Direct naar artikelinhoud
PeilingVaccinatie

Vaccinatiebeleid verdeelt Kamer: moet het kabinet verplichten of voorlichten?

Het aantal gevaccineerde kinderen daalt al jaren. Hoe kan Nederland de vaccinatiegraad terug krijgen naar de 95 procent, het streefpercentage van de Wereldgezondheidsorganisatie? Binnen en buiten de Tweede Kamer, die donderdag over het vaccinatiebeleid debatteert, leven bij voorbaat vele suggesties. 

Voorlopig komt er geen vaccinatieplicht in Nederland.Beeld ANP

Tweede Kamerlid Rens Raemakers (D66): ‘We hebben geen taboes als het gaat om de veiligheid van jonge kinderen. We moeten kinderdagverblijven meer mogelijkheden bieden niet-ingeënte kinderen te kunnen weigeren. Ik denk niet dat twijfelaars of ouders van ongevaccineerde kinderen hen hierdoor massaal aanmelden bij kinderdagverblijven met minder strenge eisen. Ik verwacht niet dat er daardoor hele volksverhuizingen plaatsvinden.’

Roland Pierik, universitair hoofddocent Rechtsfilosofie aan de Universiteit Amsterdam en lid van de Gezondheidsraad: ‘Als de kritische ondergrens van de vaccinatiegraad wordt bereikt, moet de overheid vaccinaties in de kinderopvang verplicht stellen. Het D66-voorstel biedt schijnveiligheid: zolang de algemene vaccinatiegraad te laag is, blijft het risico te groot dat een ziekte als mazelen wordt geïntroduceerd op een kinderdagverblijf. Ik vind dat de overheid actiever moet optreden om de vaccinatiegraad te verhogen.’

‘In Frankrijk en Californië zien we dat verplichtende maatregelen leiden tot meer vaccinaties. Daar stijgt de vaccinatiegraad weer richting de 95 procent. Als je vaccineren verplicht stelt voor de toegang tot kinderdagverblijven, verplicht je niet iedereen om in te enten, maar alleen de mensen die gebruik willen maken van de diensten van de crèche.’

Kees van der Staaij, fractievoorzitter van de SGP in de Tweede Kamer: ‘Met een vaccinatieplicht grijp je te veel in in de persoonlijke levenssfeer. Je mag mensen nooit dwingen om iets te doen wat tegen hun geweten ingaat. De geschiedenis leert tevens dat een vaccinatieplicht averechts werkt.’

Pierik: ‘Het middel moet proportioneel zijn met het doel. Het nastreven van het doel om de vaccinatiegraad op peil te brengen, is belangrijk genoeg om meer dwingende maatregelen te rechtvaardigen. Dan stuit het niet op juridische obstakels.’

Van der Staaij: ‘Ouders moeten op basis van correcte informatie een gefundeerde, gewetensvolle keuze maken over het vaccineren van hun kinderen. Het gesprek met de huisarts kan hierbij een belangrijke rol spelen. Hierin staat een zorgvuldige, goed geïnformeerde, gewetensvolle afweging centraal.’

Károly Illy, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK): ‘Wij zien vooral de gevolgen van niet-inenten. In 2018 zijn in Europa tachtig kinderen aan de mazelen overleden, alle tachtig hadden voorkomen kunnen worden als ouders hun kinderen hadden laten vaccineren.’

‘We doen een moreel appèl op ouders om hun kinderen te laten vaccineren. Wij zijn ervan overtuigd dat er niet één methode is om het infectierisico te verlagen. We moeten meerdere wegen bewandelen en communicatiedeskundigen inzetten om twijfelaars te overtuigen. Er moet meer gebeuren dan nu gebeurt. Iedere maatregel die bijdraagt aan het verlagen van het infectierisico, krijgt onze steun.’

Tweede Kamerlid Hayke Veldman (VVD): ‘In Australië krijgen scholen en kinderdagverblijven die ongevaccineerden toelaten een boete. Ook wordt gekort op kindgebonden toeslagen. We moeten onderzoeken of dat in Nederland ook kan.’

‘Als zulke maatregelen niet helpen, sluit ik een algemene vaccinatieplicht door de overheid niet uit. In Frankrijk is er een verplichting voor elf ziekten, in Italië voor zeven of acht besmettelijke ziektes. Het zou kunnen dat Nederland die stap moet zetten. Maar ik hecht er belang aan eerst alternatieven te onderzoeken.’

Tweede Kamerlid Anne Kuik (CDA): ‘Het verplichten van vaccinaties past niet in onze samenleving. We kunnen lichamelijke integriteit niet zomaar opzij schuiven. Daarnaast lijken me controle en handhaving van zo’n restrictief beleid heel lastig. We moeten eerst de voorlichting verbeteren.’

Tweede Kamerlid Wim-Jan Renkema (GroenLinks): ‘Het gaat over lichamelijke integriteit. Daar gaan ouders over. Het gaat te ver als je die verantwoordelijkheid als overheid overneemt. Een deel van de mensen die twijfelachtig staan tegenover vaccinaties, wantrouwt de staat al. Zij worden bevestigd in hun gelijk als de overheid vaccinatie verplicht. Dat werkt juist contraproductief.’

‘Ik geloof meer in een dialoog met ouders die weigeren of aarzelen. De nadruk moet komen te liggen op communicatie. We moeten meer jeugdartsen aanstellen in Nederland. Zij spelen een belangrijke rol in het gesprek over de noodzaak van vaccinaties.’

‘Daarnaast wil ik dat alle Nederlanders een vaccinatiepaspoort krijgen, direct na de geboorte, zodat de overheid laat zien hoe belangrijk het vaccinatieprogramma is. Een officieel document dat is uitgegeven door de overheid, heeft een symbolische werking en zegt meer dan een folder met wetenschappelijke informatie. Het eerste contact dat de overheid heeft met een pasgeboren kind, moet uitdrukken dat het kind en de samenleving worden beschermd. Je moet het belangrijk maken. Mensen zijn ook trots op hun paspoort of rijbewijs.’

Kuik: ‘Een groter wordende groep bestaat uit twijfelaars. We moeten die mensen serieus nemen en de tijd nemen om met hen in gesprek te gaan over of de gevolgen van hun keuze. Beelden en metaforen helpen om duidelijk te maken dat niet-inenten een buitenproportionele keuze is. Gegronde communicatie vanuit verschillende perspectieven is de sleutel: de ervaringen van slachtoffers zelf, van ouders, van artsen.’

Ellen van der Linden, jeugd- en stafarts bij JGZ Zuid-Holland West: ‘Het is van belang is om het gesprek aan te gaan. Zo maken ouders die nog twijfelen, toch de keuze tot vaccineren. Maar er zijn ook ouders die bij hun standpunt blijven. Daar heb ik respect voor. Het is een keuze, geen verplichting. Tot het achttiende jaar mag het vaccinatieschema gestart worden en eventueel erna, op redelijke termijn, nog worden afgerond. Tieners kunnen dus zelf besluiten zich alsnog te laten vaccineren.’