De bomen die de houten balken leverden voor de constructie van het vaartuig werden in de herfst van 1536 gekapt, blijkt uit wetenschappelijke analyse.
Het scheepswrak heeft nog een bijzondere lading koper aan boord. Die lading werd onder meer gebruikt om koperen munten van te maken, waarmee later tijdens de Gouden Eeuw werd betaald door handelslieden. Het is de oudste koperen scheepslading die ooit in Nederland is gevonden.
Ook interessant voor historici is dat de koperplaten in die lading merktekens dragen van de familie Fugger, een bankiers- en koopmansfamilie die het Europese zakenleven in de vijftiende en zestiende eeuw domineerde.
De berger van de containers haalde een paar weken geleden vlak boven Terschelling enkele van die koperen platen uit het water met een grijper. "Daarvan dachten de bergers in eerste instantie dat die uit de containers zouden kunnen komen", vertelt archeologisch onderzoeker Seger van den Brenk.
"Maar nadat bij de tweede greep grote eikenhouten balken omhoog kwamen, zijn de bergers direct gestopt", aldus Van den Brenk.
Schip van 25 tot 30 meter lang
De schatting is dat het schip 7,5 meter breed is geweest en 25 tot 30 meter lang. "Het was een aanzienlijk schip met een vlakke bodem, waardoor veel lading vervoerd kon worden", legt scheepsarcheoloog Alice Overmeer uit. "De bouw van het schip wijst erop dat het in Noord-Nederland is gebouwd."
In de zomer wordt er duikonderzoek uitgevoerd om te kijken welke resten van het schip nog op de bodem van de Noordzee liggen. "Daarna bepalen we wat we er verder mee gaan doen", zegt maritiem archeoloog Thijs Coenen.
Vondst 'geluk bij ongeluk'
De MSC Zoe verloor begin januari honderden containers op de Noordzee. In de dagen daarna spoelden allerlei soorten goederen aan op de Waddeneilanden. Minister Van Engelshoven noemde de vondst "een geluk bij een ongeluk".
Rijkswaterstaat takelde eind januari de eerste containers van de bodem van de Noordzee.
Een deel van de lading koper uit het schip.