Als dit lukt, daalt de totale CO2-uitstoot tot 2050 met bijna twee derde vergeleken met 2019. In de studie wordt ingegaan op hoeveel stroom nodig is als fossiele brandstoffen steeds meer vervangen zullen worden door duurzame energiebronnen.
"De wereldwijde elektriciteitsmix leunt nu voor twee derde op fossiele brandstoffen", legt Gerben Hieminga, sectoreconoom Energie, uit. "In 2050 kan dat omgekeerd zijn naar een aandeel van twee derde voor stroom uit zon- en windenergie. De elektriciteitsmix wordt daardoor minder afhankelijk van de mondiale energiemarkt met haar sterke fluctuaties in olie-, kolen- en gasprijzen."
Volgens het ING Economisch Bureau stijgt de wereldwijde vraag naar stroom van 27.000 terawattuur in 2019 naar 57.000 terawattuur in 2050. Ter vergelijking: in Nederland wordt jaarlijks ongeveer 120 terawattuur stroom verbruikt.
Opkomst van elektrisch rijden
Die groei is deels te danken aan economische groei en een groei van de wereldbevolking, maar ook de energietransitie zelf zal de vraag naar stroom stuwen, door bijvoorbeeld de opkomst van elektrisch rijden en het inwisselen van gas voor stroom voor het verwarmen van gebouwen.
Om een groot deel van die vraag te voldoen met windmolens en zonnepanelen, zal het jaarlijkse bedrag dat wordt geïnvesteerd ook moeten groeien. In 2018 werd er 200 miljard dollar geïnvesteerd in windmolens en zonnepanelen.
Gecorrigeerd voor inflatie stijgt dat bedrag volgens ING tussen 2021 en 2035 naar gemiddeld 326 miljard dollar per jaar om vervolgens toe te nemen naar 493 miljard dollar per jaar tussen 2036 en 2050. Tegen 2040 zal er jaarlijks net zo veel in duurzame energie worden geïnvesteerd als nu in olie en gas, denkt ING.
Elektriciteitsnet moet aangepast worden
In het bedrag zit nog niet de benodigde kosten voor het aanpassen van het elektriciteitsnet, een belangrijke voorwaarde om meer wind- en zonne-energie in te passen in het elektriciteitsnet. "Dit komt alleen maar los als de overheid stappen zet", aldus Hieminga.
Verder zullen de stroomprijzen steeds volatieler worden met een groter aandeel wind en zon. Hieminga verwacht dat de stroomprijs uiteindelijk ook lager zal komen te liggen. Voor stroomproducenten wordt het zo ook moeilijker om geld te verdienen aan de geproduceerde elektriciteit.