Direct naar artikelinhoud
ReportageFamilieclans in Berlijn

Berlijnse wijk Neukölln kampt met overlast Arabische familieclans. Loco-burgemeester: ‘Uit huis plaatsen jeugd zou uitkomst zijn’

Het Berlijnse stadsdeel Neukölln zucht onder de overlast van criminele clans. Met een Arabische achtergrond, benadrukt loco-burgemeester Falco Liecke. ‘We hebben te lang weggekeken.’ Zijn aanpak: gedwongen uithuisplaatsing van jongeren.

De Karl Marx-straat in Neukölln, Berlijn, waar veel problemen zijn met familieclans.Beeld Marlena Waldthausen

Een gloednieuwe Mercedes raast langs het terras in de Karl Marx-straat. De bestuurder is niet te zien, maar Falco Liecke zegt ‘het type’ te kennen. ‘Jong. Arabisch. Krijgt een uitkering. Draagt waarschijnlijk een Rolex en merkkleding.’ Maakt de loco-burgemeester van de Berlijnse wijk Neukölln zich schuldig aan stigmatisering of erger?

‘We hebben veel te lang weggekeken van de problemen met criminele Arabische clans in deze stad. Het lag te gevoelig, want het is hier een ‘multiculturele samenleving’. Inmiddels is er zoveel bekend over die clans dat ik zo’n opmerking wel durf te maken.’

Tenminste drie grote criminele families van Libanese herkomst telt het stadsdeel, waar de christen-democraat Liecke (58) een einde wil maken aan een haast eindeloze reeks berovingen, schiet-en steekpartijen, afpersing en witwassen. Zijn opzienbarendste idee: kinderen weghalen uit het ouderlijk huis, waar ze criminaliteit met de pap­lepel ingegoten krijgen. Een plan vol haken en ogen op juridisch gebied. En met vergaande psychologische gevolgen; families worden uiteen gerukt. ‘We staan nog maar aan het begin. Want er zijn geen definities, er is geen jurisprudentie. Hoe overtuig je een familierechter dat een kind blootstaat aan schadelijke invloed van ouders en broers?’

Middelvinger naar de staat

Liecke is in het stadsdeel Neukölln, met meer dan 300 duizend inwoners, verantwoordelijk voor jeugdzorg. Dat er eindelijk iets moet gebeuren tegen de georganiseerde misdaad, stond voor hem vast toen vorig jaar een ‘zware jongen’, de twintiger Nidal R., op klaarlichte dag werd doodgeschoten – waarschijnlijk door iemand uit een rivaliserende clan. ‘Acht schoten werden op hem afgevuurd toen hij bij een ijswinkeltje stond. Tussen ouders met kinderen. Het is een wonder dat geen van hen gewond raakte’.

Het was hoog tijd voor ‘een nieuwe strategie’, vond Liecke. ‘We hebben het over clans van vele honderden familieleden, die hun middelvinger opsteken naar de staat. Die de overheid beschouwen als een geldbuidel: geef me een uitkering en laat me verder met rust.’ Een enkeling toonde in Duitse media openlijk minachting voor de staat. Zittend in een auto van pakweg 100 duizend euro zei een jongen, half uit het raam hangend, dat hij leeft van een uitkering. Hoe hij dan aan die auto kwam? ‘Geleend van een neef’.

Wijkbestuurder Liecke wendde zich na de dodelijke schietpartij tot het gemeentebestuur van Berlijn, onder het motto: dit is niet alleen het probleem van Neukölln. Hij vond gehoor. Sinds enkele maanden laat de overheid zich tot Lieckes tevredenheid veelvuldig zien, in het bijzonder de politie. De ene na de andere inval volgt in shishalounges, restaurants, elektronicawinkels, wedkantoren en gebouwen waar illegalen ondergebracht zijn. Grote straten in de wijk, zoals de Karl Marx-straat en de Sonnenallee, zijn bezaaid met zulke panden. Wandelend door de wijk wijst Liecke op een reusachtig woonhuis dat tot voor kort in het bezit was van een van de clans. ‘Alle bewoners zijn vertrokken, waarschijnlijk is de deur te vaak ingetrapt bij een razzia’, zegt hij grijnzend. In een nabijgelegen flat woont nog wel een grote familie; het gebouw is behangen met satellietschotels. ‘Ja, we weten ze wel te vinden.’

Speldenprikken

Razzia’s worden een paar keer per maand gehouden in de wijk. ‘De politie en andere diensten, zoals de fiscale opsporingsorganisatie, vinden altijd wel iets of iemand. Drugs, wapens, zwartwerkers, soms vluchtelingen die als koerier zijn ingehuurd.’

‘De politie tipt ons over de vangsten, en we nemen direct contact op met familieleden. ‘Ali is opgepakt.’ Snel, onverwacht. Zodat niemand kan zeggen: het is al drie maanden geleden, ik herinner me niets meer. We zitten ze permanent op de huid.’ Toch noemt Liecke het slechts ‘speldenprikken’, die hem niet ver genoeg gaan. ‘De politie tapt zelden of nooit telefoongesprekken af, de controle van kentekens schiet tekort, de dienst Jeugdzorg mag geen informatie delen met de politie.’

Gefrustreerd is hij over de schaarse mogelijkheden jongeren ‘uit het milieu te halen’. ‘We kunnen iemand opleiden tot bus-en vrachtwagenchauffeur, maar die haalt zijn neus op voor het salaris. Daar koop je geen Rolex voor, geen Mercedes S-klasse.’ Des te schrijnender omdat de werkloosheid in de wijk zo’n 50 procent bedraagt.

Wat Liecke wel tevreden stemt, is dat er nu een paar clanleden voor de rechter staan. Begin dit jaar begon het proces tegen drie twintigers, allen uit één beruchte clan, die met een medeplichtige een opzienbarende roofoverval hadden gepleegd. Uit een Berlijns museum stalen ze een reusachtige gouden munt, die waarschijnlijk omgesmolten is. Geschatte waarde: bijna 4 miljoen euro. Liecke: ‘Nu toont de staat – daar hoort natuurlijk ook de rechterlijke macht bij – dat het menens is. We laten zien dat het niet loont om met bravourestukjes aan te tonen hoe cool je bent’.

Andere omgeving

Neukölln telt meer dan veertig Intensivtäter, lieden die tien of meer delicten op hun naam hebben staan. ‘Die zijn dus voor de maatschappij verloren. Maar als we jonge kinderen kunnen bereiken, hebben we al veel gewonnen. Crimineel gedrag begint op school: je pikt dure sportschoenen van een medescholier, je bedreigt een leraar. Daarom zou het een uitkomst zijn als we kinderen uit huis kunnen plaatsen en hen een tijdje in een andere omgeving laten opgroeien. In Brandenburg (naburige deelstaat, red.) hebben we een opvangcentrum. De kinderen komen er met instemming van hun ouders. Als ouders niet meewerken, staan we machteloos. Daarom moeten we via een rechter kinderen aan de ouderlijke macht kunnen onttrekken. Weg uit een habitat waar criminaliteit een alledaags verschijnsel is.’

Of het initiatief kans van slagen maakt, durft hij niet te zeggen. Wel hebben Bremen, Hamburg en steden in het Roergebied, waar ook criminele Arabische clans opereren, belangstelling getoond. Liecke: ‘Ik ben optimistisch. Het is al heel wat dat het fenomeen niet langer onderschat wordt. En ik lees en hoor positieve geluiden over onze razzia’s op grote schaal. De mensen zien dat er eindelijk wat gebeurt’.

Dan wordt hij per sms weggeroepen. De graven van twee politiemensen zijn met hakenkruizen beklad. Een van hen, Roland Krüger, kwam jaren geleden door pistoolschoten om het leven toen hij een clanlid wilde aanhouden. ‘Hij en zijn collega zijn helden van Neukölln. We zijn van plan straten naar hen te vernoemen.’