Direct naar artikelinhoud
Column

Werd Trump echt bespioneerd en waarom zou minister Barr die suggestie wekken?

FILE PHOTO: U.S. President Donald Trump rallies with supporters in Chattanooga, Tennessee, U.S. November 4, 2018. REUTERS/Jonathan Ernst/File PhotoBeeld REUTERS

“Ja, ik denk dat er gespioneerd werd.” Met die paar woorden zorgde de Amerikaanse minister van justitie William Barr afgelopen week voor grote opwinding.

Voor de politieke vijanden van Trump was het duidelijk: Barr, die als minister van justitie eigenlijk boven de partijen hoort te staan, had zich laten kennen als een lakei van president Donald Trump.

De aanhangers van Trump in het Congres en in de media waren juist opgetogen: eindelijk gaat er kritisch gekeken worden naar hoe het onderzoek naar Trumps Russische connecties begon!

Terwijl Trump zich gedraagt alsof het rapport niets negatiefs over hem te melden zal hebben, zijn niet alle mensen in zijn omgeving daar zo zeker van.

Barrs uitspraak, tegenover een commissie van het Congres, kwam op een gevoelig moment. Elke dag kan nu het rapport van speciaal aanklager Mueller grotendeels openbaar worden. Mueller onderzocht de Russische inmenging in de verkiezingen van 2016, eventueel medeweten of medewerken daaraan van mensen in de campagne-organisatie van Trump, en eventuele pogingen om het onderzoek daarnaar te saboteren. Mueller concludeerde dat er niet werd samengespannen door de Trump-campagne met de Russische staat. Hij wilde verder Trump niet beschuldigen van obstructie, maar opvallend genoeg ook niet vrijpleiten. Barr zelf deed dat wel. Maar op grond waarvan, dat weet nog niemand.

Terwijl Trump zich gedraagt alsof het rapport niets negatiefs over hem te melden zal hebben, zijn niet alle mensen in zijn omgeving daar zo zeker van. Tegen website Politico zei een voormalig medewerker van de president dat ‘de slingers en confetti rijkelijk voorbarig zijn.”

Des te meer reden, lijken de Republikeinen te denken, om nog eens goed te hameren op de verdachte oorsprong van het hele onderzoek. De FBI begon daarmee nog voor de benoeming van Mueller, zelfs al voor de verkiezingen. Onder andere met het afluisteren van Carter Page, op dat moment een ex-medewerker van de campagne. De rechtbank die daar toestemming voor gaf, kreeg van de FBI onder andere een dossier met daarin geruchten over de banden tussen Trumps campagne en Rusland. Dat dossier was samengesteld door de Britse ex-spion Christopher Steele. Hij werd in eerste instantie betaald door een Republikeinse groep die Donald Trump niet zag zitten als mogelijke presidentskandidaat van de partij. Nadat Trump toch kandidaat was geworden, ging Steele door met zijn onderzoek, nu betaald door Democraten. Dat laatste, vinden de Republikeinen, is nooit expliciet tegen die rechters gezegd. Was dat wel gebeurd, dan was het onderzoek nooit goedgekeurd. En dan was er nu misschien wel geen Mueller-rapport geweest.

Twijfel zaaien

Op dat scenario valt veel af te dingen. De rechters was in algemene termen verteld dat het rapport door politieke tegenstanders van Trump was besteld. En er waren ook andere redenen om kritisch naar de campagne van Trump te kijken. De echte aanleiding voor de FBI om er mee aan de slag te gaan, was het bericht dat een andere medewerker van Trump, George Papadopoulos, eerder dan wie ook leek te weten dat er voor Hillary Clinton schadelijke lekken aan zaten te komen.

Het twijfel zaaien aan het Rusland-onderzoek nam een hoge vlucht toen de Republikeinen nog de meerderheid hadden in het Huis van Afgevaardigden. In diverse commissies stuurden ze het onderzoekswerk liever in die richting, dan dat ze de acties van Trump zelf onder de loep namen, zoals de Democraten wilden.

Met hun stap maken de Republikeinen nog eens goed duidelijk wat ze van het Rusland-onderzoek vinden

Maar inmiddels zijn de rollen omgedraaid: de Democraten hebben het in ieder geval in het Huis van Afgevaardigden voor het zeggen, en zullen ook na het uitkomen van Muellers rapport doorgaan met het horen van getuigen en het opvragen van documenten. De Republikeinen staan relatief machteloos.

Tenzij minister van justitie Barr ze een handje helpt. Daar hopen ze op. De voormalige voorzitter van de commissie voor de inlichtingendiensten, Devin Nunes, gaat binnenkort bij hem langs met een aantal aanklachten tegen personen die over de oorsprong van het Rusland-onderzoek zouden hebben gelogen tegen het Congres en tegen de rechtbank die gaat over afluisteren. Namen noemt hij niet, en het is aan Barr om te beslissen of het allemaal ernstig genoeg is om een officiële vervolging in te stellen.

De hele gang van zaken is erg ongebruikelijk, omdat de klachten niet uitgaan van de hele commissie voor de inlichtingendiensten. Maar met hun stap maken de Republikeinen nog eens goed duidelijk wat ze van het Rusland-onderzoek vinden: het Mueller-rapport zelf is een schandaal, en als er dan toch een onderste steen boven moet komen, dan daarover.

Amerikaans minister van justitie William Barr.Beeld REUTERS

Barr is de derde minister van justitie van Trump. Zijn eerste, Jeff Sessions, hield zich tot Trumps teleurstelling helemaal buiten het Rusland-onderzoek. Dat werd hem door zijn adviseurs aangeraden, omdat hij zelf een rol had gehad in de campagne van Trump. Wel gaf hij de onafhankelijke inspecteur-generaal van het ministerie de opdracht, te kijken of er regels waren overtreden bij het opzetten van het Rusland-onderzoek. Trump vond dat een veel te slappe maatregel, maar meer kreeg hij niet gedaan. Ook de tijdelijke opvolger van Sessions, Matt Whitaker, liet het daarbij.

Aanleiding

Van Barr werd verwacht dat hij evengoed de boot af zou houden. Maar toen kwam dat getuigenverhoor voor het Congres deze week. Waarin hij zomaar dat woord gebruikte dat Trump ook hanteert. Niet ‘afluisteren’. Niet ‘observeren’. Maar: ‘spioneren’. Alsof er iets heel smerigs aan de hand was geweest.

Barr zou de eerste minster niet zijn die, zoals dat in Washington genoemd wordt, zijn uitspraken soms doet ‘voor een gehoor van één persoon.

Is Barr het eens met Trump dat het Rusland-onderzoek een grote schande is, een samenzwering tegen de Amerikaanse democratie, in de hoop een presidentschap van Trump te voorkomen? Of probeert hij de president te lijmen door dat beladen woord te gebruiken, terwijl hij ondertussen gewoon zijn plan trekt?

Het zou heel goed dat laatste kunnen zijn. Barr zou de eerste minister niet zijn die, zoals dat in Washington genoemd wordt, zijn uitspraken soms doet ‘voor een gehoor van één persoon.” En hij zei er onmiddellijk bij dat ‘de vraag is of er een goede aanleiding voor was. Ik wil niet suggereren dat die er niet was, maar ik moet dat onderzoeken [...] Dat is alles.”

Maar in de gepolariseerde Amerikaanse politiek, die nu al vier weken verzenuwd wacht op wat Mueller in zijn rapport nu eigenlijk te melden heeft, vinden Trumps tegenstanders het moeilijk te geloven dat het ‘alles’ is.

De Amerikaanse politiek is er na de verkiezing van Donald Trump tot president niet saaier op geworden. Amerika-correspondent Bas den Hond (standplaats Boston) bespiegelt in zijn wekelijkse column op het reilen en zeilen in Washington.

Lees ook: De dag dat Amerika het Mueller-rapport te zien krijgt, wordt geen mooie dag voor Trump

Trump houdt vol dat hij onschuldig is, maar moet vrezen voor wat in het rapport van speciaal aanklager Mueller staat. Zijn tegenstanders weten wel zeker dat hij van alles heeft misdaan, maar zijn bang dat het allemaal net niet genoeg is om hem af te zetten, of op zijn minst zijn kansen op herverkiezing de grond in te boren.