Direct naar artikelinhoud
reportage

Mazelen-noodtoestand in de VS: niet ingeënt, dan ook niet naar buiten

Toby, Shlomo, Dov en Rifka (van links naar rechts) doen boodschappen in de 'All Fresh Supermarket' in Monsey, Rockland County, een supermarkt die onlangs is blootgesteld aan de mazelen. De kinderen zijn ingeënt tegen de mazelen.Beeld Chantal Heijnen

Een Joodse enclave in de VS zucht onder de mazelen. De noodtoestand moet de ziekte indammen, maar leidt ook tot onvrede.

Wie vanuit New York door de glooiende heuvels van de Hudson-vallei een uurtje naar het noorden rijdt, komt vanuit de bossen en beekjes en fluitende vogels ineens in een noodtoestand terecht.

Je merkt er niet veel van, op het eerste gezicht. Geen afzettingen of controles, er cirkelen geen helikopters en er zijn geen tentenkampen. Er zijn geen bomen ontworteld, geen huizen overstroomd. Wel zie je overal mannen met hoeden en baarden en krullerige zijlokken, vrouwen met rokken en identieke donkerbruine kapsels. Ze lopen achter kinderwagens of rijden in auto’s met een extra achterbank, je ziet ze in winkels met matzes en koosjere spaarlampen. Ook dit is allemaal normaal – maar juist dat is verdacht geworden.

Want daartussen, ergens, loopt de lijn van de noodtoestand.

Dit is Rockland County, een van de nieuwe groeikernen van de Joodse diaspora, tevens epicentrum van een grote Amerikaanse mazelenuitbraak. Het was een inwoner van een van de dorpen hier die de mazelen een paar maanden geleden uit Israël mee naar huis nam, waarna de ziekte zich vooral verspreidde via niet-ingeënte leden van de orthodox-Joodse gemeenschap. De teller staat tot dusver officieel op 157 besmettingen, bijna de helft van alle gevallen in het land, en de autoriteiten krijgen de ziekte niet onder controle.

Daarom namen ze vorige week hun toevlucht tot de noodtoestand. Niet-ingeënte minderjarigen mochten dertig dagen niet meer op openbare plekken komen zoals scholen, winkels, speelpleinen, restaurants en synagoges, om te voorkomen dat ze besmet worden. Het mazelenvirus kan, eenmaal uitgeproest, twee uur actief blijven door aan minuscule druppeltjes in de lucht te blijven hangen – gemiddeld besmet elke zieke zo’n twaalf tot achttien anderen. Het verbod is een bestuurskundig paardenmiddel dat de verspreiding moet indammen. Maar het heeft ook ongewenste bijwerkingen.

‘Hoe moeten we dit nou handhaven?’, zegt Joshua Gold, die het woord voert voor supermarkt All Fresh, een zaak in het dorpje Monsey. De supermarkt is een van de plekken waar besmettingen hebben plaatsgevonden, zeggen de autoriteiten. ‘Moeten we mensen om hun inentingspapieren gaan vragen? In dit land mag je helemaal niemand om papieren vragen. Of denken ze misschien dat je niet-ingeënte mensen aan hun uiterlijk kunt herkennen? Moeten we mensen met zijlokken weren?’

Joshua Gold in de 'All Fresh Supermarket' in Monsey, Rockland County. Volgens Joshua is het onmogelijk om klanten die niet ingeënt zijn te weigeren in de supermarkt.Beeld Chantal Heijnen

Deugsignaal

Hij noemt het een ‘deugsignaal’, een vorm van symboolpolitiek waarmee een bestuurder aan zijn achterban kan laten zien dat hij deugt maar die verder geen effect heeft. ‘Als de politici denken dat ze op deze manier de ouders van niet-ingeënte kinderen bereiken, dan hebben ze het mis. Er is geen straf die hun zal afschrikken. Het enige wat ze bereiken is dat deze bevolkingsgroep met meer argwaan wordt bekeken.’

Ongeveer een derde van de driehonderdduizend inwoners van Rockland County is Joods, en een groot deel daarvan is orthodox of chassidisch, een orthodoxe afsplitsing uit Oost-Europa die hier haar eigen dorpjes heeft gebouwd of dorpjes heeft overgenomen. Ze kwamen de afgelopen decennia uit de Joodse wijken van Brooklyn, waar de huizen te schaars, te klein of te duur zijn geworden, en drukken met dank aan hun hoge kindertal (zo’n zes gemiddeld) een steeds groter stempel op het gewest ten noorden van New York – met de bijbehorende spanningen. Ze bouwen nieuwe huizenblokken in het bucolische landschap, ze schuiven geld uit openbare scholen naar hun yeshiva’s, ze doen een groot beroep op de sociale voorzieningen – in sommige dorpjes leeft de helft van de gezinnen van voedselbonnen. Daar komt nu de mazelenepidemie bij.

‘Ik heb zelf geen kinderen meer van die leeftijd’, zegt Sue Fitzgerald, die haar kleindochter van school komt halen in Monsey. ‘Maar anders zou ik me zorgen maken. Je zou toch tegen die mensen willen zeggen: denk ook eens aan anderen. Maar het is hun godsdienst hè.’

‘We voelen soms het ressentiment’, zegt Shraga Feigenbaum (32), die net met zijn vrouw zijn kind in de auto laadt – hij heeft hem net laten inenten. ‘Veel mensen denken dat wij als orthodoxe Joden onze kinderen niet inenten. Maar het is een misverstand dat dit een religieus gebod is. Medische innovaties zijn onderdeel van Gods werken. Wij spelen niet met de soevereine wil van de Almachtige.’

Shraga Feigenbaum (34) komt net terug van het vaccineren van zijn jongste kindje. Normaal gesproken zou hij de vaccinaties meer verspreiden maar gezien de mazelenepidemie hebben zijn vrouw en hij besloten alle geadviseerde vaccinaties tegelijkertijd te doen.Beeld Chantal Heijnen

Het wijkt af van sommige christelijk-orthodoxe gemeenten, waar vaccins wel op theologische bezwaren stuiten. Nee, zegt Feigenbaum, onder orthodoxe Joden speelt de discussie die ook in sommige seculiere kringen speelt: dat kinderen van vaccins ziek of autistisch zouden worden. ‘Het kindje van een buurvrouw stierf twee weken na een injectie’, zegt hij. ‘Dat heeft sommige mensen bang gemaakt.’

Anti-vaccinbeweging

Hoewel het internet als geruchtenmachine vaak wordt aangewezen als verspreider van onwetenschappelijk wantrouwen, geldt in Rockland County het omgekeerde. Juist door het technologische isolement van de chassidische gemeenschap – tv en computers zijn schaars – zijn ze ontvankelijk voor pseudokennis. De anti-vaccinbeweging maakt daar gebruik van: de groep Parents Educating and Advocating for Children’s Health, alias Peach, heeft een brochure opgesteld die gericht is op orthodoxe Joden en hun wantrouwen aanwakkert. ‘Kan Shomer pesayim Hashem op vaccins worden toegepast?’, is een vraag, die daarna in het Hebreeuws wordt beantwoord.

Feigenbaum en zijn vrouw hebben hun toevlucht gezocht tot een boek van een arts die de voors en tegens van vaccinatie afweegt, en daarna hun eigen conclusies getrokken. ‘Ik geloof dat inenten het beste voor ons kind is. En onze niet-Joodse buren zijn ook blij met die conclusie.’