Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Buitenland

Rechtbank: Human Rights Watch-chef moet Israël verlaten

Omar Shakir zou zich schuldig maken aan het „bewust oproepen tot een boycot van Israël”. Het is voor het eerst dat een buitenlander die in Israël woont om deze reden het land moet verlaten.

HRW-chef Omar Shakir zou op sociale media opgeroepen hebben tot het boycotten van Israël.
HRW-chef Omar Shakir zou op sociale media opgeroepen hebben tot het boycotten van Israël. Foto Ammar Awad/Reuters

Human Rights Watch-chef Omar Shakir moet Israël verlaten vanwege zijn kritiek op Israëlisch beleid in de Westelijke Jordaanoever. Een rechtbank concludeerde dinsdag dat de activist „bewust in het openbaar oproept tot een boycot van Israël”. Shakir moet het land binnen twee weken verlaten, de activist zegt naar het Israëlisch Hooggerechtshof te stappen.

Sinds 2017 is in Israël nieuwe wetgeving van kracht die het buitenlanders verbiedt om publiekelijk op te roepen tot een boycot van het land. Dit zou Shakir onder meer gedaan hebben op sociale media. Het is voor het eerst dat een buitenlander die in Israël woont vanwege een dergelijke aanklacht moet verlaten.

Lees ook: Waarom deze Nederlandse onderzoeker Israël niet in mocht

Het Israëlisch ministerie van Binnenlandse Zaken wilde Shakir in mei 2018 deporteren, Human Rights Watch (HRW) besloot de kwestie aan te vechten. In 2017 was de activist al tijdelijk geweerd uit Israël om dezelfde reden: hij zou „anti-Israëlische” sentimenten en „Palestijnse propaganda” verspreiden.

Internationaal recht

Shakir is Amerikaans staatsburger en werkt sinds 2016 voor HRW in Israël en Palestina. De mensenrechtenorganisatie zegt niet actief mee te doen aan een boycot. Wel roept HRW bedrijven op om werk rond nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever neer te leggen omdat daar het internationaal recht overtreden zou worden.

HRW spreekt van „een nieuwe en gevaarlijke interpretatie van de wet”. Ook zou de beslissing „een precedent scheppen die het werk van andere belangengroepen belemmert en de status van mensenrechtenactivisten in gevaar brengt”.

Afgelopen zomer werden twee Nederlandse onderzoekers van het instituut SOMO geweerd uit Israël. Ook zij zouden mee hebben gedaan aan de zogeheten BDS-beweging (boycots, desinvesteren en sancties), een protest tegen de Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden. De twee onderzoekers ontkenden dit.