Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Europa

‘Steeds meer minderjarige Marokkaanse jongens naar Europa’

Vreemdelingen Het aantal minderjarige Marokkaanse jongens dat naar Europa komt, stijgt fors. Vaak verdwijnen ze uit zicht. Ook in Nederland.

Mohammed is als minderjarige illegaal naar Europa gekomen en woont nu in het oude Martini Rosso-kantoor in Brussel. Dit gebouw wordt gekraakt door illegalen zonder papieren.
Mohammed is als minderjarige illegaal naar Europa gekomen en woont nu in het oude Martini Rosso-kantoor in Brussel. Dit gebouw wordt gekraakt door illegalen zonder papieren. Foto Merlin Daleman

Als de Europese Unie geen sluitende afspraken maakt met de Marokkaanse regering om duizenden alleenstaande minderjarige jongens terug te laten keren naar hun land, zullen de problemen op termijn niet te overzien zijn.

Dat stelt Stichting Nidos, die de voogdij over de alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland heeft. „De jongens hebben hier geen enkel perspectief. Als ze op straat gaan zwerven vormen ze een prooi voor drugsdealers, pooiers en jihadisten”, zegt directeur Tin Verstegen.

De waarschuwing van het Nidos wordt gedeeld door andere organisaties die het aantal Marokkaanse jongens zien stijgen. Volgens Vluchtelingenwerk gaat het om „een kwetsbare groep” die vaak al voor de uitspraak van een asielprocedure in de illegaliteit verdwijnt. „Dit kan tot schrijnende situaties leiden”, stelt een woordvoerder van Vluchtelingenwerk.

Het aantal Marokkaanse jongens dat de afgelopen jaren via Spanje naar de rest van Europa is getrokken, neemt mede door de onrust in het Rifgebied en de deze maand ingevoerde dienstplicht fors toe.

NRC ging op zoek naar deze jongens en hun dromen in Fez, Melilla, Brussel en Heerhugowaard. Lees hier: Dolende Jongens

Volgens de Spaanse autoriteiten kwamen er in 2018 zo’n 6.000 alleenstaande jongeren naar het Zuid-Europese land waar nu 12.500 minderjarige illegalen geregistreerd staan. Het overgrote deel komt uit Marokko. Dat is het dubbele van een jaar daarvoor en in 2019 stijgt het aantal verder.

Duizenden minderjarige Marokkanen gaan al dan niet na een verblijf in de overvolle Spaanse opvangcentra door Europa zwerven op zoek naar een verblijfsvergunning. In Spanje staan er 5.950 minderjarige jongens uit Marokko als ‘vermist’ te boek.

Volgens cijfers van het Nidos verblijven er nu „enkele honderden” in Nederland en blijft hun aantal groeien. In de eerste drie maanden van dit jaar heeft de IND al 53 asielvragen gekregen. In heel vorig jaar waren er 145 asielaanvragen, tegen 11 in 2014. Deze aanvragen worden vrijwel altijd afgewezen. Maar, zegt het Nidos: de werkelijke aantallen die binnenkomen zijn veel hoger dan de asielaanvragen.

De komst van deze jeugdige Marokkanen zorgt volgens Verstegen voor zoveel overlast dat het wankele draagvlak voor de opvang van asielzoekers in gevaar komt. „Ze zorgen met kleine criminaliteit voor zichtbare overlast. De gemiddelde Nederlander ziet geen verschil tussen een asielzoeker uit Syrië en deze groep. Centra die goed geïntegreerd waren komen opeens weer onder druk te staan.”

Totnogtoe voeren Europese lidstaten een eigen beleid. Nederland behoort met Letland, Zweden, Noorwegen, Finland en Slowakije tot de landen die uitgeprocedeerde alleenstaande minderjarigen terugstuurt, maar Marokko werkt zelden mee. Landen als Spanje en Frankrijk slagen er soms zelfstandig in een deal over terugkeer te sluiten met Marokko.

‘Hulpgelden bevriezen’

Europarlementariër Kati Piri (PvdA) vindt dat de EU in actie moet komen. „Wij krijgen steeds grotere problemen omdat de regering in Rabat weigert de grondoorzaken aan te pakken. Als Marokko niet bereid is mee te werken zullen we moeten dreigen met het bevriezen van hulpgelden”, aldus Piri.

Ze zegt dat de EU beter moet kijken naar de besteding van Europese fondsen in Marokko. „Er is te weinig aandacht voor het verbeteren van de sociaal-economische positie van gemarginaliseerde groepen. Daar zou de EU een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren.”

Vorig jaar mocht Piri tijdens een bezoek aan Marokko met Tweede-Kamerlid Liliane Ploumen (PvdA) niet naar het Rif-gebied reizen. Zij maakt onderscheid tussen jonge ‘gelukzoekers’ en Marokkanen die zijn vertrokken uit vrees om in de gevangenis te belanden wegens deelname aan sociale protesten in het Rif-gebied.

„Gezien het feit dat er zo’n tweehonderd politieke gevangenen zijn veroordeeld tot celstraffen die oplopen tot twintig jaar is die vrees niet ongegrond”, stelt Piri. „Ook van de IND verwacht ik dat zij dus serieuze individuele toetsen uitvoeren bij het beoordelen van deze asielverzoeken. Dit is een extra reden voor de EU om een serieuze politieke dialoog aan te gaan met de Marokkaanse regering.”