Direct naar artikelinhoud
AnalyseStrategie China

Den Haag is niet meer ‘naïef’ over spionage, maar hoe dan wél om te gaan met China?

De Tweede Kamer ziet de veiligheidsrisico’s die kleven aan zakendoen met Chinese bedrijven, getuige ook een GroenLinks-motie waarover deze week wordt gestemd. Intussen blijft het de vraag of Europese landen erin slagen om een gezamenlijke China-strategie op te stellen.

Een medewerker van Huawei aan het werk in het 'Cyber Security Lab' in Dongguan, China.Beeld EPA

Als er iets is waar een Nederlandse politicus dezer dagen niet van beschuldigd wil worden, is het wel van naïviteit over China. Een onlangs gepubliceerde VVD-nota noemt China ‘een groeiend probleem voor onze economie, maar ook voor onze onafhankelijke politiek en uiteindelijk voor onze veiligheid’. GroenLinks publiceerde niet lang nadat Tweede Kamerleden Jesse Klaver en Bram van Ojik vorig jaar oktober China bezochten een kritische nota onder de veelzeggende kop ‘Niet langer naïef’. En zelfs toen premier Rutte eind vorige week poogde de  hevige emoties in het parlement wat te temperen, voelde hij zich verplicht erbij te zeggen dat ook de regering ‘niet naïef’ is richting China.

De veiligheidsdiensten zijn dat evenmin: de AIVD noemde China vorige week nog de belangrijkste pleger van economische spionage. En maar liefst tien ministeries zijn nog druk doende om de vorig jaar door de Tweede Kamer aan de regering gevraagde China-strategie te schrijven, maar daar wil het parlement niet meer op wachten.

Deze week brengt GroenLinks een motie in stemming waarin de regering wordt opgeroepen om bij de aanleg van ‘kritische digitale infrastructuur zoals 5G niet afhankelijk te worden van onveilige buitenlandse invloeden’. De motie verwijst naar de recente bedrijfsspionage – door Chinese werknemers van het bedrijf – bij de Nederlandse chipfabrikant ASML en naar een recente Chinese wet die alle Chinese bedrijven dwingt cruciale versleutelingscodes af te geven aan de overheid. De oppositiepartij heeft ‘goede hoop’ – ook gezien de reacties op het ASML-schandaal vorige week – dat de motie met steun van regeringspartijen CDA en VVD wordt aangenomen.

Staatskapitalisme

Van Ojik ziet in Nederland een ‘omslagperiode’ tussen het blind najagen van ‘zoveel mogelijk contracten op de gigantische Chinese markt’ en een kritischer houding die rekening houdt met de gevolgen van wat VVD-Kamerlid Wybren van Haga bij BNR Nieuwsradio China’s ‘dictatoriale staatskapitalisme’ noemde.

De structurele economische machtsverschuiving naar het oosten is al veel langer gaande. Ook beschuldigingen van het – door Peking altijd ontkende – ‘stelen’ van westerse technologie zijn niet nieuw. Hetzelfde geldt voor de ongelijke handelsrelaties tussen open westerse markten en de lucratieve Chinese markt die alleen onder strikte voorwaarden toegankelijk is.

De Haagse omslag komt vooral door de gewijzigde opstelling van de Verenigde Staten en veranderingen in China zelf. Dat is zich assertiever gaan opstellen, niet alleen militair in de Zuid-Chinese Zee, maar ook economisch door een mondiaal infrastructuurprogramma (het Belt and Road-initiatief, ook wel de Nieuwe Zijderoute genoemd). Dat programma splijt ook EU-lidstaten en bemoeilijkt nu al een gezamenlijk Europees beleid jegens Beijing.

Confrontatie

Maar het was president Trump die China hoog op de politieke agenda zette en beschuldigde van valse handelspraktijken die veel Amerikaanse banen hebben gekost. Volgens sommige experts stuurt de regering-Trump aan op een bredere confrontatie met China – waarin Europese landen hun positie moeten gaan bepalen.

Hoewel Europese landen als Nederland nu plotseling lijken te beseffen dat ze een brede China-strategie nodig hebben – en ook de EU zelf eindelijk tot die slotsom is gekomen – is het maar de vraag of ze uiteindelijk toch niet tegen elkaar uitgespeeld zullen worden door Beijing. Er is ook een reële kans, zegt Elmar Hellendoorn, die als veiligheidsexpert is verbonden aan Harvard University, dat Europa ‘een slagveld wordt voor botsende Amerikaanse en Chinese belangen’.

China wil ‘een andere internationale handelsorde creëren dan de westerse’, zegt Hellendoorn, die blij is dat hier steeds beter begrepen wordt ‘dat economie en veiligheid heel nauw verweven zijn als je zaken doet met China’.

Great Game

Dat besef zal naar verwachting ook doorklinken in de China-strategie die de regering in mei hoopt te publiceren. Op een EU-conferentie in Den Haag maakte een van de deelnemers de vergelijking met het Europese imperialisme van de 19de eeuw – maar dan op mondiale schaal: ‘Dit is de nieuwe Great Game.’ Daarbij gaat het niet om landjepik, maar over technologie en infrastructuur. Bovendien is het de vraag of hieruit een hiërarchisch systeem ontstaat (met bijvoorbeeld China aan de top), of dat het huidige, op regels gebaseerde systeem zo hervormd kan worden dat China er op een eerlijker manier in past. Dat is waarop leidende Europese landen inzetten – terwijl president Trump vooral directe voordelen voor de Amerikaanse economie wil binnenhalen.

Nederland mengt zich nu in dit internationale spel, waarbij de soep minder heet gegeten zal worden dan het parlement haar nu opdient. ‘Het gaat er zeker niet om China de maat te nemen’, zei ambassadeur in Beijing Ed Kronenburg in februari tegen de Volkskrant over de nieuwe strategie. ‘Het is onverstandig om nu opeens een houding aan te nemen dat alles uit China een bedreiging is’, zegt ook China-kenner Kathleen Ferrier.

Een van de belangrijkste conclusies uit al het veldwerk dat voor de regeringsstrategie is gedaan, is het enorme gebrek aan kennis in Nederland over China. In dat opzicht is ‘we zijn niet naïef’ slechts een correctie op de kritiekloze juichstemming die daarvoor heerste over de Chinese markt, een eerste stap op de hoge kennisladder die nog beklommen moet worden.