Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Zorg

Ouderen krijgen thuis niet de zorg die ze nodig hebben

Onderzoek

Het aantal ouderen dat thuis woont neemt sterk toe. Het SCP concludeert dat grote problemen dreigen als de zorg voor deze mensen niet snel wordt opgebouwd.

Door onze redacteur Enzo van Steenbergen

Den Haag. Door personeelstekorten en een gebrek aan deskundigheid bij huisartsen en wijkteams krijgen veel ouderen die thuis wonen niet de zorg die ze nodig hebben. Bovendien wonen honderdduizenden ouderen in huizen die ongeschikt zijn voor de kwalen waaraan ze lijden. Dit schrijft het Sociaal en Cultureel Planbureau woensdag in een rapport over thuiswonende ouderen.

Op dit moment wonen 1,2 miljoen 75-plussers zelfstandig thuis. De verwachting is dat dit in 2030 meer dan twee miljoen ouderen zullen zijn – het merendeel heeft zorg nodig. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wil weten of de samenleving is voorbereid op die verandering en vroeg het SCP om te kijken hoe het nu gaat met thuiswonende ouderen.

Vaak gaat het goed, concluderen de onderzoekers. Acht op de tien ouderen die zelfstandig wonen zegt gelukkig te zijn, bijna allemaal gaan ze dagelijks naar buiten en de meesten ontmoeten wekelijks vrienden of familie. Maar onder het oppervlakte sluimeren nu al grote problemen die op termijn desastreus kunnen uitpakken voor de zorg, waarschuwt het SCP.

Honderd dagen in het ziekenhuis

Het personeelstekort (begin vorig jaar waren er 25.000 vacatures) en het ontbreken van kennis bij artsen in de buurt (huisarts, wijkteam) zorgt er nu al voor dat ouderen te snel op de spoedeisende hulp terechtkomen. Jaarlijks belanden 300.000 ouderen onnodig in het ziekenhuis. Meer dan de helft van de ouderen komt op de spoedeisende hulp met een medisch probleem waarvoor ze ook bij huisarts of wijkteam terecht hadden gekund. Doordat deze zorgverleners niet gespecialiseerd zijn in ouderengeneeskunde sturen ze te snel door naar het ziekenhuis. Of ze missen juist kwalen waardoor ouderen steeds zieker worden en uiteindelijk naar het ziekenhuis moeten.

Ziekenhuizen en spoedeisende hulpafdelingen moeten regelmatig sluiten omdat ze vol liggen – dat komt vooral door de toestroom van ouderen. Ook liggen ouderen vaak lang in het ziekenhuis, omdat ze te slecht zijn om terug naar huis te gaan, maar er ook geen plek voor ze gevonden kan worden in een verpleeghuis. Onlangs nog lag een bejaarde man meer dan honderd dagen in het ziekenhuis in Twente, omdat nergens een geschikte plek voor hem was.

Lees ook: een NRC-reportage over ouderen die te lang in het ziekenhuis liggen. Het verpleeghuis is 140 kilometers verderop.

Dat is extra zorgwekkend als je bedenkt dat het aantal thuiswonende ouderen sterk zal toenemen en het kabinet met ziekenhuizen, huisartsen en wijkverpleegkundigen heeft afgesproken dat zij minder vaak in het ziekenhuis moeten komen en vaker dichtbij huis behandeld moeten worden. De huisarts en wijkverpleegkundige moeten dus vaker ouderen met complexe gezondheidsproblemen behandelen, terwijl ze daarvoor niet zijn opgeleid. Bovendien hebben vorige kabinetten besloten om de verzorgingshuizen af te bouwen, waardoor alleen ouderen met zeer zware medische problemen (zoals ernstige dementie) terechtkunnen in verpleeghuizen. „Er is behoefte aan meer mogelijkheden om specialistische zorg aan ouderen te bieden, zonder dat daarvoor opname in een zorginstelling nodig is”, schrijven de SCP-onderzoekers.

Lees ook: in het Rotterdamse verpleeghuis De Burcht vragen ze zich af waarom het verzorgingshuis moest verdwijnen.

Vooral in kleine dorpen en gemeenten dreigen problemen te ontstaan, concludeert het SCP. Steeds meer werk zal moeten worden gedaan door familie en vrienden van ouderen, die vaak al overbelast zijn. Wat niet helpt, is dat van ouderen wordt verwacht dat ze zélf uitzoeken welke zorg, ondersteuning en hulpmiddelen ze kunnen krijgen. Niet eenvoudig, omdat er wel zeventien verschillende soorten zorg voor thuiswonende ouderen zijn, verdeeld over drie wetten, die soms ook nog in elkaar overlopen. Vooral ouderen zonder sociaal netwerk – tien procent van de 75-plussers voelt zich sterk eenzaam, één op de tien heeft geen partner of kinderen – dreigen te lang zonder zorg en ondersteuning alleen thuis te zitten.