Direct naar artikelinhoud
Analyse

Senaat behandelt Klimaatwet en Europa nog voordat Forum voor Democratie intrede doet

De verkiezingsuitslag van 20 maart doet zich voelen in de Eerste Kamer: Europa en het klimaat zijn na de winst van Forum voor Democratie plots uiterst precaire dossiers. Maar een meerderheid van de senaat liet dinsdag toch blijken dat de partij van Baudet niet de dienst uitmaakt. 

en
Tijdens de stemming in de Eerste Kamer: zittende leden stemmen tegen, de staande leden voor.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Senatoren laten zich niet dicteren door verkiezingsuitslag...

De Eerste Kamer legt het verzoek van Forum van Democratie (FvD) om de behandeling van de Klimaatwet uit te stellen, naast zich neer. De stemming over het wetsvoorstel dat de Nederlandse klimaatdoelen voor 2030 en 2050 vastlegt is ingepland op 28 mei, de allerlaatste reguliere vergadering van de huidige Eerste Kamer.

De aanstaande fractievoorzitter van FvD in de Eerste Kamer, Henk Otten, had senaatsvoorzitter Ankie Broekers-Knol vorige week gevraagd rekening te houden met de uitslag van de provincialestatenverkiezingen. Forum won die met een vurige campagne tegen de klimaatplannen van het kabinet. De partij debuteert op 11 juni in de senaat en wordt daar meteen de grootste fractie. Otten vindt dat de Eerste Kamer zich schuldig maakt aan ‘minachting van de kiezer’ als FvD geen kans krijgt deel te nemen aan het debat en de stemming over de Klimaatwet.

De Eerste Kamer ziet in de verkiezingsuitslag echter geen reden af te wijken van de normale procedure. De Tweede Kamer stemde in december in grote meerderheid voor de Klimaatwet. Acht partijen zetten als indiener hun handtekening onder de wet: VVD, CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks, PvdA, SP en 50Plus. Op grond daarvan kan het wetsvoorstel in de Eerste Kamer ook na de wisseling van de wacht op een ruime meerderheid rekenen. De entree van FvD verandert daar in principe niets aan.

In principe, want het enthousiasme voor de Klimaatwet is bij sommige indieners flink bekoeld. De eclatante stembuszege van FvD is bij CDA, VVD en 50Plus hard aangekomen. De achterban van deze partijen is sterk verdeeld over het klimaatbeleid. Als de CDA- en VVD-senatoren vóór de wet stemmen, doen ze dat alleen omdat ze zich gebonden voelen aan het regeerakkoord. De milieubewuste coalitiepartners D66 en ChristenUnie stonden in de kabinetsformatie op een ambitieus klimaatbeleid.

In de Eerste Kamer heeft scheidend CDA-fractievoorzitter Elco Brinkman zijn afkeer van de Klimaatwet nooit onder stoelen of banken gestoken. VVD-fractievoorzitter Annemarie Jorritsma liet vorige week doorschemeren dat ze wel oren had naar het verzoek van Forum om de behandeling van de wet te vertragen. Ook 50Plus, dat in de Tweede Kamer stond te trappelen om zijn handtekening onder de initiatiefwet te zetten, heeft nu koudwatervrees. Toch wilden de meeste Eerste Kamerleden hun tempo niet laten dicteren door een verkiezingsuitslag. ChristenUnie, D66, GroenLinks, SP en PvdA willen bovendien wél haast maken.

Niettemin kunnen CDA en VVD op subtielere wijze de boel vertragen, mochten zij dat willen. Beide fracties, en ook de geharde Klimaatwet-vijand PVV, hebben dinsdag een waslijst aan kritische vragen gesteld aan de acht Tweede Kamerleden die de wet hebben ingediend, en ook aan minister Wiebes van Klimaat. Als de initiatiefnemers en de minister niet snel genoeg zijn met de beantwoording, zal de stemming alsnog na de beëdiging van de nieuwe senaat moeten plaatsvinden. Dat is mogelijk ook het geval als CDA en VVD niet tevreden zijn met de antwoorden. Het plenaire debat over de wet werd vorige week al met een week uitgesteld, omdat minister Wiebes op 14 mei verhinderd is. De Eerste Kamer stemt nu net ná de Europese verkiezingen van 23 mei over de Klimaatwet, in plaats van net ervoor.

Senatoren laten zich niet dicteren door verkiezingsuitslag...
Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

... en voelen niets voor een blokkerende minderheid bij nieuwe EU-verdragen

Populistische stembusrevoltes komen en gaan, maar de wens om de soevereiniteitsoverdracht aan de EU in te perken blijft altijd bestaan. Dat bleek gisteren in de Eerste Kamer, waar gestemd werd over een dertien jaar oud voorstel van de LPF en de SGP om bij goedkeuring van nieuwe EU-verdragen voortaan een meerderheid van tweederde van de stemmen te eisen, in plaats van een simpele meerderheid.

Deze uitloper van de Fortuyn-revolutie sneefde echter vlak voordat de nieuwe (anti-EU-)revolutionairen van Forum voor Democratie het pluche aldaar hebben kunnen betreden. Hoewel de Tweede Kamerfractie van de VVD in 2015 nog vóór het voorstel stemde, haakten de VVD-senatoren dinsdag af. De VVD steunt ‘versterking van de legitimiteit voor de goedkeuring van EU-verdragen’, zei senator Anne-Wil Duthler, maar houdt twijfels over de effectiviteit van dit voorstel. ‘We vragen ons af of het niet een onnodig hoge drempel opwerpt en of er überhaupt EU-verdragen goedgekeurd zullen worden.’

Kortom, de VVD houdt op zijn tijd wel van een eurosceptische douche, maar het wil zich niet door de sterke anti-EU-onderstroom laten meevoeren die zich nu aandient in de senaat. Het is niet van plan zich in Europa vleugellam te laten maken door zich in Den Haag te laten vastpinnen op een loodzware goedkeuringsprocedure voor nieuwe EU-verdragen.

De partijen die dinsdag wel voor de zware goedkeuringsprocedure stemden – behalve de SGP ook regeringspartij ChristenUnie, Partij voor de Dieren, 50Plus, SP en PVV – zouden ook in de nieuwe senaat aan de dertien FvD-senatoren niet genoeg hebben om deze stemming te winnen. Maar ze zouden ruim genoeg stemmen hebben om een ‘blokkerende minderheid’ ten aanzien van nieuwe EU-verdragen te vormen – als de lat bij eenderde van de stemmen zou komen te liggen.

In de senaatsstemming waren dinsdag de nieuwe contouren te ontwaren van het Europadebat. Niet alleen de Brexit, maar ook de aanwezigheid van twee grote anti-EU-partijen op rechts (PVV wil een Nexit, Forum een referendum over Nexit) ontdoet parlementaire debatten over Europa definitief van hun relatieve onschuld. De inzet is hoog, wordt alom beseft.

Aan de ene kant bevindt zich nogal altijd D66, dat zich als reactie op de Brexit eind vorig jaar bij monde van Rob Jetten juist uitsprak voor het vastleggen van het EU-lidmaatschap in de Grondwet. Daartegenover staat een informele coalitie van eurosceptische en anti-EU-partijen die gezamenlijk steeds meer in de buurt komen van een meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer.

Hoewel een grote meerderheid van de Nederlandse burgers EU-lidmaatschap steunt (en er ook tevreden over is), blijft het ‘democratisch tekort’ ervan voor velen een achilleshiel. Officieel is het Europees Parlement de rol toegedicht om dit tekort op te heffen. Maar de Europese burgers geloven daar zelf niet zo in, getuige de lage opkomst die deze verkiezingen van oudsher plaagt.

De regeringscoalitie heeft nu zowel de directe weg naar meer burgerinspraak over Europa (het raadgevend correctief referendum) afgesloten, als de ‘koninklijke weg’, namelijk door het parlement meer greep op soevereniteitsoverdracht te geven. De oppositie zal dit in de aanloop naar de Europese verkiezingen van eind mei waarschijnlijk dankbaar blijven gebruiken, als stok om de coalitie mee te slaan.