Direct naar artikelinhoud
GastcolumnMike Soyer

Gastcolumn: Een verdorven spel over links fascisme en rechts racisme

Het is onzinnig om fascisme of racisme als links of rechts te betitelen, betoogt Mike Soyer, gastcolumnist.

Thierry Baudet.Beeld ANP

Dat Baudet afgelopen week beweerde dat het fascisme een linkse stroming is, dat zullen velen wel hebben meegekregen, maar dat Casper Albers, hoogleraar statistiek te Groningen, diezelfde week in deze krant beweerde dat het racisme een rechtse stroming is, lijkt de meesten te zijn ontgaan.

Het ergste van alles was nog dat Albers niet eens doorhad dat hij iets kwalijks zei, maar het als iets volkomen vanzelfsprekends beschouwde. Hoewel hij niet letterlijk de woorden ‘rechtse stroming’ in de pen nam, was het voor Albers klip en klaar dat racisme iets rechts is. Zo vanzelfsprekend zelfs dat het niet eens de moeite van het onderbouwen waard was. Iets wat je even tussen neus en lippen door zegt.

Wat zei Albers precies in zijn column, waarin hij stelling nam tegen het Forum voor Democratie-meldpunt voor linkse indoctrinatie? Ik laat hem zelf aan het woord: ‘Aandacht voor rechtse indoctrinatie is er nauwelijks, terwijl dat juist iets is waar ik mee worstel. Ik kan namelijk nauwelijks een college statistiek geven zonder een of andere racist op te hemelen.’

Statistici

Het ophemelen van racisten is volgens professor Albers rechtse indoctrinatie. Laat dat even tot u doordringen. Albers vervolgt zijn column door een aantal statistici af te lopen die hij in zijn colleges behandelt, en benoemt daarbij wat er precies racistisch zou zijn aan hun gedachtegoed. Albers stelt het ergerlijk te vinden dat hij zich in zijn colleges statistiek alleen op de statistische kant van hun gedachtegoed moet focussen. Want, aldus Albers, door de racistische kanten van hun gedachtegoed niet te benoemen, is er sprake van een soort stilzwijgende rechtse indoctrinatie.

Maar, geachte professor Albers, nog afgezien van de algehele gekunsteldheid van uw redenering: sinds wanneer is racisme, of het ophemelen daarvan, iets rechts? Ik ben natuurlijk geen statisticus, zoals u, maar het eerste wetenschappelijke, statistische artikel dat ik over dit onderwerp tegenkom, in vakblad Political Psychology, heeft al meteen een veelzeggende titel: ‘De helft van alle racisten is links.’

Dat had Albers natuurlijk ook kunnen weten, als hij enig onderzoek had verricht naar de statistici die hij zelf aanhaalt. Van de vier volgens Albers racistische statistici was Karl Pearson een overtuigd links socialist, lag Rensis Likert overhoop met Amerikaans rechts, kon ik over de politieke denkbeelden van Francis Galton weinig vinden behalve dan dat hij door Wikipedia als ‘progressief’ wordt ingeschaald, en was Ronald Fisher ten slotte inderdaad conservatief en rechts. Laten we Albers het voordeel van de twijfel geven: twee links en twee rechts. Albers hemelt de statistische kwaliteiten op van twee linkse en twee rechtse ‘racisten’. Ook dat is volgens mijn beste berekeningen een statistische score van vijftig procent.

Tentamenvraag

Nergens op de erkende politicologische schema’s komt racisme voor als behorend bij een politieke stroming, en terecht. In Canada weten ze wel raad met stellingen als die van Albers. In 2018 stelde een leraar een tentamenvraag op die racisme expliciet positioneerde aan de rechterkant van het politiek spectrum. Die tentamenvraag werd na een storm van kritiek geschrapt, de leraar werd berispt en de reactie vanuit de Canadese overheid was helder: ‘Racisme kent geen politieke kleur.’

Maar Albers gaat verder. Ook antisemitisme brengt hij in verband met rechtse indoctrinatie, wanneer hij in zijn column de minachting van Pearson voor het Joodse ras benoemt. En ook die laakbare stellingname is eenvoudig te weerleggen. In een wereld waarin rechts antisemitisme uiteraard ook bestaat, worstelt de linkse Labour-partij in het Verenigd Koninkrijk al jaren met het aanhoudend antisemitisme binnen de eigen gelederen. En ook historisch bezien maakte bijvoorbeeld Stalin, een van de boegbeelden van het communisme, zich op grote schaal schuldig aan vervolgingen van het Joodse ras.

En het fascisme dan, om toch nog even bij de uitspraken van Baudet stil te staan, dat is toch zeker wel rechts, ondanks dat Baudet het tegendeel beweerde? Dat weet ik nog zo net niet. Mijn bescheiden studie van het onderwerp staat mij vooralsnog geen definitieve conclusie toe. Maar zelfs op De Correspondent, niet bepaald een rechts platform, werd in 2018 geconcludeerd: ‘Fascisme is vrij moeilijk te plaatsen in het spectrum van links en rechts.’

Getouwtrek

En wat doet het er ook toe, zo vraag ik mij af, dit soort eindeloos terminologisch getouwtrek over links of rechts? Dit soort stellingnames, dat fascisme rechts of links is, en nu weer de stelling van Albers, dat racisme iets rechts is, zijn allemaal onderdeel van hetzelfde verdorven spel om ‘de andere groep’ het kwaad in de schoenen te schuiven. Zodat zelf de verheven morele positie kan worden ingenomen. En dát, het niet meer bewust zijn van de eigen tekortkomingen en alleen nog het slechte in de ander zien, is precies waaraan het kwaad zich voedt.

Ik wil besluiten met een citaat van Alexander Solzhenitsyn. Dat citaat is voor alle deelnemers aan dat verderfelijke spel. Het spel van de ander het kwaad in de schoenen schuiven. Het citaat is voor alle vingerwijzers in ons gepolariseerde debat die denken dat zij door en door goed zijn, dat er in hen niets kwaads schuilt, en in hun politieke tegenstanders niets goeds. Solzhenitsyn, winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur, zat in de vorige eeuw jarenlang gevangen in de communistische strafkampen in Rusland. In die strafkampen kwamen miljoenen mensen onder gruwelijke omstandigheden om het leven. Solzhenitsyn keek als geen ander het kwaad in de ogen. Hij concludeerde: ‘De lijn tussen goed en kwaad loopt niet tussen staten, niet tussen klassen, en ook niet tussen politieke partijen, maar recht door ieder menselijk hart.’

Mike Soyer is advocaat en rechtsfilosoof en in april gastcolumnist op Volkskrant.nl.