeslijst

Op de een of andere manier moest ik deze week telkens denken aan dat ene mailtje. Het mailtje dat Thierry Baudet 23 november vorig jaar, half drie ’s nachts, zijn 149 collega’s in de Tweede Kamer stuurde.

Er was een eindejaarlijstje gemaakt met de muziekvoorkeur van Kamerleden – vooral pop. Baudet schreef: „Allemaal enorme kutmuziek. Hoe is zoiets mogelijk?!”

Zijn slotzin: „Wat is er met jullie aan de hand?”

En toen de week vorderde, en de berichten over Forum voor Democratie absurder werden, schoot die laatste zin me steeds weer te binnen.

Het begon met het onthullende NRC-vraaggesprek, vorig weekeinde, waarin mede-oprichter Henk Otten Baudet bekritiseerde. Daarna dagen van intern FVD-nieuws waaraan je zag dat gezwollen historische verwijzingen niet leren dat de spreker het vak van politicus verstaat.

Op dinsdag bleek dat Otten het penningmeesterschap kwijt was. Op woensdag vernam hij per tweet dat hij geen fractiemedewerker meer was. Op donderdag verdween hij uit het partijbestuur – na een nieuwe NRC-onthulling, nu over een betaling van Otten aan zichzelf.

Alleen de échte politieke sufferds slagen erin het slechte nieuws elke dag slechter te maken.

En intussen is dezelfde Otten gewoon FVD-lijsttrekker bij de komende Eerste Kamerverkiezingen.

Dus aan het einde van de week zat dat ene mailtje nog altijd in mijn hoofd.

Ik dacht: misschien moet een van die 149 Kamerleden Baudet even terugmailen. „Wat is er met júllie aan de hand?”

Het was sowieso een week waarin rechts-nationalisten kritiek kregen die zij zelf meestal ‘het partijkartel’ verwijten.

Eindeloos keerde Wilders zich de laatste jaren tegen ‘de graaiers’.

Nu bleek PVV-Tweede Kamerlid Dion Graus waarschijnlijk een te hoge reiskostenvergoeding van de Tweede Kamer te ontvangen – omdat hij, schreef de Volkskrant, moedwillig een verkeerd woonadres zou opgeven. Wilders hield zich op de vlakte.

Vervolgens zei Hiddema (ook FVD): ik denk dat ik een vergelijkbare fout heb begaan. Baudet hield zich niet eens op de vlakte: hij zei er gewoon niets over.

Zo kregen alle analyses over het onbehagen in Nederland, over de veenbrand, de ontriefde burger, de boze burger etc., ineens ook iets onwerkelijks: studiekamer-ijver om irrationeel stemgedrag te verklaren.

Want natuurlijk zijn er oorzaken dat sinds Fortuyn 15 à 20 procent van de kiezers tegen de gevestigde orde stemt. Natuurlijk is er weerzin tegen middenpartijen en de macht der gewoonte: tegen migratie, klimaatbeleid, te kleine inkomensgroei.

Maar telkens blijken de alternatieve partijen dezelfde gebreken te vertonen. Van Bomhoff tot Verdonk, van Wilders tot Baudet: ze scheppen hoge verwachtingen en creëren soms electorale erupties. Maar vroeg of laat blijken alle leiders beter in eigenliefde dan in vaderlandsliefde.

Het narcistenkartel.

Allemaal politieke gelukzoekers die niet in staat zijn de vrede in de eigen gelederen te bewaren, en zelden toekomen aan de vraag of ze kunnen samenwerken met politici uit andere gelederen.

En nu ontriefde of boze burgers op zulke politici blijven stemmen, is natuurlijk wel de vraag: waarom bestellen mensen telkens hun eigen teleurstelling?

Ook Baudets beperkingen waren bepaald niet onbekend toen hij de politiek inging.

Hij beklom het nationale toneel voorjaar 2016 met het referendum tegen het EU-associatieverdrag met Oekraïne. Hij legde claims – Oekraïne kreeg „zicht op EU-lidmaatschap” – waarvoor drie jaar later nog geen spat bewijs is geleverd.

Maar wat interessanter is: nadat Baudet najaar 2016 een politieke partij bouwde op zijn succes met het referendum, waren zijn strijdmakkers tegen het Oekraïneverdrag vernietigend over hem.

Bart Nijman, adjunct-hoofdredacteur van GeenStijl, noemde Baudet een „egomane opportunist”. Jan Roos schreef later: „Bij Baudet draait alles om Baudet.”

En Tim Engelbart, die wij nu kennen als Baudet-groupie van het blog De Dagelijkse Standaard, de roodvleesleveranciers van ultra-rechts, zei najaar 2016 nog tegen Quote dat hij Baudets nieuwe partij „niet anders dan negatief kan beschouwen”.

Baudet „drijft op aandacht en adoratie”, zei hij: „Hij is een man die overhelt naar narcisme.”

En deze week sprak ik nog met iemand die in de beginjaren van FVD met Baudet samenwerkte. Ook hij zag een man met overmatig veel eigenliefde die leunde op een figuur als een buldog – Otten. Al in 2016 wist je, zei hij, dat dit verkeerd zou aflopen.

Dus wat we deze week zagen was de voorspelbare respons van een narcist op even voorspelbare kritiek: hij eist dat de criticus uit zijn ogen verdwijnt.

Nu is het uiteraard mogelijk dat ook Baudets kiezers immuun blijken voor dit soort sores.

Ook bij Wilders bleek vlot dat zijn persoonlijkheid niet in staat is tot samenwerking met andersdenkenden. Hij hield zich na zijn steun aan Rutte I vanaf 2012 electoraal staande door te radicaliseren en zich te isoleren, zodat uiteindelijk de fut eruit ging: geen partij die nog denkt aan samenwerking met hem.

Tegen die achtergrond zullen veel van de politiek leiders Baudets afrekening van deze week ook niet gauw vergeten.

Tegelijk vestigt de FVD-crisis de aandacht op grote vragen voor politiek en media.

Want nu een partij in een crisis verkeert die nog maar een maand geleden de grootste werd bij de Statenverkiezingen, kunnen we veilig stellen dat ook iets grondig is misgegaan bij andere partijen en de media.

Om te beginnen is dit natuurlijk een politiek falen. Alle partijen willen in campagnes eigenlijk alleen nog over hun eigen plannen praten, onder de aanname dat kiezers dit het voornaamste vinden.

Maar dat voorkomt dat politici in campagnetijd helpen bij een verbeterd inzicht in andere kandidaten en hun kwaliteiten - bijvoorbeeld door ze uit te dagen op hun kennis en ervaring. Zo worden de kwaliteiten amper getest – je ziet het gevolg bij Baudet.

Ook mediagedrag in campagnetijd verandert. Hoe kan het dat in campagnes al sinds Fortuyn elementaire gebreken van de leden van het narcistenkartel telkens worden genegeerd of gemist?

Al twintig jaar zie je vooral in Hilversum de zielige zweterigheid van media die bang zijn maatschappelijke onderstromen in campagnetijd te missen.

Maar in werkelijkheid missen media vooral aandacht voor fundamentele zwaktes van politieke kandidaten en hun partijen.

Ga maar na: in de drie campagnes waarin Baudet een rol speelde, is het zelden of nooit gegaan over het vernietigende oordeel van zijn politieke makkers uit het Oekraïnereferendum.

Ook ging het zelden over het gemak waarmee hij in 2017 al FVD’ers van het eerste uur royeerde, en dus ook over zijn beperkte vermogen tot samenwerking.

Het ging vooral over zijn enorme kritiek op het kabinet, over zijn grootspraak, zijn ideeën: het ging over wat hij wil maar niet over wat hij kan.

En een mediacultuur die politiek in campagnes vervormt tot louter pretenties, die praten beloont en presteren negeert, ontdoet zich van een elementaire taak: de controle op de (potentiële) macht.

En als deze week iets is gebleken, is het dat de controle van veel media – en vooral televisie - op Baudet tijdenlang schromelijk tekort is geschoten.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 27 april 2019.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in