Direct naar artikelinhoud
Demoniseer Baudet niet, maar weerleg zijn ideeën zo exact mogelijk
AnalyseNiet demoniseren

Demoniseer Baudet niet, maar weerleg zijn ideeën zo exact mogelijk

Baudet een fascist noemen is contraproductief, analyseert Peter Giesen. Leg liever goed uit waarom wat hij zegt zo schadelijk is. 

Word wakker, de fascisten hebben gewonnen’, schreef columnist Asha ten Broeke vorige week in de Volkskrant. Volgens de Leidse literatuurwetenschapper Bram Ieven maakt Thierry Baudet deel uit van een ‘neofascistische golf’. Een vrouw uit Nijmegen werd gearresteerd omdat ze tijdens een demonstratie tegen racisme en fascisme had geroepen: ‘Als je Thierry dood wilt schieten, zeg dan paf!’

Zeventien jaar na de moord op Pim Fortuyn is het spook van de demonisering weer terug. ‘Dat demoniseren moet stoppen’, zei Joost Eerdmans van Leefbaar Rotterdam in het Algemeen Dagblad. ‘Baudets politieke tegenstanders en media spelen veel te snel de racistische kaart. Dat triggert labiele mensen die denken: er is weer een racist opgestaan’, meende Hans Smolders, in 2002 als chauffeur van Fortuyn getuige van de moord.

Maar is het verwijt van demonisering geen doorzichtige poging om je tegenstanders de mond te snoeren? Waarom zou je Baudet geen fascist mogen noemen terwijl hij openlijk flirt met fascistische termen en thema’s?

Zelf zijn Baudet en consorten ook niet zo vriendelijk voor hun tegenstanders. Het Renaissance Instituut, het wetenschappelijk bureau van Forum voor ­Democratie, opende een meldpunt voor het verklikken van ‘indoctrinerende’ linkse leraren. Dit soort onliberale methoden kennen we van Donald Trump of Viktor Orbán: tegenstanders worden niet gezien als rivalen met een andere mening, maar als vijanden die hun mond moeten houden.

Baudet vist regelmatig in troebel ­water. In zijn overwinningsspeech sprak hij over de ‘boreale wereld’, een geliefde term van Jean-Marie Le Pen, aan wie hij ook zijn proefschrift aanbood. Op Twitter zei Baudet dat hij het woord aan Baudelaire had ontleend, maar hij gebruikte welbewust een omstreden term. Hij hekelde ook de ‘ongecontroleerde immigratie die het straatbeeld zo vertekent’. Kennelijk hoeft een burger met een migratieachtergrond geen terrorist of crimineel meer te zijn om Baudet onaangenaam te treffen. Het enkele feit dat er zo veel gekleurde mensen op straat rondlopen is al voldoende. Eerder sprak hij over ‘omvolking’ en de ‘homeopathische verdunning van het Nederlandse volk met alle volken ter wereld, zodat er nooit meer een Nederlander zal bestaan’ – een kromme metafoor overigens, want een verdunning ter grootte van een druppel werkzame stof in een oceaan zou helemaal niet erg zijn. 

Het Verwey-Jonker Instituut stelde dat hij in extreem-rechtse en neonazi-kringen als een medestander zeer gewaardeerd wordt om uitspraken als: ‘Een deel van ons organisme – een belangrijk deel: ons afweersysteem, datgene wat ons zou moeten beschermen – heeft zich tegen ons gekeerd. Op elk vlak worden we verzwakt, ondermijnd, overgeleverd. Kwaadwillende, agressieve elementen worden ons maatschappelijk lichaam in ongehoorde aantallen binnengeloodst, en de werkelijke toedracht en gevolgen worden ­verdoezeld.’

Toch is Baudet geen fascist, zei historicus en fascismekenner Robin te Slaa deze week op Radio 1. ‘Ik geloof wel dat Baudet het racisme aanwakkert, maar ik betwijfel of je hem als fascist kunt bestempelen.’ De vooroorlogse fascisten streefden een radicale utopie na, waarin een fascistische ‘nieuwe mens’ moest worden geboren. De utopische dimensie ontbreekt bij Baudet grotendeels, aldus Te Slaa. ‘Een ander groot verschil: fascisten zijn principiële tegenstanders van de democratie. Ze zeggen: de massa is niet in staat het land te besturen. Zij is politiek handelingsonbekwaam. Baudet wil het volk juist zo veel mogelijk bij het landsbestuur betrekken’, zei Te Slaa. In het fascisme bepaalde de Führer alles, terwijl Baudet juist het referendum wil versterken.

Anders dan Mussolini of Hitler roept Baudet niet op tot geweld. Hij stuurt geen knokploegen de straat op. Hij vraagt zijn aanhangers niet om zich in een bruin uniform te hijsen en de Leider toe te juichen. Daarom is hij eerder een ‘radicaalrechtse populist’, zoals Matthijs Rooduijn schreef op de politicologensite Stuk Rood Vlees. Net als ­Marine Le Pen of de Italiaanse Lega-­leider Matteo Salvini vindt Baudet dat ‘onze’ beschaving wordt bedreigd door ‘gevaarlijke anderen’ en een elite die de belangen van het volk verkwanselt, ­aldus Rooduijn.

‘En zo staan we hier vanavond, letterlijk, te midden van de brokstukken van wat ooit de grootste en mooiste beschaving was die de wereld ooit heeft gekend’, zei Thierry Baudet in zijn overwinningsspeech. ‘Maar net als al die ­andere landen van onze boreale wereld worden we kapotgemaakt door de mensen die ons juist zouden moeten beschermen. We worden ondermijnd door onze universiteiten, onze journalisten, door de mensen die onze kunstsubsidies ontvangen, en die onze gebouwen ontwerpen. En bovenal worden we ondermijnd door onze bestuurders.’

Baudet schetste een apocalyptisch beeld van wat toch een van de rijkste, vrijste en gelukkigste landen ter wereld is. Volgens een deze week verschenen enquête van het CBS is 9 van de 10 Nederlanders tevreden over zijn leven. Apocalyptische retoriek is gevaarlijk. Baudet reduceert een complexe werkelijkheid tot een simpel schema van helden en schurken. De dingen gaan niet alleen vreselijk mis, ze gaan mis door moedwillig toedoen van een zelfzuchtige elite.

Hoewel Baudet niet oproept tot ­geweld, kan iemand die hier echt in gelooft de stap naar geweld zetten. Is immers niet alles geoorloofd als de beschaving zelf op het spel staat? Met dit argument rechtvaardigde Anders Breivik de moord op 77 mensen. In 2011 schoot hij op het eiland Utøya in koelen bloede 69 socialistische jongeren dood, om het ontstaan van een nieuwe ‘cultuurmarxistische’ elite in de kiem te smoren. Toch raakte het woord ‘cultuurmarxisme’ voor Baudet niet besmet. Hij praat er nog altijd graag over.

Maar wie Baudet tot fascist uitroept, hanteert een vergelijkbaar apocalyptisch perspectief: ‘onze’ humanistische waarden en ‘onze’ traditie van tolerantie worden bedreigd door een politicus die in de voetsporen van Mussolini en Hitler opereert. De schaduw van Auschwitz doemt alweer op. ‘We moeten niet doen alsof Baudet op het punt staat de macht over te nemen’, zei de linkse socioloog Merijn Oudenampsen in Trouw. Wie ­gelooft dat het fascisme ‘nakende’ is, ‘creëert een sfeer waarin je mensen bij wie al een draadje loszit op de gedachte kunt brengen dat er geen democratische middelen meer zijn om hem te stoppen.’

Van nul naar dertien zetels in de ­senaat is een formidabele prestatie. ­Bovendien wist Baudet zijn electoraat uit te breiden tot buiten de gebruikelijke kring van lageropgeleide populistische kiezers. Volgens Maurice de Hond stemde 23 procent van de lezers van Het Financieele Dagblad op Forum voor Democratie.

Toch is Baudets winst betrekkelijk. Nog nooit was de grootste partij zo klein. Nog nooit heeft één partij in ­Nederland een absolute meerderheid veroverd en in een versnipperd politiek landschap is die kans kleiner dan ooit geworden. Tegenstanders van Baudet moeten zich niet te zeer laten meeslepen, aldus historicus Te Slaa op Radio 1. ‘Ik denk dat je rechtspopulisten een dienst bewijst als je ze fascisten noemt’, zei hij. ‘Zij kunnen dan roepen: wij worden gedemoniseerd. Het rechts-populisme heeft een hoog calimerogehalte.’

Thierry BaudetBeeld Hollandse Hoogte / Robin Utrecht

Het stempel van fascisme functioneerde heel goed in de jaren zeventig en tachtig. Ook toen al maakten veel Nederlanders zich zorgen over immigratie, maar de herinnering aan de oorlog was vers, grote partijen hadden nog greep op hun kiezers en kritiek op immigranten was met ­taboes omgeven. Dat veranderde doordat de herinnering aan de oorlog vervaagde, het aantal immigranten bleef toenemen en Pim Fortuyn op het toneel verscheen, de eerste politicus die het anti-immigratiesentiment doeltreffend wist te exploiteren.

In 2019 is het verwijt van fascisme een stomp wapen geworden. Het is te vaak ingezet tegen politici die zich tegen immigratie keerden. Ondertussen zijn uitspraken die destijds schandalig werden gevonden gemeengoed geworden. Ook premier Rutte zegt dat ‘Nederland ­Nederland moet blijven’. Vrijwel alle partijen zijn voorstander geworden van een streng immigratiebeleid.

Doordat het ‘f-woord’ niet meer overtuigt, dreigt een les van de oorlog te worden vergeten. Immigratie gaat gepaard met problemen en daar moet een open debat over kunnen worden gevoerd, maar het is gevaarlijk om consequent stemming te maken tegen mensen met een migratieachtergrond. Wie louter in negatieve termen over allochtonen spreekt, als terroristen, criminelen of ‘kwaadwillende, agressieve indringers’, als een virus dat de samenleving bedreigt, draagt bij aan een ontmenselijking die tot geweld kan leiden. De aanslag in Christchurch liet zien hoe gevaarlijk de fantasie van een terugkeer naar een monoculturele, blanke samenleving kan zijn.

Het denken van Thierry Baudet is gedrenkt in nostalgie. ‘Het project van mijn ­leven bestaat eruit dat ik de heelheid van de wereld wil herstellen, de heelheid die er voor de Eerste Wereldoorlog was’, zei hij in een interview met Vrij Nederland. Hij verlangde naar een wereld van klokgevels en paleizen die nog niet ontsierd was door kladschilders en de blokken­dozen van modernistische architecten. Het is een nostalgie die door velen gedeeld wordt. Terug naar vroeger, naar een wereld die zoveel mooier was, toen we nog met witten onder elkaar waren.

Maar de multi-etnische samenleving is een realiteit geworden. Verschillende bevolkingsgroepen zullen moeten ­samenleven, een gemeenschappelijk ­kader van fundamentele waarden moeten vinden. ‘Of proberen we van Europa op wonderbaarlijke wijze weer een verzameling van mono-etnische landen te maken? Daarvoor zouden genocide en burgeroorlog nodig zijn’, zei de Duits-Amerikaanse politicoloog Yascha Mounk in de Volkskrant.

De komende jaren zal het aantal mensen met een niet-westerse migratieachtergrond toenemen, van ongeveer 14 procent in 2018 naar 21 procent in 2060, waarbij moet worden aangetekend dat de derde generatie als autochtoon wordt beschouwd. Dat leidt bij veel witte Nederlanders tot een existentiële angst om een minderheid in eigen land te worden.

Baudet speelt daarop in. Als we niets doen, wordt Nederland ‘een soort Egypte’, zei hij in het Algemeen Dagblad, in een typische baudetiaanse overdrijving. Baudet flirt met fascistische thema’s – de ‘nationale wedergeboorte’ is daar een van – maar is geen fascist. Natuurlijk kan hij verder ­radicaliseren, zoals Wilders in de loop der jaren ook geradicaliseerd is, maar vooralsnog is het stempel fascist contraproductief. Baudets opkomst is het gevolg van reële maatschappelijke spanningen, vooral rond immigratie. Die spanningen worden niet opgelost door Baudet een fascist te noemen.

Baudet grossiert in apocalyptische ­visioenen, veelal in vage en algemene termen. Zijn critici zouden die bombast moeten vermijden. Zij moeten exact zijn, Baudets boreale onverdraagzaamheid blootleggen, precies uitleggen waarom zijn aanvallen op onafhankelijke instituties als de universiteiten, de media en de kunsten zo schadelijk zijn. Daarmee moeten ze de normalisering van Baudets ideeën voorkomen. Die zijn gevaarlijk genoeg van zichzelf. Het is niet nodig Baudet een bruin hemd aan te trekken.