Direct naar artikelinhoud
achtergrondSri Lanka

Aanslagen vergroten religieuze spanningen in Sri Lanka

Tot nog toe waren vooral moslims in het overwegend boeddhistische Sri Lanka slachtoffer van religieus geweld. De terreurdaad wakkert mogelijk nieuw geweld aan tegen de moslimminderheid.

Een gebroken Mariabeeld bij St. Anthony's Shrine, Kochchikade.Beeld REUTERS

De gecoördineerde aanslagen in Sri Lanka deze Paaszondag op westerse en christelijke doelen die aan meer dan tweehonderd mensen het leven hebben gekost, zetten de gespannen religieuze verhoudingen in het land verder onder druk. Premier Ranil Wickremesinghe heeft de bevolking opgeroepen geen ‘ongeverifieerde berichten of speculaties’ te verspreiden op sociale media om de kalmte te bewaren.

De acht vrijwel gelijktijdige aanslagen op drie kerken en vier hotels zijn nog niet opgeëist maar zijn mogelijk het werk van de islamitische terreurorganisatie National Thowheeth Jama‘ath (NTJ). De politie zou tien dagen eerder al een waarschuwing hebben gegeven dat NTJ van plan was zelfmoordaanslagen te plegen op prominente christelijke kerken, zo meldde het Franse persbureau AFP.

De regering van Sri Lanka probeert met de blokkade van sociale media mogelijk te voorkomen dat burgers wraak nemen op de moslimbevolking die de laatste jaren steeds vaker doelwit is van religieus geweld. Moslims vormen met nog geen 10 procent een kleine minderheid in Sri Lanka maar worden door de overwegend boeddhistische bevolking in toenemende mate als indringers beschouwd. Van de ruim 20 miljoen inwoners in het Aziatische land is 70 procent boeddhistisch, zo’n 10 tot 15 procent hindoeïstisch en daarnaast is er nog een kleine christelijke minderheid.

De NTJ is een radicale beweging die de ‘zuivere islam’ zou willen verspreiden en dit volgens velen met dwang probeert te doen. De NTJ kwam vorig jaar in het nieuws nadat het zes Boeddha-standbeelden had vernietigd.  Zover bekend heeft de beweging zich niet eerder gewelddadig geuit jegens christenen of westerse doelen.  

Het geweld tegen moslims begon na het einde van de burgeroorlog in 2009. De eerste reeks aanslagen vond  plaats in 2011 op de moslimgemeenschap in Dharga, ten zuiden van de hoofdstad Colombo. Het geweld tegen moslims zou onder de Singalese nationalist Mahinda Rajapaksa die van 2005 tot 2015 president was, ruim baan hebben gekregen hebben, zo schreef NRC na de laatste grote geweldsexplosie in maart vorig jaar waarop tijdelijk de noodtoestand in Sri Lanka werd uitgeroepen.

Onder het regime van Rajapaksa groeide de radicale Boeddhistische beweging Bodu Bala Sena (BBS) uit tot een belangrijke speler. BBS stookt de bevolking onder de bezielende leiding van de extremistische monnik Galagoda Aththe Gnanasara op tegen moslims en voedt hen met anti-islam retoriek. Moslims zouden indringers zijn, de beste economische posities innemen en Sri Lanka veranderen in een islamitische staat zoals te zien zou zijn aan de toename van het aantal gesluierde vrouwen op straat. Het boeddhistische geloof en de cultuur zouden worden vernietigd en kinderen op islamitische scholen vergiftigd met radicale ideeën.

Het geweld laaide vorig jaar maart opnieuw op na georganiseerde aanvallen door boeddhisten op moslims in de tempelstad Kandy en in andere plaatsen van het land. De rellen waren uitgebroken nadat een boeddhistische Singalese vrachtwagenchauffeur was gedood tijdens een ruzie met moslimjongeren in Kandy. Daarop trokken boeddhisten moslimwijken in en vernielden woningen, winkels en moskeeën. Een week daarvoor waren ook al vernielingen aangericht nadat een gerucht was verspreid dat een moslimleider voorbehoedsmiddelen had verwerkt in voedsel van Singalezen met de bedoeling de demografische verhoudingen te wijzigen.

Ook christenen zijn doelwit van religieus geweld door boeddhisten en nationalisten in Sri Lanka. Afgelopen week op Palmzondag werden bisschop Asiri Perera , de president van de Methodistische Kerk in Sri Lanka, en een aantal andere kerkgangers nog bekogeld met stenen. De rest van de week en dit weekeind moest de kerk in Kundichchaankulama in de provincie Anuradapura beveiligd worden tijdens de diensten. Op diverse plekken in het land is door activisten opgeroepen om vooral de godsdienstvrijheid in Sri Lanka te bewaken.